De etagelinde (Tilia platyphyllos) in de achtertuin van de woning Achterbos 251 werd vermoedelijk aangeplant tussen 1640 en 1750.

Historiek

De linde werd vermoedelijk geplant tussen 1640 en 1750. Op dat ogenblik behoorde het perceel toe aan Jan Loovens, notaris en Voogdijsecretaris van Mol, Balen en Dessel. Door verschillende aankopen breidde hij deze eigendom uit tot een oppervlakte van meer dan 5 hectare. Hij bouwde er, naast de bestaande hoeve, een nieuwe hoeve. Jan Loovens en zijn familie bezaten het recht om aanplantingen langs de wegen te doen. Het is zeer uitzonderlijk dat een op deze manier beheerde linde op privédomein voorkomt. Deze beheersvorm werd meestal enkel toegepast bij bomen op (markt)pleinen. De linde is gesnoeid volgens een oud-Germaanse beheersvorm waarbij de boom in de vorm van een zonnerad wordt gesnoeid. Deze linde was waarschijnlijk een soort statussymbool, aangeplant om architecturale en esthetische redenen. Het gebruik van vormbomen paste in de toenmalige tijdsgeest. Verderop stond in die periode nabij een kapel nog een soortgelijke linde. In het verleden zou de boom een tweede etage gehad hebben, die om onbekende reden tussen 1950 en 1960 verwijderd werd.

Beschrijving

De etagelinde bevindt zich in de achtertuin van de woning langs de straat Achterbos 251. De hoogte van de gesteltakvrije stam bedraagt 1,70 meter, de stamomtrek 4,24 meter (gemeten op 1 meter hoogte, opname in 2006). De kunstmatig gevormde boomkruin heeft een diameter van circa 10 meter. Een horizontaal en regelmatig gespreid takkengestel vormt de basisstructuur van de kruin. Op het moment van de bescherming (1993) werd de boom om de 2 à 3 jaar geknot tot op de gesteltakken van de kruin. De boom vormt een dominerend en beeldbepalend element in de omgeving door zijn specifieke vorm en zijn monumentaliteit, temeer omdat de boom een variatie vormt op de gangbare knotboom door de aanwezigheid van de geknotte kruin.