erfgoedobject

Solitaire opgaande zilverlinde

landschappelijk element
ID
130755
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/130755

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als beschermd monument Zilverlinde
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Zilverlinde
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

De zilverlinde (Tilia tomentosa) bevindt zich op de hoek van de Sellaertstraat met de Stationslaan te Melsbroek (deelgemeente van Steenokkerzeel). Deze opgaande, solitaire boom heeft een stamomtrek van 4,31 meter (gemeten op 1,50 meter hoogte) en is 22,50 meter hoog. De maximale kroondiameter bedraagt 17 meter (opname in 2007). De Dendrologische Inventaris van België (1992) vermeldt voor de zilverlinde meerdere exemplaren, beginnend met een stamomtrek van 6,05 meter tot 4,02 meter. Met zijn stamomtrek van 4,21 meter staat deze zilverlinde op de 15de plaats van de kampioenenlijst in deze inventaris. Deze boom vormt een beeldbepalend object in de omgeving en is vermoedelijk de hoogste, dikste en oudste zilverlinde uit de regio.

Het betreft een gaaf exemplaar van zilverlinde. Gezien de stamomtrek behoort deze boom tot de oorspronkelijke beplanting bij het ‘Hof te Sellaer’. J. Verbesselt stelt in het ‘Parochiewezen in Brabant tot het einde van de 13de eeuw’ (1972) dat “het Zellaerhof, samen met het hof te Meerbeek, het Willemynshof , het hof te Boetsvoort (ook Madoets) en het hof te Nachtegaal, samen met de kerk; een gesloten entiteit vormt binnen de oudste straten van het eigenlijke dorpscomplex”. J. Lauwers schrijft in het boek ‘Melsbroek waar de melde bloeit in ’t broek’ (1983): “Waar het oudste archief van Melsbroek krioelt van het toponiem ‘Sellaer’, wordt er omzeggens nergens gewag gemaakt van het Hof van Zellaar. Op de kaart van Lib. De Pape (1683) staat ’t Sellaerts veldt aangeduid tussen de Perkse bossen en de Perksesteenweg, die trouwens de Sellaert straete naer Mechelen wordt genoemd. Logischerwijze gezien moet men dus het hof in deze buurt zoeken. De Sellaertstraat begon in 1920 nog aan de Haachtsesteenweg, terwijl de huidige Sellaertstraat pas aanvangt aan het kruispunt met de Machelsesteenweg, waar het Hof van Zellaar vorige eeuw gesitueerd werd. Op voornoemde kaart der goederen van de abdij Park staat echter op die plaats ‘t Hoff ter Linde aangetekend en vindt men geen spoor van enig vroeger Hof van Zellaar”. In zijn chronologisch overzicht en om een verklaring voor de naamgeving – van zowel het ‘Hof te Sellaer’ als de ‘Sellartstraat’- te zoeken, verwijst Lauwers “naar de kanunniken van Zellaar, die tijdens de 13de eeuw een gedeeld tiende bezaten te Eppegem, in 1290 de tienden van Weerde opkochten, terwijl Hendrik Berthout in 1286 het tiende van Zellaer te Rijmenam aan de abdij van Grimbergen schonk”. Een tweede mogelijkheid is dat het oude Hof van Zellaar in 1346 door Jan van Zerlaer bewoond werd. “Hoogstwaarschijnlijk was het abdijgoed van Zellaar door de Franse bezetter aangeslagen en werd het aangekocht door De Knyff, die er einde 18de eeuw een nieuw woonhuis liet optrekken, evenwel met behoud van schuren en stallingen van het oude Hof ter Linde. Men zal aan de nieuwbouw de naam ‘Hof te Sellaer’ toekennen.” Het nieuwe Hof heeft alle kenmerken van een uitgesproken classicistisch bouwwerk, omwille van het bouwvolume (twee hoge bouwlagen met een lage verdieping (mezzanine) afgedekt met schilddak, grote raam- en deuropeningen met bepleistering). De bijgebouwen hebben rondboogdeuren en -vensters. De laatste bezitter van het ‘Hof van Zellaar’ was baron Henri Snoy (1892), die het gebouw in 1960 liet slopen en de gronden er rond liet verkavelen. Alleen de straatnaam herinnert nog aan de vergane glorie. Op de ‘Reduction des plans Cadastraux’ van 4 december 1847 werd het Zellaerhof ingetekend als ‘chateau’. Het kaartblad Brussel (31.4.1) uitgegeven door het Ministerie van Openbare Werken en van Wederopbouw (1956) geeft een duidelijk beeld over de omvang en het belang van het hof te Zellaar weer. De beschermde zilverlinde staat ingetekend op de binnenkoer. Vermoedelijk werd omwille van de toenmalige omvang van de boom de bouwdiepte van het bijgebouwen langs de Stationlaan destijds enigszins beperkt.

  • VERBESSELT J. 1972: Tussen Zenne en Dijle,Het parochiewezen in Brabant tot het einde van de 13de eeuw.
  • LAUWERS, J. 1983: Melsbroek waar de melde bloeit in 't broek, Tielt.
  • BAUDOUIN J.-C., DE SPOELBERCH P. & VAN MEULDER J. 1992: Bomen in België. Dendrologische inventaris 1987-1992, Brussel, 398-399.

Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal Beschermingsdossier DB002206, Sellaertstraat + Stationstraat zilverlinde.
Auteurs: Wijnant, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Solitaire opgaande zilverlinde [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/130755 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.