Voormalige molenaarswoning "Louis Aerden" met ten noorden de romp van een stenen korenwindmolen, type bovenkruier (bergmolen) uit 1841 en ten westen bijgebouwen rond een gekasseid erf.
De molenaarswoning is een 19de-eeuws woonhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (Vlaamse pannen, nok parallel aan de straat) met een haaks aangebouwde koestal ten noorden. In 1939 werd de voorgevel in nieuwe zakelijkheid herbouwd naar ontwerp van architect Jos Tuerlinckx (zie gevelsteen boven de plint) met een lijstgevel van gele baksteen alternerend met bepleisterde gevelpartijen en decoratief bandwerk van grijze en zwarte faiencetegels. De bovenbouw wordt gekenmerkt door een gevelbreed balkon, links uitgewerkt als een erker met een liggend ovaal venster. Verder wordt de gevel geopend door rechthoekige vensters met gekleurd glas, onder andere met gestileerd bloemmotief, en door een rondboogdeur in brede dito omlijsting, versierd met metalen ringen. Tussen het woonhuis en de bijgebouwen sluit een modernistisch metalen hek het erf af.
De molen achterin werd opgericht in 1841 door molenaar Jan Frans Verbist-Van Agtmael, pachter van de houten Abdijmolen in Essen. Van 1887 tot 2017 was de molen in eigendom van de familie Aerden (vandaar de naam). In 1909 werd een motor als hulpdrijfkracht toegevoegd en in 1927 werd de windaandrijving buiten bedrijf gesteld en afgetakeld. In de jaren twintig werd een armgasmotor aangeschaft en in 1932 en 1954 een dieselmotor. De maalderij schakelde volledig over op veevoeders tot in 1976 alle bedrijvigheid werd stopgezet.
De molenromp staat op een kunstmatige verhoging op het erf. Dit terras en de trap er naartoe zijn afgebakend met een leuning in cementrustiek. De diameter van de volledig met klimop begroeide molenromp aan de basis bedraagt 8 meter en de stenen kuip is 15 meter hoog. Oorspronkelijk had de molen een buitenvangstok.
Aan de westzijde bevinden zich de voormalige, 19de-eeuwse paardenstallen met aanleunende maalderij uit het eerste kwart van de 20ste eeuw, beide van verankerd baksteenmetselwerk onder een zadeldak (kunstleien, cementpannen, nok loodrecht op de straat). Aan de straatzijde bevat de zijtrapgevel het opschrift "LOUIS AERDEN" in een verdiept paneel. Aan de erfzijde wordt dit volume geopend door rechthoekige poorten onder gietijzeren I-balk met rozetvormige bevestigingsbouten, en dakvensters met laadluik onder overkragende houten dakkap met windborden.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Vandeweghe, Evert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Vandeweghe E. 2020: Molenromp, maalderij en molenaarswoning Louis Aerden [online], https://id.erfgoed.net/teksten/359198 (geraadpleegd op ).
Voormalige molenaarswoning "Louis Aerden" met bijhorende noordelijk gelegen molenromp en ten westen bijgebouwen rond gekasseid erf.
19de-eeuws woonhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen, nok parallel aan de straat) met haaks aangebouwde koestal ten noorden. In 1939 werd de voorgevel in nieuwe zakelijkheid herbouwd naar ontwerp van architect Jos Tuerlinckx (zie gevelsteen boven de plint).
Lijstgevel van gele baksteen alternerend met bepleisterde gevelpartijen en decoratief bandwerk van grijze en zwarte faiencetegels. Bovenbouw met gevelbreed balkon, links uitgewerkt als erker met liggend ovaal venster: verder rechthoekige vensters met gekleurd glas, onder andere met gestileerd bloemmotief; rondboogdeur in brede dito omlijsting versierd met metalen ringen.
Tussen woonhuis en bijgebouwen, modernistisch metalen hek als afsluiting van het erf.
Achterin, molenromp van stenen bovenkruier, type bergmolen, opgericht in 1841; in 1909 werd een motor als hulpdrijfkracht toegevoegd; in 1927 werd de molen buiten bedrijf gesteld en afgetakeld. In de twintiger jaren werd een gasmotor aangeschaft en in 1932 en 1954 een diesel; de maalderij was nu volledig overgeschakeld op veevoeders; in 1976 werd alle bedrijvigheid stopgezet.
Aan westzijde voormalige 19de-eeuwse paardenstallen met aanleunend bedrijfsgebouw uit het eerste kwart van de 20ste eeuw, beide van verankerd baksteenmetselwerk onder zadeldak (kunstleien, cementpannen, nok loodrecht op de straat). Aan straatzijde zijtrapgevel met opschrift "LOUIS AERDEN" in verdiept paneel. Aan erfzijde rechthoekige poorten onder gietijzeren I-balk met rozetvormige bevestigingsbouten; dakvensters met laadluik onder overkragende houten dakkap met windborden.
Bron: PLOMTEUX G., STEYAERT R. & WYLLEMAN L. 1985: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 10n1 (A-He), Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1985: Molenromp, maalderij en molenaarswoning Louis Aerden [online], https://id.erfgoed.net/teksten/13082 (geraadpleegd op ).