Deze gerechtsbomen bij de groene vierschaar werden al in 1866 als oude lindes omschreven. Een gravure uit 1866 toont aan dat beide lindes op dat ogenblik nog geknot waren. De boom links van de zitbanken van de vierschaar werd tijdens het slotoffensief van de eerste wereldoorlog in 1918 kapot geschoten. Uit de stomp groeiden evenwel nieuwe scheuten.
Als getuige van de openlucht rechtspraak op het Vlaamse platteland heeft deze groene vierschaar met lindes historische waarde. De traditie van rechtspraak in open lucht is na de 13de eeuw op de meeste locaties verloren gegaan, omdat gerechtshoven in toenemende mate vaste zittingen in gebouwen organiseerden. Dit exemplaar zou tot op het einde van de 18de eeuw actief zijn gebleven. De rechtbank was verbonden aan de heerlijkheid Volkaertsbeke in de toenmalige parochie Bevere bij Oudenaarde. Het was dus de heer van Volkaertsbeke die overeenkomstig het feodale systeem er rechters aanstelde die in zijn naam rechtspraken. De groene vierschaar lag langs de toegangsweg naar een hoeve, die eveneens tot de heerlijkheid Volkaertsbeke behoorde.
In 1904 liet de toenmalige eigenaar, baron Kervyn de Volkaertsbeke, de zitbanken restaureren door de Gentse architect Van Hamme.
- Onroerend Erfgoed Oost-Vlaanderen, Beschermingsdossier 4.01/45035/118.1 of OO000907, Groene Vierschaar (S.N. 1958).
- RAEPSAET H. 1866: Un banc de justice féodale (Groene Vierschare), Notice posthume de J.J. Raepsaet, uittreksel uit Messager des Sciences historiques de Belgique, Gent.