Den Dikken Eik bevindt zich aan het begin van de Dikke Eikdreef, op de kruising met de Kanseliersdreef, een monumentale beukendreef, in het Mollendaalbos. Den Dikken Eik is de dikste, en vermoedelijk ook oudste, boom van het Meerdaalwoud. In 1995 werd door middel van een boring in de stam de leeftijd van deze boom bepaald. Er werden toen 320 jaarringen geteld. Dit betekent dat de boom in de tweede helft van de 17de eeuw is beginnen groeien. Op dat ogenblik was het bos eigendom van het adelijk geslacht Van Arenberg.
Uit historisch onderzoek is gebleken dat het bos onder de Van Arenbergs in die periode als middelhout beheerd werd. Dit is een combinatie van hakhout (voornamelijk hazelaar en tamme kastanje), dat periodiek gekapt werd met een omlooptijd van circa 12 jaar, en overstaanders (voornamelijk inlandse eiken), opgaande bomen met lange rechte stammen die pas na circa 100 jaar gekapt werden. Het hakhout leverde brand- en geriefhout terwijl de opgaande bomen zorgden voor constructiehout.
Het middelhoutbeheer werd vanaf het begin van de 20ste eeuw geleidelijk stopgezet. De vraag naar brandhout was door de introductie van steenkool immers sterk gedaald en het middelhoutbeheer is een heel arbeidsintensieve beheersvorm. Zo evolueerde het bos geleidelijk naar hooghout. Sinds deze omschakeling in beheer is ook het aantal dikke eiken in het bos sterk toegenomen. In 1913 waren er slechts 15 eiken met een omtrek van meer dan 250 cm. Bomen met een omtrek van meer dan 3 meter kwamen, op Den Dikken Eik na, niet voor. Een halve eeuw later is dit aantal al vertienvoudigd en tegenwoordig zijn er circa 800 bomen met een stamomtrek van meer dan 3 m. Dit komt ook door de verhoogde aandacht voor het behoud van monumentale bomen zonder commerciële doeleinden.
Uit het jaarringenonderzoek blijkt ook dat de boom een jaarlijks bijna constante groei van circa 1,6 cm in omtrek kent. Dit is de laatste jaren wel wat toegenomen, wellicht onder invloed van de warmere lentetemperaturen en een betere verzorging van de boom. Tijdens een excursie in 1921 had den Dikken Eik al een omtrek van 460 cm. In 2006 was dat al 530 cm. Ook de eiken rondom deze gigant hebben een respectabele omvang.
In 1970 scheurde een zware zijtak uit de eik en kwam deze tegen de stam terecht waardoor de boom flink wat schade ondervond.
Waarom deze eik de kans kreeg om uit te groeien tot zo een monumentaal exemplaar is niet gekend. Mogelijk vervulde hij eerst een functie als hoekboom om de grens tussen verschillende (bos)percelen aan te geven of had hij een einddoel als molenstaak (hiervoor werden rechte eikenstammen van circa 3,50 m omtrek gebruikt). Na functieverlies werd hij later wellicht uit eerbied voor zijn omvang bewaard.
- BAETÉ H., DE BIE M., HERMY M. & VAN DEN BREMT P.(red.), 2009: Miradal - Erfgoed in Heverleebos en Meerdaalwoud, Leuven.
- MEULEMAN B., 2006: Bosbeheerplan Meerdaalwoud, Heverleebos & Egenhovenbos, Leuven, [online] op https://www.natuurenbos.be
- TACK G., VAN DEN BREMT P. & HERMY M., 1993: Bossen van Vlaanderen, Leuven.
- VANDEKERKHOVE K., 2006: Middelhoutbeheer in Meerdaalwoud: historische excursieverslagen lichten een tipje van de sluier in Bosreservatennieuws nr 6 [online] op https://data.inbo.be