Beide wilgen staan ingeplant op de perceelsrand van een achterliggende hoogstamboomgaard bij een waterloop. De meest noordelijke opgaande wilg behoort tot een bomenrij langs een landbouwweg. De boom heeft een omtrek van 324 cm, een boomkruin van 17 m en een totale hoogte van 23 m.
De meest zuidelijke opgaande wilg staat op de oever van de waterloop, een zijbeek van de Ketelbergbeek. Het kleine beekje begrenst de oostzijde van de hoogstamboomgaard. De solitaire boom heeft een omtrek van 349 cm, een boomkruin van 22 m en een totale hoogte van 26 m.
Auteurs: Van der Linden, Geert; Vanmaele, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)