De hoogstamboomgaard met onder andere een zwarte moerbei werd aangeplant omstreeks 1908 bij de kunstenaarswoning Huis Ten Berghe.
Historiek
De hoogstamboomgaard is vermoedelijk aangeplant omstreeks 1908, kort na de voltooiing van de kunstenaarswoning opgetrokken door de plaatselijke mecenas Vital Moreels. Van 1908 tot 1914 was het de atelierwoning van kunstschilder Valerius De Saedeleer (1867-1941). Het concept van de boomgaard en de tuin of erf is - net als de vormgeving van de woning - geïnspireerd op de regionale landelijke (tuin-)architectuur die omstreeks dezelfde periode verheerlijkt werd door de schrijver Stijn Streuvels.
Beschrijving
De kunstenaarswoning, zogenaamd ‘Huis ten Berghe’, met hoogstamboomgaard ligt in het golvend leemlandschap rond de Tiegemberg, een interfluviumgebied tussen Leie en Schelde. De boomgaard is in essentie ten noorden van de kunstenaarswoning gesitueerd. Naast de hoogstamboomgaard ligt een grootschalige ingegraven drinkwaterinstallatie.
De hoogstamboomgaard beslaat een oppervlakte van circa 0,2 hectare en telt nog een tiental fruitbomen, waaronder een imposante zwarte moerbei (Morus nigra), naast enkele andere hoogstamfruitbomen. Door de aanwezigheid van de zwarte moerbei als zeldzaam en bijzonder fruitras kan een zekere wetenschappelijke waarde binnen de hoogstamboomgaard worden aangetoond. Het tuinperceel is nagenoeg volledig omhaagd met haagliguster (Ligustrum ovalifolium) en plaatselijk ook nog met gewone beuk (Fagus sylvatica). Nabij het toegangspad staan nog twee lage, bolvormig geschoren exemplaren van palmboompje (Buxus). De kunstenaarswoning is ingeplant in het voorste en hoogste deel van het boomgaard- en tuinperceel. Van de stamomtrekken zijn op het moment van de bescherming (2010) geen nadere gegevens verzameld.
De hoogstamboomgaard vormt ten aanzien van de kunstenaarswoning een structuurbepalend element van een (tuin-)architecturaal ensemble. De zwarte moerbei is daarbinnen een beeldbepalend onderdeel. De gebogen, zelfs kreupele, groeivorm van de zwarte moerbei is zowel bijzonder, typisch als mooi en schilderachtig. De plantpositie van de zwarte moerbei, schuin tegenover de typerende grote raampartij in de noordzijde van de woning, is opvallend en valt samen met het tafereel van een rustieke boomgaard met op de achtergrond een landelijke woning, in dit geval een smidse en een windmolen. Door de architectuur, de vormentaal, het materiaalgebruik, de detaillering en de soortenkeuze van de bomen kan gesteld worden dat er een wederzijdse historische eenheid is met het bouwkundig element. Bijzonder is dat van dit beeld vanuit het kunstenaarsatelier meerdere doeken van De Saedeleer uit de periode rond 1908 zijn bekend en bewaard, onder meer ‘Zonnebloemen voor de smidse’, ‘Smidse in de rijm’, ‘De smidse in de winter’ en ‘Paard en boer voor de smidse’. In deze doeken wordt de (jonge) boomgaard telkens als besloten hof of ‘jardin clos’ afgebeeld, een thema dat de schilder meermaals uitwerkte op het einde van zijn zogenaamde Latemse periode en in de zogenaamde Tiegemse periode, onder meer ook in ‘Boomgaard in de winter’, ‘Boomgaard’, ‘Voor de lente’ en ‘Boomgaard op het einde van de winter’.
- Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DW002444, Thematisch-typologische en thematisch-geografische bescherming van het belangrijkste houtig erfgoed in Vlaanderen: West-Vlaanderen, fase A.1, Anzegem (Tiegem), boomgaard (Zwarte moerbei) met kunstenaarswoning (HIMPE K., 2010).