erfgoedobject

Hakhoutstoven van eik, beuk en berk op Beerzelberg

landschappelijk element
ID
131464
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/131464

Juridische gevolgen

Beschrijving

De Beerzelberg is een getuigenheuvel bebost met hakhoutstoven van zomereik, beuk, en berk. Het samen voorkomen van zomereikenhakhoutstoven en beukenhakhoutstoven van een aanzienlijke omvang, aantal en leeftijd is vrij zeldzaam in Vlaanderen.

De Beerzelberg is een getuigenheuvel gevormd tijdens het mioceen (23,8 tot 5,3 miljoen jaar geleden, Formatie van Diest) met een hoogte van 51,60 meter +TAW (het hoogste punt van de provincie Antwerpen). Deze getuigenheuvel is beeldbepalend voor de omgeving. De heuvel is nagenoeg volledig bebost met als voornaamste soorten zomereik (Quercus robur), gewone beuk (Fagus sylvatica), ruwe berk (Betula pendula) en grove den (Pinus sylvestris). De heuvel bezit zeer veel oude hakhoutstoven met een aanzienlijke omvang, waarvan enkele zomereikenhakhoutstoven een omtrek bereiken van 13 meter. De hakhoutstoven komen nagenoeg over de volledige berg voor en nemen daardoor een aanzienlijke oppervlakte in. Omwille van de oppervlakte is de Beerzelberg representatief voor andere locaties met hakhout in Vlaanderen. Eén van de oudste beukenstoven heeft een omtrek van 6 meter. Het samen voorkomen van zomereikenhakhoutstoven en beukenhakhoutstoven van een aanzienlijke omvang, aantal en leeftijd is vrij zeldzaam in Vlaanderen. Gezien de hoge ouderdom is de kans dat het om autochtoon genetisch materiaal gaat vrijwel zeker. De hakhoutstoven werden opgenomen in de inventarislijst van autochtone bomen en struiken in Vlaanderen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO).

Op de kabinetskaart van de Ferraris (1770-1778) en de kaart van Vandermaelen (1846-1854) is de Beerzelberg volledig bebost. Vanaf de heuveltop vertrekken 27 dreven in alle richtingen. In de periode 1906-1908 werd een groot deel van het bos gekapt, waardoor heide tot ontwikkeling kwam op de zandberg. De typische hakhoutstoven ontstonden door het kappen van de bomen nabij de bodem, waardoor een stobbe overbleef, die opnieuw uitliep en na een periode van tien tot vijftien jaar opnieuw werd gekapt. De hakhoutstoven werden bij iedere kapbeurt breder. Deze praktijk, in functie van het vergaren van geriefhout en brandhout, is al heel lang bekend en werd ook op de Beerzelberg toegepast. De laatste decennia voor het moment van de bescherming (2010) werd deze techniek echter niet meer in praktijk gebracht.

  • Archief Onroerend Erfgoed Antwerpen, DA002503, Putte (Beerzel), Beerzelberg, hakhoutstoven van eik, beuk en berk, beschermingsdossier (S.n., 2010).
  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
  • Topografische kaart van België, Philippe Vandermaelen, uitgegeven in 1846-1854, schaal 1:20.000.

Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hakhoutstoven van eik, beuk en berk op Beerzelberg [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/131464 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.