De tamme kastanje (Castanea sativa) bevindt zich langs een bospad in het Kluisbos, dat de Vierschaar met het gehucht Pensemont verbindt, op 120 meter van de noordelijke bosrand. De totale hoogte van deze opgaande boom bedraagt circa 30 meter, de hoogte van de takvrije stam circa 22 meter, de kruinstraal circa 10 meter. De tamme kastanje heeft een stamomtrek van 4,20 meter (gemeten op 1,50 meter hoogte, opname in 2013). Opgaande bomen met een dergelijke omvang en beeldbepalend karakter zijn, zeker als het om een tamme kastanje gaat, in het algemeen en zeker in bossen zeldzaam te noemen.
De boom heeft te lijden gehad onder blikseminslag in het begin van de jaren 1970, waardoor de kruin is gereduceerd. Hierdoor en door te sterk ingesloten te staan tussen hoge beuken is de kruin gereduceerd. Het onderste deel van de stam is gedeeltelijk ontschorst op het moment van de bescherming (2010).
De boom vormt een uitgesproken beeldbepalend object langs het druk bewandelde bospad, mede door het feit dat hij de dikste tamme kastanje van dit bos en hoe dan ook één van de dikste opgaande bomen is van de Vlaamse Ardennen. De boom staat op een belangrijke kadastrale grens en markeert sinds kort ook de grens tussen het deel van het Kluisbos met statuut bosreservaat en het gewone domeinbos.
Het Kluisbos is één van de vele Vlaamse bossen die op last van de Duitse bezetter zijn kaalgekapt tijdens de Eerste Wereldoorlog en in het begin van de jaren 1920 zijn heraangeplant als onderdeel van de herstelbepalingen, opgenomen in het Verdrag van Versailles. Vermoedelijk omdat het om een tamme kastanje en niet om beuk of eik ging is de boom in kwestie, na het verdwijnen van de zogenaamde ‘Dikken Boeker’, de laatste overblijvende opgaande boom in het Kluisbos die dateert van voor de Eerste Wereldoorlog.
- Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DO002338, Thematisch-typologische en thematisch-geografische bescherming van het belangrijkste houtig erfgoed in Vlaanderen: Oost-Vlaanderen, fase A.1, nr. 7 (VAN DER LINDEN G., 2010).