De knotbomenrij van zomereiken (Quercus robur) langs de onverharde veldweg Nieuwland bevindt zich in een depressie tussen twee heuvelruggen behorende tot de Formatie van Diest (de Rodeberg-Molenberg-Weefberg en de Voortberg), even ten noorden van de dorpskern van Testelt (deelgemeente van Scherpenheuvel-Zichem). Tussen de knotbomen komen opgaande bomen voor. De grootste knoteik heeft een stamomtrek van 2,24 meter (gemeten op 1,50 meter hoogte, opname in 2009). In het kleinschalige landschap van de Zuiderkempen zijn knoteiken zonder meer een beeldbepalend object. Hier is dit niet anders. Langsheen de onverharde veldweg Nieuwland (in de Atlas der Buurtwegen: voetweg nr. 43) is de representatieve groeivorm van de knotbomen goed waar te nemen. Het kleinschalige akkerlandschap van weleer is intussen grotendeels vervangen door weilanden en kleine bospercelen.

Het knotten van eiken was vroeger een wijdverspreide snoeivorm in de Zuiderkempen, zoals de kabinetskaart van de Ferraris (1770-1778) aantoont. Deze beheervorm raakte in onbruik, waardoor knoteiken de laatste decennia stelselmatig uit het landschap verdwenen. De knoteiken voorzagen de lokale gemeenschap onder meer van rijshout, geriefhout, brandhout of loofvoedering. De knoteiken werden meestal langs perceelranden aangeplant, waarbij ze de perceelstructuur versterken. De knoteikenrij langs de onverharde veldweg vormen dan ook een relict van een kleinschalig landschap waarin de beplanting van perceelranden algemeen was.