Het Bosarboretum van Koekelare werd aangelegd in 1945-1946. Het is een deel van het Koekelarebosof of Domeinbos Koekelare. Het arboretum omvat ook een bosplantenkwekerij met zaadbomenbestand van de zogenaamde 'Koekelare den' (Corsicaanse den cv. Koekelare).
Het zogenaamde Domeinbos Koekelare of Koekelarebos maakte oorspronkelijk deel uit van de heerlijkheid Koekelare. Het bodemgebruik wisselde in de loop der eeuwen verschillende malen. In 1812 werd het grootgrondbezit in Koekelare eigendom van de adellijke familie Arenberg. Die liet het gebied planmatig bebossen met het oog op houtproductie en de jacht. Op de kabinetskaart van de Ferraris (1770-1778) is het beboste gebied aangeduid als "Bovekercke Bosch". Het primitief kadasterplan (circa 1835) vermeldt als eigenaar van de bossen “Paul, prins van Arenberg”. De familie legde op het domein "Grote Vijver", aan de oostzijde van het bos, een bosplantenkwekerij aan waar jaarlijks tienduizenden planten werden gekweekt om de Vlaamse bossen in familiebezit te bevoorraden. Hier werden in 1882 de eerste zogenaamde 'Koekelare dennen' gezaaid, een plaatselijke succesvolle cultivar van de Corsicaanse den. In 1912 werden ook de percelen "Vrouwenvijver" en "Klytegat" beplant. Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog omvat het Arenbergdomein nog meer dan 300 hectare, waarvan 142 hectare bos.
Het bos lag in 1914-1918 op 10 kilometer van de frontlijn en werd dan ook zwaar getroffen. Daarbovenop werd ongeveer 116 hectare naaldbos gekapt om het front van het nodige hout voor versperringen en bruggen te voorzien. Wegens de Duitse afkomst van de familie Arenberg werden hun bezittingen na de oorlog opgeëist door de Belgische Staat als pand voor Duitse herstelbetalingen. Vanaf 1921 stond het Bestuur van Waters en Bossen in voor het beheer. In het zuiden van de gemeente bleef er in 1922 maar 22 hectare versnipperd bos over. In de periode 1924-1926 werden een veertigtal hectaren naaldboompercelen met moeite herbebost, onder meer met 'Koekelaarse den'. Ondanks immense tegenwerking en inbeslagnames allerhande - het gemeentebestuur met burgemeester H. Proot en grote landbouwers, gesteund door de Belgische Boerenbond wilden helemaal geen bos meer - nam het beboste staatsdomein uiteindelijk toch tot 70 hectare toe in 1929. Het perceel "Vrouwenvijver", dat tijdens de oorlog als oefenveld voor de Duitsers had gediend, werd meteen na de oorlog herbeplant met Amerikaanse eik, zomereik, lork en den. In 1929 werden het loofboombos (dat de oorlog redelijk goed was doorgekomen), het herbeboste naaldboombos en de plantenkwekerij definitief eigendom van de Belgische Staat. De resterende landbouwgronden werden terug geschonken aan de familie Arenberg. In 1926 werden circa 72 hectare van het aangeslagen en verwoeste Arenbergbos als landbouwgrond verkocht. Circa 44 hectare minder vruchtbare gronden werden vanaf 1925 geleidelijk herbebost met de zogenaamde 'Koekelaarse den'. In 1929 werd het resterende bos definitief staatsdomein.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het perceel "Vrouwenvijver" gebruikt als munitieopslagplaats en werd er daarom een blusvijver gegraven. Andere delen van het bos werden opnieuw verwoest en later herbebost. In 1945-1946 werd het bosarboretum aangelegd ter vervanging van het arboretum Vloetemveld te Zedelgem, dat tijdens de Tweede Wereldoorlog werd vernietigd.
In het arboretum werd aanvankelijk vooral bosbouwkundig geëxperimenteerd met bosbomen als gewone Douglasspar, Corsicaanse den, Japanse lork, West-Amerikaanse hemlockspar en reuzenzilverspar. Deze experimenten bouwden voort op een traditie die lokaal reeds was ingezet door de Duitse familie van Arenberg, die in België talrijke bossen bezat. De zogenaamde ‘Koekelare-dennen’ genieten in bosbouwmilieus vooral bekendheid als snelgroeiende variëteit van de Corsicaanse den. Vanaf 1952 werden de hier voorkomende dennenbestanden als aparte variëteit gecatalogeerd. Het zaad ervan was zeer waardevol wegens zijn goede kwaliteit en werd ruim verhandeld in binnen- en buitenland. Volgens de overlevering heeft Napoleon Bonaparte deze den in West-Vlaanderen ingevoerd. De nabij het domeinbos Grote Vijver voorkomende exemplaren zouden hier in 1882 voor het eerst zijn aangeplant en vormen vermoedelijk het laatste restant van het oorspronkelijke zaadbomenbestand.
Het bosarboretum van Koekelare, met een oppervlakte van circa 8,5 hectare, maakt deel uit van het domeinbos. Het bosarboretum ligt nabij het gehucht Pottebezem op Koekelare. De locatie is toegankelijk vanaf de Bovekerkestraat en is begrepen tussen deze weg, de Provinciebaan, een Oostenrijkse steenweg tussen Beerst (Diksmuide) en Wijnendale (Torhout) en de lokale Carrestraat. Het bosarboretum is, in navolging van oudere voorbeelden waaronder Groenendaal (Hoeilaart) en Tervuren, aangelegd met een duidelijk architecturaal, maar toch minder klassiek geïnspireerd grondplan met polygonale structuur, waardoor het arboretum is ingedeeld in 73 driehoekige percelen of plantvakken. Door de inpassing van scherphoekige vakken, uitgevend op cirkelvormige knooppunten, worden verrassende perspectieven uitgebouwd. Op het moment van de bescherming (2010) is het in eigendom en beheer bij de Vlaamse Overheid, Agentschap voor Natuur en Bos. De in het bosarboretum voorkomende collectie aan park- en bosbomen, met ongeveer 140 verschillende individuen en/of groepen, is representatief voor een verzameling van bijzondere soorten en variëteiten. Sommige exemplaren behoren tot de omvangrijkste in hun soort in Vlaanderen. De talrijke aanwezigheid van eerder ongewone, uitheemse naaldboomsoorten, soms met hoge groeihoogten, zorgt voor een wat vreemdsoortige beleving.
Het zaadbomenbestand met zogenaamde ‘Koekelare-dennen’ is gesitueerd in het nabijgelegen domeinbos Grote Vijver, ter hoogte van de bezoekersparking. Het zaadbomenbestand omvat onder meer een veertigtal oorspronkelijke zogenaamde ‘Koekelare-dennen’, een plaatselijke succesvolle cultivar van de Corsicaanse den, die hier vanaf 1882 werd gekweekt. Het dikste gemeten exemplaar (2009) heeft een stamomtrek van 2,93 meter. Van de oudste zogenaamde ‘Koekelare-dennen’ behoort ook een exemplaar tot de zogenaamde kampioenenlijst van België.
De collectie park- en bosbomen is representatief voor een uitgebreid en gevarieerd arboretum. De ligging van het arboretum in Koekelare verwijst rechtstreeks naar de historisch relevante kweekprogramma’s van bosbomen die lokaal hun beslag kregen. In de nabijgelegen kwekerij worden trouwens nog steeds planten gekweekt, dienstig voor de bevoorrading van alle domeinbossen in Vlaanderen. De naamgeving van de ‘Koekelare-den’ verwijst ook expliciet naar de gemeente.
Auteurs: Himpe, Koen; Vanneste, Pol
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Himpe K. & Vanneste P. 2013: Bosarboretum Koekelare [online], https://id.erfgoed.net/teksten/182647 (geraadpleegd op ).
Bosarboretum aangelegd in 1945-1946, deel van "Koekelarebos" of "Domeinbos Koekelare". Tevens bosplantenkwekerij met zaadbomenbestand van de zogenaamde 'Koekelare den' (Corsicaanse den cv. Koekelare).
Het zogenaamde "domeinbos Koekelare" of "Koekelarebos" maakte oorspronkelijk deel uit van de heerlijkheid Koekelare. Het bodemgebruik wisselt in de loop der eeuwen verschillende malen. In 1812 wordt het grootgrondbezit in Koekelare eigendom van de adellijke familie Arenberg. Die laat het gebied planmatig bebossen met het oog op houtproductie en de jacht. Op de Ferrariskaart (1770-1778) is het beboste gebied aangeduid als "Bovekercke Bosch". Het primitief kadasterplan (ca. 1835) vermeldt als eigenaar van de bossen "Paul, prins van Arenberg". De familie legt op het domein "Grote Vijver", aan de oostzijde van het bos, een bosplantenkwekerij aan waar jaarlijks tienduizenden planten worden gekweekt om de Vlaamse bossen in familiebezit te bevoorraden. Hier worden in 1882 de eerste zogenaamde 'Koekelare dennen' gezaaid, een plaatselijke succesvolle cultivar van de Corsicaanse den, die in West-Vlaanderen zou zijn ingevoerd onder Napoleon Bonaparte. In 1912 worden ook de percelen "Vrouwenvijver" en "Klytegat" beplant. Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog omvat het Arenbergdomein nog meer dan 300 hectare waarvan 142 hectare bos.
Het bos ligt in 1914-1918 op tien kilometer van de frontlijn en wordt dan ook zwaar getroffen. Daarbovenop wordt ongeveer 116 hectare naaldbos gekapt om het front van het nodige hout voor versperringen en bruggen te voorzien. Wegens de Duitse afkomst van de familie Arenberg worden hun bezittingen na de oorlog opgeëist door de Belgische Staat als pand voor Duitse herstelbetalingen. Vanaf 1921 staat het Bestuur van Waters en Bossen in voor het beheer. In het zuiden van de gemeente blijft er in 1922 maar 22 hectare versnipperd bos over. In de periode 1924-1926 worden een veertigtal hectaren naaldboompercelen met moeite herbebost, onder meer met 'Koekelaarse den'. Ondanks immense tegenwerking en inbeslagnames allerhande - het gemeentebestuur met burgemeester H. Proot en grote landbouwers, gesteund door de Belgische Boerenbond wilden helemaal geen bos meer - neemt het beboste staatsdomein uiteindelijk toch tot 70 hectare toe in 1929. Het perceel "Vrouwenvijver" dat tijdens de oorlog als oefenveld voor de Duitsers had gediend, wordt meteen na de oorlog herbeplant met Amerikaanse eik, zomereik, lork en den. In 1929 worden het loofboombos (dat de oorlog redelijk goed was doorgekomen), het herbeboste naaldboombos en de plantenkwekerij definitief eigendom van de Belgische Staat. De resterende landbouwgronden worden teruggeschonken aan de familie Arenberg. In 1926 worden circa 72 hectare van het aangeslagen en verwoeste Arenbergbos als landbouwgrond verkocht. Circa 44 hectare minder vruchtbare gronden worden vanaf 1925 geleidelijk herbebost met de zogenaamde 'Koekelaarse den'. In 1929 wordt het resterende bos definitief staatsdomein.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt het perceel "Vrouwenvijver" gebruikt als munitieopslagplaats en wordt er daarom een blusvijver gegraven. Andere delen van het bos worden opnieuw verwoest en later herbebost. In 1945-1946 wordt het bosarboretum aangelegd ter vervanging van het arboretum Vloetemveld te Zedelgem, dat tijdens de Tweede Wereldoorlog werd vernietigd.
Het bosarboretum van Koekelare maakt deel uit van het domeinbos Koekelare. Het situeert zich op een driehoekig gebied van 8 hectare gelegen tussen de Carrestraat, de Provinciebaan en de Bovekerkestraat, "Het Veld" genaamd. Het arboretum omvat een uitgebreide collectie park- en bosbomen in diverse soorten en variëteiten. Het vertoont een duidelijk architecturaal, maar minder klassiek geïnspireerd grondplan met polygonale structuur, waardoor het is ingedeeld in 73 driehoekige percelen of plantvakken. Door de inpassing van scherphoekige vakken, uitgevend op cirkelvormige knooppunten worden verrassende perspectieven uitgebouwd. Op het nabijgelegen perceel "Grote Vijver" is een zaadbomenbestand bewaard met een veertigtal oorspronkelijke zogenaamde Koekelare dennen.
Bron: VANNESTE P. & BAERT S. met medewerking van BOONE B., CREYF S. & VRANCKX M. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Koekelare, Deelgemeenten Bovekerke en Zande, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL46, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanneste, Pol
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Vanneste P. 2010: Bosarboretum Koekelare [online], https://id.erfgoed.net/teksten/182648 (geraadpleegd op ).