Het T-vormig classicistisch kasteel Weyninckhoven is gelegen in een beboomd park binnen een brede omgrachting. Het goed bood eeuwenlang onderdak aan adellijke families. In het kasteeldomein staan ook een hovenierswoning en een koetshuis. Een platanendreef leidt naar het domein.
Het zogenaamde kasteel 'Weyninckhoven' werd voor het eerst vermeld in een charter van Sint-Rombouts van 1265 als “Wanhijchoeuen”, zijnde de woning van de familie Wannings, Wano of Waninga. Het goed ontstond tussen de 10de en de 13de eeuw. In 1270 moet het in handen geweest zijn van ridder Goswinus Boch, die het goed, een omgrachte site, aan de commanderij van Pitsemburg verkocht.
In 1421 wordt het domein vermeld als de hoeve Wanecoven, bezit van ridder Wouter van der List. Nog in hetzelfde jaar kwam het goed in handen van Joos van der Tanneriën. Voor een gedeelte was het een leengoed van de heren van Mechelen en dit tot 1794. Pieter Pot kocht het goed in 1426. Het werd geërfd door Machtel Pot met leenverhef voor het leenhof van Mechelen in 1474 en werd toen vermeld als een ridderlijk hof gelegen onder Kontich. Door erfenis kwam het van 1482 tot 1574 in handen van de familie van de Wervel. Leenverhef door Lancelot ’t Seraerts volgde in 1574.
Vermoedelijk werd het goed verwoest door de Staatse troepen in 1583-1584 en circa 1598 herbouwd in steen. Toen was ook de 't Seraertshoeve aan het goed verbonden. Vermoedelijk is dit goed de vroegere moederhofstad “Alleman van Wanninckhoven”, één van de 24 moederhofsteden die de Sint-Baafsabdij van Gent in de streek bezat. In 1618 wordt het beschreven als hoeve "Wanichoven" met omwaterd huis. Het goed bleef in het bezit van de familie 't Seraerts tot 1674. Daarna werd het geërfd door van Eynatten en kwam zo in het bezit van familie van Halmale. Midden 18de eeuw werd de hoeve "Halman van Wijninckhoven" gesloopt en vervangen door twee huisjes. Bij aanpassing van het belastingsysteem werden in 1761 de grenzen tussen Kontich en Hove gewijzigd, zodat het kasteel voortaan tot het Hovese grondgebied werd gerekend. Leenverhef door Jonker J. du Moulin volgde in 1792, op 27 september 1793 werd het goed reeds verkocht aan Helena Geelhand. Het bleef in bezit van deze familie tot het in 1951 aan de gemeente werd verkocht.
Het “Château Weyn hof” wordt op de kabinetskaart van de Ferraris (1770-1778) weergegeven als een omgracht goed met binnen de omgrachting drie losstaande gebouwen met moestuinen ten zuiden ervan. Het tracé van de kasteeldreef is reeds duidelijk herkenbaar. De kaart van Vandermaelen (1846-1854) geeft het “Château de Weyninckx” op een gelijkaardige manier weer.
In zijn huidige vorm is het een classicistisch gebouw met huiskapel uit eind 18de eeuw - begin 19de eeuw, gelegen binnen een hofgracht en voorzien van hovenierswoning, stallen en koetshuis. In 1901 werd het goed uitgebreid met een haakse vleugel aan de zuidzijde. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het domein bezet door het leger. Na de oorlog fungeerde het voor korte tijd als tehuis voor zwakke kinderen.
Vanaf 1951 werd het gebouw aangepast tot gemeentehuis naar ontwerp van A. Suittelier en nadien L. Loos. Op 1 juni 1952 werd het in die hoedanigheid in gebruik genomen en plechtig ingehuldigd op 21 december 1952. In jaren 1960 werd het gebouw hersteld naar ontwerp van R. De Bruyn en W. Macken. De werkzaamheden hielden onder meer het vernieuwen vloeren, het herstellen van het dak en de ramen en binneninrichting in. Gevels, luifels en luiken werden hersteld in 1975.
Het betreft een T-vormig classicistisch kasteel gelegen in een beboomd park binnen een brede, rechthoekige omgrachting.
Het domein wordt bereikt via de Geelhandlaan, een dreef van opgaande platanen (Platanus) met villabouw uit het derde kwart van de 20ste eeuw. De laan verbindt kasteel Weyninckhoven met de kerk. De aanplanting van de platanen dateert van 1925.
Een bakstenen brug met ijzeren poort, uit de 20ste eeuw, leidt naar de binnenplaats met rond grasperk. Aan de zuidzijde ligt het centraal gelegen kasteel (nok loodrecht op de straat) met aan de noordoostzijde een L-vormige hovenierswoning (nok parallel aan de straat) en aan noordwestzijde een U-vormig koetshuis (nok loodrecht op de straat).
De hoofdvleugel van het kasteel telt vijf traveeën en twee bouwlagen onder een leien schilddak, aan de oostgevel geflankeerd door een haakse vleugel van één travee en drie bouwlagen onder een leien schilddak. Het bepleisterd en beschilderd bakstenen gebouw rust op een arduinen plint. Het hoofdgestel is voorzien van een kordonlijst en een kroonlijst. De sierlijke smeedijzeren windwijzer heeft een koperen 'Geelhand'. De rechthoekige beluikte vensters hebben lekdrempels. De rechthoekige vleugeldeuren zijn omschreven in een vlakke arduinen omlijsting met kroonlijst en worden voorafgegaan door bordestrappen en vergezeld van beglaasde luifels
De L-vormige hovenierswoning telt één bouwlaag onder leien zadeldaken. Het gebouw dateert uit de 18de eeuw en werd verbouwd in de loop van de 19de en de 20ste eeuw. Het verankerd bakstenen gebouw steunt op een gecementeerde plint. De rechthoekige beluikte vensters en rechthoekige deur hebben arduinen dorpels. Het gebouw heeft een kwarthol geprofileerde en bepleisterde kroonlijst. Er bevindt zich een blinde steekboogvormige galerij aan zuid- en oostgevels. Aan de oostzijde staat een eenvoudige rechthoekige langsschuur onder zadeldak (Vlaamse pannen), uit het vierde kwart van de 19de eeuw of het eerste kwart van de 20ste eeuw.
Het U-vormig koetshuis is opgetrokken in dezelfde stijl als de hovenierswoning. Het betreft een bakstenen gebouw van één bouwlaag onder een leien zadeldak uit de 18de eeuw. In de steekboogvormige arcade met imposten zitten steekboogpoorten of -vensters.
Auteurs: Wylleman, Linda; Cox, Lise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Wylleman L. & Cox L. 2007: Kasteeldomein Weyninckhoven [online], https://id.erfgoed.net/teksten/166208 (geraadpleegd op ).
Kasteel Weyninckhoven, heden gemeentehuis. T-vormig classicistisch kasteel gelegen in beboomde tuin binnen brede rechthoekige omgrachting.
Eerste vermelding van "Wanhijchoeuen" zijnde woning van de familie Wannings, Wano of Waninga, in een charter van Sint-Rombouts van 1265. Het goed ontstond tussen de 10de en de 13de eeuw en in 1270 moet het in handen geweest zijn van ridder Goswinus Boch, die het goed, een omgrachte schans, aan de commanderij van Pitsemburg verkocht.
In 1421 vermeld als de hoeve "Wanecoven", bezit van ridder Wouter van der List maar kwam nog in hetzelfde jaar in handen van Joos van der Tanneriën. Voor een gedeelte leen van de heren van Mechelen en dit tot 1794. Pieter Pot kocht het goed in 1426. Geërfd door Machtel Pot met leenverhef voor het leenhof van Mechelen in 1474 en toen vermeld als een ridderlijk hof gelegen onder Kontich. Door erfenis van 1482 tot 1574 in handen van de familie van de Wervel Leenverhef door Lancelot 't Seraerts in 1574.
Vermoedelijk verwoest door de Staatse troepen in 1583-84 en circa 1598 herbouwd in steen. Toen was ook de "'t Seraertshoeve" aan het goed verbonden. Vermoedelijk de vroegere moederhofstad "Alleman van Wanninckhoven" een van de 24 moederhofsteden die de Sint-Baafsabdij van Gent in de streek bezat. In 1618 beschreven als hoeve "Wanichoven" met omwaterd huis. Bij familie 't Seraerts tot 1674. Daarna geërfd door van Eynatten en kwam zo in het bezit van familie van Halmale. Midden 18de eeuw werd de hoeve "Halman van Wijninckhoven" gesloopt en vervangen door twee huisjes. Bij aanpassing van het belastingssysteem werden in 1761 de grenzen tussen Kontich en Hove gewijzigd, zodat het kasteel voortaan tot het Hovese grondgebied werd gerekend. Leenverhef door Jonker J. du Moulin in 1792 en reeds op 27 september 1793 verkocht aan Helena Geelhand. Bleef in bezit van deze familie tot het in 1951 aan de gemeente werd verkocht.
In zijn huidige vorm is het een classicistisch gebouw met huiskapel, uit eind 18de eeuw - begin 19de eeuw, gelegen binnen een hofgracht en voorzien van hovenierswoning, stallen en koetshuis. In 1901 uitgebreid met een haakse vleugel aan zuidzijde. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bezet door het leger, en na de oorlog voor korte tijd tehuis voor zwakke kinderen.
Vanaf 1951 aangepast tot gemeentehuis naar ontwerp van A. Quittelier en nadien L. Loos. Op 1 juni 1952 in gebruik genomen en plechtig ingehuldigd op 21 december 1952. In jaren 1960 hersteld naar ontwerp van R. De Bruyn en W. Macken onder meer vernieuwen vloeren; herstelling dak, ramen; binneninrichting. Gevels, luifels en luiken hersteld in 1975
Een bakstenen brug met ijzeren poort, uit de 20ste eeuw, leidt naar de binnenplaats met rond grasperk. Aan zuidzijde het centraal gelegen kasteel (nok loodrecht op de straat) met aan noordoostzijde L-vormige hovenierswoning, (nok parallel aan de straat) en aan noordwestzijde U-vormig wagenhuis (nok loodrecht op de straat).
Kasteel met hoofdvleugel van vijf traveeën en twee bouwlagen onder schilddak (leien), aan oostgevel geflankeerd door haakse vleugel van één travee en drie bouwlagen onder schilddak (leien). Bepleisterd en beschilderd bakstenen gebouw op arduinen plint. Hoofdgestel met kordonlijst en kroonlijst. Sierlijke smeedijzeren windwijzer met koperen "Geelhand". Rechthoekige beluikte vensters op lekdrempels. Rechthoekige vleugeldeuren in vlakke arduinen omlijsting met kroonlijst, bordestrappen; beglaasde luifels
L-vormige hovenierswoning van één bouwlaag onder zadeldaken (leien), uit de 18de eeuw verbouwd in de loop van de 19de en de 20ste eeuw. Verankerd bakstenen gebouw op gecementeerde plint. Rechthoekige beluikte vensters en rechthoekige deur met arduinen dorpels. Kwarthol geprofileerde en bepleisterde kroonlijst. Blinde steekboogvormige galerij aan zuid- en oostgevels. Eenvoudige rechthoekige langsschuur onder zadeldak (Vlaamse pannen), uit het vierde kwart van de 19de eeuw of het eerste kwart van de 20ste eeuw (?) aan oostzijde.
U-vormig wagenhuis in dezelfde stijl als de hovenierswoning. Bakstenen gebouw van één bouwlaag onder zadeldak (leien), uit de 18de eeuw. Steekboogvormige arcade met imposten, waarin steekboogpoorten of -vensters.
Bron: PLOMTEUX G., STEYAERT R. & WYLLEMAN L. 1985: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 10n2 (Ho-Ra), Brussel - Gent.
Auteurs: Wylleman, Linda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Wylleman L. 1985: Kasteeldomein Weyninckhoven [online], https://id.erfgoed.net/teksten/13183 (geraadpleegd op ).