Bij een perceelsrand van een weiland staat een knotboom van zwarte populier. De boom is vermoedelijk een restant van een bomenrij die hier de grens van het perceel markeerde. De bollaards, zoals ze in de Westhoek worden genoemd, zijn hier als geriefhout en als perceelrandbegroeiing aangeplant. De natuurlijke populaties van zwarte populier zijn volledig verdwenen. Deze zeldzame populierensoort wordt nog sporadisch aangetroffen meestal als oude geknotte bomen in houtkanten, knotbomenrijen bij poelen, beken, grachten, perceelsgrenzen, op erven of in de buurt van boerderijen. Het merendeel van de gevonden relicten is te vinden in de ruime omgeving van het cultuurlandschap aansluitend bij de IJzervallei en Leievallei (Poperinge, Diksmuide, Veurne en Heuvelland). Het zijn steeds bomen die ooit door menselijk toedoen uit hun natuurlijk biotoop zijn weggehaald en die door het genetisch materiaal voortdurend te klonen, onder de vorm van pootmateriaal, in het landschap zijn blijven bestaan.