Voormalige abdijhoeve waarvan de inplanting opklimt tot de 13de - 14de eeuw. Woonstalhuis, schuur (aan straatzijde), wagenhuis en bakhuisjes (achterin) rondom verhard erf met waterput; omhaagde boomgaard en moestuin ten noorden en ten oosten.
Woonstalhuis van één bouwlaag met woonhuisgedeelte van drie traveeën onder afgewolfd zadeldak (riet, nok parallel aan de straat), gedateerd 1860 door middel van gesinterde steen in westgevel. Bakstenen lijst- en puntgevels, de oostgevel met vlechtingen. Rechthoekige beluikte vensters, en dito deuren, alle met houten lateien. Noordgevel met bewaarde opkamer en voutekelder, zuidzijde met vernieuwde staldeuren.
Ten westen van het woonstalhuis: langsschuur van vijf traveeën onder zadeldak (mechanische pannen, nok parallel aan de straat), te dateren in het eerste kwart van de 20ste eeuw. De bakstenen gevels met ruitvormige uilengaten en rechthoekige schuurdeuren onder betonnen latei.
Aan de noordzijde van het erf, verbouwd wagenhuis onder afgewolfd zadeldak (golfplaten, mechanische pannen, nok parallel aan de straat) en twee gekoppelde bakhuisjes (?) onder zadeldak (Vlaamse pannen, nok loodrecht op de straat). De bakstenen puntgevels met ankers, vlechtingen en rechthoekige muuropeningen.