De beek begeleidende houtkant van meer dan 300 m lang bestaat uit meerdere soorten. Een aantal soorten vertoont sporen van een traditioneel kapbeheer: es en haagbeuk als knotboom; schietwilg en els als hakhout. Een canadapopulier markeert er de hoek van een perceel en kraakwilg, meidoorn en vlier staan er vermoedelijk ten gevolge van natuurlijke uitzaaiingen. De schietwilg waarvan sprake (in oorsprong wellicht een hakhoutstoof) heeft een omtrek van circa 7 m en een totale hoogte van 25 m. Het is een enorm groot meerstammig exemplaar. Naast de houtopbrengst vervult de houtkant ook een belangrijke nevenfunctie, namelijk het vastleggen van de diep uitgesneden beekoever.
Auteurs: Van der Linden, Geert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)