Op traditionele wijze zijn twee lindebomen aangeplant bij de toegang van het erf. Dit is een zéér oud gebruik waarbij men geloofde dat door de zuiverende werking van de bomen de bewoners op het erf beschermd werden van kwade invloeden. De straatzijde van het erf is op het zuiden gelegen zodat de opgaande bomen ook als schermbeplanting functioneren. Vooral tegen de zon, maar ook tegen regen en wind werden de gebouwen, in het bijzonder de woning en de stallingen, beschermd. Ook het ingespannen paard kon onder de linden bescherming vinden tegen de zomerse zonnestralen. Het zijn twee zomerlinden waarvan de dikste een stamomtrek heeft van 230 cm en de tweede, iets jongere boom een stamomtrek van 158 cm.