Teksten van Appartementsgebouw De Schutter

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/13314

Appartementsgebouw De Schutter (beschermingsdossier) ()

Dit project verwezenlijkte Jo Crepain met het sinds 1976 (tot 1982) opgerichte ontwerp-coöperatief SILO (Studiebureau voor de Inrichting van de Leefomgeving), een samenwerking tussen hem en de architecten Etienne Hoeckx en John Mooens, interieurarchitect Steven Stals en tuinarchitect G. Van Looveren.

Na de afbraak van een wasserette in het centrum van Kapellen wou de opdrachtgever het vrijgekomen perceel van 15 meter breedte en 30 meter diepte invullen met een volume van 15 meter op 15 meter met op de begane grond twee winkelruimtes en op de twee bovenverdiepingen 4 appartementen en 1 studio. In 1979, werd naar ontwerp van dezelfde architect en in opdracht van dezelfde bouwheer het geheel uitgebreid met een kleiner gelijkvormig volume, gelegen aan de Pastoor Van Houdtstraat (nummer 3) met een doorgang naar een binnenkoer, te situeren achter het hoofdgebouw in de Engelselei. Oorspronkelijk bevatte dit volume op de begane grond twee winkels achter elkaar en op de verdieping twee appartementen, het volume aan de koer was bedoeld als magazijn.

Hoofdgebouw. De gemeentelijke bouwvoorschriften waren gunstig: voor één keer mocht er met een grote vrijheid gebouwd worden, met een plat dak én tot 9 meter kroonlijsthoogte. De uitwerking en compositie getuigen van een moderne architectuurtaal die -in vergelijking met voorafgaande werken (bijvoorbeeld de voormalige woning Francken)- neigt naar meer evenwicht en stabiliteit. Dit uit zich in een overheersende symmetrie waar met behoud van een moderne woordenschat tevens streekeigen referenties ingebracht worden.

Dit werk werd in 1981 bekroond met de Baksteenprijs: de jury waardeerde vooral de originaliteit en het belang van de ruimtelijke organisatie, tevens het bekwame materiaalgebruik en het uitdiepen van details. De ‘transparantie’ en geleding van de voorgevels worden enigszins verstoord door de later aangebrachte luifels (staal-glas) boven de etalagevensters. In de nummers 3, 4, 5 en 7 vonden er geen ingrijpende verbouwingen/wijzigingen plaats die het initiële concept sterk wijzigen of verstoren. In bepaalde appartementen (nummers 3 en 4) werd wel de badkamer vergroot. Naar verluidt zou appartement nummer 6 binnenin sterk aangepast/verbouwd zijn. Sinds 2002 werden de winkelruimten heringericht tot studio’s. In welke mate het volume in de Pastoor Van Houdtstraat aangepast/gewijzigd is is niet duidelijk daar de toegankelijkheid beperkt was.

Beschrijving

Het hoofdvolume met vierkant grondplan van drie bouwlagen onder plat dak wordt in de noordelijke voorgevel gedomineerd door een centrale opening van 8 meter diep en 4 meter breed, overdekt met een gebogen lichtdoorlatende koepel (kunststof). Deze "straatnis" fungeert als een soort as die het gebouw in twee identieke blokken verdeelt. De symmetrie wordt in de voorgevel versterkt door de gevelpartijen links en rechts op hun beurt nog eens in twee identieke helften op te delen. In de nis wordt de straat via een trap als het ware naar binnen getrokken tot bij een “binnenpleintje” met lantaarnpaal, 3 meter boven het straatniveau, onder de koepel, bedoeld als een soort van ontmoetingsplaats, waar de inkomdeuren van de appartementen op uitkomen. Met het oog op een ‘naadloze inpassing in het straatbeeld’ wordt geen betonsteen maar rode baksteen gebruikt als gevelsteen. Elk blok heeft een identiek opgevatte straat- en achtergevel. De straatgevels worden gedomineerd door grote vensterpartijen, door een stalen ligger (met I-profiel) opgesplitst in het inspringende etalagevenster van de voormalige winkels op de begane grond en het rondboogvenster van de zithoek van de vooraan gelegen appartementen op de verdieping. Bij laatstgenoemde bevindt zich ter hoogte van het centrale met metselwerk ingevulde venstervlak de open haard, zie de beeldbepalende, boven de gevel uitstijgende asbestcementbuis (rookkanaal). Boven de etalagevensters werden later kleine luifels (staal-glas) aangebracht.

De achteraan gelegen appartementen hebben een zithoek met eenzelfde rondbogige vensterpartij in de achtergevel die uitgeeft op een iets lager gelegen terras. De slaapverdiepingen zijn voorzien van vierkante vensters met stalen liggers als latei; in de nis, tevens rechthoekige vensters, gekoppelde vierkante vensters, smalle stroken van glastegels. Origineel stalen schrijnwerk, ook de inkomdeuren, op +1 met cirkelvormig ‘spionnetje’ (gewapend glas) en met bovenlicht, bij de nummers 3 en 7 uitspringend.

Opvallend zijn de uitvergrote huisnummers. Het inkompleintje is verhard met betontegels. De in de nis centraal geplaatste buitentrap is een steektrap met betonnen treden, een bakstenen getrapte leuning, aan één zijde voorzien van een buisvormige stalen greep en aan beide zijden eindigend op een gemetste bloembak. Buitenverlichting in de vorm van witte lichtbollen, onder meer vóór de etalagevensters, op de leuning van de buitentrap en aan de stalen lantaarnpaal.

Volume in de Pastoor Van Houdtstraat (nummer 3) van drie bouwlagen onder plat dak: bovenverdiepingen met een identieke gevelgeleding en -uitwerking zie baksteenmetselwerk, rondboogvenster, beeldbepalende asbestcementbuis als rookkanaal, vierkante vensters met stalen latei. Begane grond vermoedelijk aangepast.

Planindeling hoofdvolume. De begane grond wordt ingenomen door twee appartementen (oorspronkelijk twee winkelruimten); tussen beide een voor de bewoners ingedeelde gemeenschappelijke berging met verwarmingsinstallatie, zie de door het platform en dakkoepel doorlopende brede asbestcementbuis. Op de eerste verdieping vier duplexappartementen en één duplexstudio. Eén typeplan voor 4 appartementen waarvan twee aan de noordelijke voorgevel met haard en twee aan de zuidelijke achtergevel met terrassen aansluitend op de zitruimte. Tussen beide blokken (met elk twee appartementen) bevindt zich achteraan nog een studio met tevens een aansluitend terras.

Wooneenheden met veel licht en ruimte door dakkoepels of een beglaasd dakvlak (studio) en door toepassing van de split-level. Elk appartement telt twee verdiepingen. Op +1 een inkomhalletje met toilet, eethoek en keuken, 1 meter hoger de zitplaats, die aan de straatkant met open haard, die aan de tuinzijde met een lager gelegen zuid georiënteerd terras. Een koepel boven de trappartij laat het daglicht tot in het midden van het appartement binnenvallen. Een houten trappartij, waaronder een afgekaste (gebeitste grenen multiplex) berging met driehoekig venstertje, leidt naar de verdieping +2; een trap met deels gesloten, deels open treden, bordessen en voor het laatste (én steilste) deel voorzien van een geschilderde stalen buisleuning, eindigend op een bordes waar de bovenkamers op uitgeven. Een slaapkamer voor- en achteraan waartussen de badkamer. Slaapkamers van de vide gescheiden door middel van houten (gebeitste grenen multiplex) scheidingswanden, elk voorzien van een doorkijkje (luikje).

De studio is gelijkaardig opgevat; het daglicht valt hier binnen via een beglaasd lessenaarsdak ter hoogte van de noordgevel; op de verdieping bevindt zich slechts één kamer. Binnenmuren van betonsteen, vloerplaten van al dan niet geschilderde zichtbeton gedragen door stalen liggers met I-profiel, vloeren van bruine keramische tegels, op de slaapverdieping vloeren met een bekleding; badkamer met houten ondervloer. Binnenverlichting (plafond, wanden) tevens met witte lichtbollen; deze bleven slechts gedeeltelijk bewaard. Open haard met rechthoekige schouwmantel van baksteenmetselwerk. De door Steven Stals ontworpen binneninrichting en vast meubilair (kasten, keukenkasten, opbergmeubel, verbinding tussen twee niveaus, schabben, badkamermeubel…) zijn op maat vervaardigd in (voorgeplamuurde) spaanderplaat die oorspronkelijk veelal in een primaire kleur werd geschilderd; de bewaarde donkerblauwe kleur, bij de meeste appartementen nog terug te vinden, is oorspronkelijk.

  • BORKA M. en JANSSENS K., Jo Crepain Architect ‘73/03’, s.l. 2003.
  • MATTHU R., Jo Crepain. Een architectuur op de grens van codes, in Architectuur, nummer 1, 1995, Brussel, p. 47-61.

Bron: Beschermingsdossier DA002506
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Appartementsgebouw De Schutter [online], https://id.erfgoed.net/teksten/128911 (geraadpleegd op ).


Appartementsgebouw De Schutter ()

Appartementsgebouw met winkelruimten van 1979 naar ontwerp van SILO: Jo Crepain, Etienne Hoeckx en John Mooens. Behaalde Baksteenprijs 1981.

Symmetrisch opgevat U-vormig bakstenen gebouw van drie bouwlagen onder plat dak. Centrale overkoepelde trap naar appartementen. Accent op de rechthoekige overluifelde winkelpuien, waarop halfrond venster en centrale schoorsteen.

  • A plus, nummer 55, februari 1979, p. 23.
  • DE STANDAARD, 29-30 januari 1983, p. 2-4.

Bron: PLOMTEUX G., STEYAERT R. & WYLLEMAN L. 1985: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 10n2 (Ho-Ra), Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Appartementsgebouw De Schutter [online], https://id.erfgoed.net/teksten/13314 (geraadpleegd op ).