Langs een fietspad dat werd aangelegd op een oud wegtracé, ligt een met bramen begroeid perceeltje. In de perceelsstructuur zien we nog een relict van de vroeger in deze streek veelvuldig voorkomende wallen.

In de hoek van het perceel staat een oude hoekboom. Het is een zomereik met een knothoogte van 5 meter. Deze snoeivorm illustreert nog een traditioneel beheer in functie van het produceren van brand-, constructie- en geriefhout en het gebruik in functie van loofvoedering.