Achteraan de pastorietuin bij de ommuurde pastorie staat in de noordwesthoek een oude gekandelaarde haagbeuk die mogelijk zo oud is als de pastorie die in 1761 werd opgericht. Op de kaart van de Ferraris (circa 1775) zien we een tuin aangelegd volgens de regels en inzichten van die tijd. De tuin is traditioneel opgedeeld met een pad in kruismotief, verdeeld in vier tuinperken en omsloten met een haag. Het is echter uit deze weinig gedetailleerde kaart niet op te maken of deze boom er toen al stond. Dus mogelijk is de boom circa 250 jaar oud. In ieder geval moet de haagbeuk in het begin van de 20ste eeuw al een stevige honderdjarige boom geweest zijn, want men beweert dat de pastoor er een boomhut had in gemaakt. Jean-Paul Cuylits, een tijdsgenoot van Priester Daens, was pastoor van Strijtem in de periode 1898 – 1907. Hij had excentrieke trekjes en was er verantwoordelijk voor fantasie-, kleur- en belangrijke aanpassingen aan de kerk. Zijn gasten ontving hij in de pastorie. Tot groot jolijt van de gastheer klauterden de gasten langs een ladder de boom in want op de dikke takken van de haagbeuk werd toen een planken vloer getimmerd. De boomhut verdween, maar toen pastoor Cuylits Strijtem verliet in 1907 liet hij gelukkig wel deze geliefde boom staan. Boven de oorspronkelijke knothoogte van 2,5 m is tussen 8 gesteltakken een kelkvormige ruimte aanwezig, dit is het niveau van de boomhut. Hogerop zijn de gesteltakken op ongeveer 5 m gakandelaard. De vitale boom heeft een holle stam met een omtrek van 336 cm, een totale hoogte van bij de 10 m en een kruindoormeter van 14 m.