De kaphaag met gekandelaarde haagbeuken bevindt zich aan de zijde van een verruigd geriefhoutbosje bij een voormalige hoeve. De knotwilgenrij bevindt zich aan de andere zijde van de gracht, bij het weiland. De schietwilgen hebben een knothoogte van 2,5 m en een omtrek tot 259 cm. De haagbeuken zijn 'shredded trees', met een knothoogte van 3 tot 4 m en een omtrek tot 169 cm.
Het kandelaren is een oude snoeivorm waar bij alle zijtakken periodiek werden gesnoeid. Deze traditionele snoei staat gekend omwille van het gebruik voor loofvoedering en het oogsten van brandhout. In Engeland wordt deze oude snoeitechniek “shredding” genoemd.
- RACKHAM O. 1986: The History of the Countryside: The full fascinating story of Britain's landscape, London.