De in 1690 aangelegde dreef groeide uit tot de woonkern Meersel-Dreef. Na het verdwijnen van verschillende bomen bij een storm in 1921 en een verbreding van de weg in 1936 werd de dreef in 1992-1993 heraangelegd naar ontwerp van F. Geerts.

Historiek

Wegens de toeloop van katholieken uit de protestantse Verenigde Provinciën werd in 1690 vanaf de rijksgrens tot en met de eigendommen van het kapucijnenklooster een brede, rechte dreef van circa 1100 meter aangelegd. Deze dreef wordt reeds afgebeeld op de kabinetskaart van de Ferraris (1770-1778). Het klooster bezat het recht om langs de weg bomen te planten.

De nieuwe verbindingsweg ontwikkelde zich tot een belangrijke woonkern van het oude gehucht Meersel, die omwille van de aanwezigheid van de dreef sindsdien bekend staat onder de naam Meersel-Dreef. Door de aanleg van de Nieuw Dreef in 1711-1712 ontstond er een aansluiting met de oude baan naar Breda. Het zuidelijke straatgedeelte, tussen de kloostereigendommen en de watermolen in, werd pas aangelegd in de tweede helft van de 19de eeuw. Sinds de stichting van het Mariapark in het voormalige kloosterbos op het einde van de 19de eeuw - begin 20ste eeuw groeide Meersel-Dreef uit tot een toeristisch bedevaartsoord. Als belangrijke verbindingsweg met een invloedrijk klooster en een druk bezocht bedevaartsoord werd de dreef eeuwenlang bewoond door boeren, ambachtslieden, herbergiers en handelaars.

Een storm in 1921 vernielde veel oude bomen langs de dreef vanaf de brug over de Leiloop (ter hoogte van het klooster) tot aan de grens met Nederland. In 1936 werd de smalle kasseiweg verbreed. In 1992-1993 werd - naar aanleiding van riolerings- en wegeniswerken - de volledige dreef naar ontwerp van F. Geerts heraangelegd met een nieuwe, bredere bestrating.

Beschrijving

De noord-zuid georiënteerde dreef vormt samen met de evenwijdig lopende straat Heieinde ten westen het centrum van Meersel-Dreef, een gehucht in de noordwestelijke hoek van Meerle. De dreef wordt aan de oostzijde begrensd door het kapucijnenklooster. Het bedevaartpark Mariapark bevindt zich ten westen van de dreef.

Ten tijde van de verbreding van de dreef in 1936 gaf de Dreef ter hoogte van het klooster met zijn gebombeerd kasseien wegdek en zijn 70-tal omzomende oude beuken nog een indruk van het vroegere straatbeeld. Bij de heraanleg van de dreef in 1992-1993 werden de kasseien vervangen door klinkers. Nieuwe beplantingen werden voorzien van onder meer valse Christusdoorn en linden. Enkel ter hoogte van het Mariapark bleven nog oude beuken en eiken bewaard, afgestorven bomen zijn vervangen door jonge exemplaren.