erfgoedobject

Warandepark

landschappelijk element
ID
134005
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134005

Juridische gevolgen

  • is deel van de aanduiding als beschermd cultuurhistorisch landschap Kemmelberg en omgeving
    Deze bescherming is geldig sinds

Beschrijving

Warandepark in 1926 in landschappelijke stijl met riant karakter aangelegd bij een landhuis met dienstgebouwen in neorenaissancestijl, in 1925 opgericht naar ontwerp van de architecten Pil en Carbon.

Het Warandepark van circa 16 ha strekt zich uit over de zacht glooiende flanken van de Willebeek, die het kasteelpark van west naar oost in twee snijdt. Het domein ligt op de oostflank van de Kemmelberg en ten zuiden van de dorpskern van Kemmel. Op het terrein ontspringt eveneens de Sint-Laurentiusbron, waaraan geneeskundige krachten worden toegeschreven. Het park ligt in de zuidelijke as van het kasteelpark van Kemmel.

Het park werd ingericht op gronden die in eigendom waren van de kasteelheren van Kemmel. Het terrein bestond volgens de militaire topografische kaart van 1911 voornamelijk uit weilanden en in de zuidwestelijke hoek bos doorsneden door een dreefje tot aan een driehoekige vijver. Vanuit het noordoosten, vlak naast de motte van het kasteel van Kemmel, vertrok eveneens een dreef (de huidige Kasteeldreef). Op de militaire topografische kaart van 1865 en de nog oudere Ferrariskaart (1771-1777) is dit nog één lange kaarsrechte dreef omringd door bossen. Naar verluidt stond er voor de Eerste Wereldoorlog een jachthuis op het domein. Andere bronnen spreken van een houten chalet die als tijdelijke woonst voor de familie Bruneel fungeerde tijdens de bouw van het nabijgelegen nieuw kasteel van Kemmel. Marie Delva, weduwe van senator en provincieraadslid Louis Bruneel, kocht in 1884 het kasteel van Kemmel en bijhorende eigendommen van Robert de Maulde. Haar zonen Gustave en Hubert werden in 1898 in de adelstand verheven, in 1929 verkregen ze het recht om ‘de Warande’ aan hun naam toe te voegen.

De Eerste Wereldoorlog liet ook in Kemmel zijn sporen na. Het domein en het kasteel van Kemmel werden volledig verwoest. De Kemmelberg zelf bleef buiten strijd, maar werd nagenoeg kaalgekapt om aan de grote vraag naar hout te voldoen. Na de oorlog konden getroffen eigenaars een aanvraag tot schadevergoeding indienen. In het gemeentearchief van Kemmel wordt nog een lijst bewaard die een “Opname en schatting der boomen, plantsoenen, taillie en sparren vernietigd op de eigendommen van Madame Bruneel-Delva te Kemmel” weergeeft. De lijst dateert van 15 januari 1920 en is opgesteld door notaris Emile Thevelin en Henri Gruson, boswachter te Kemmel. Hieruit blijkt dat de Warande overwegend beplant was met eiken (120 stuks), gevolgd door canadapopulieren (23 stuks) en verder nog vier essen, een iep, drie Italiaanse populieren en drie abelen. Daarnaast wordt de waarde van de bomen ook bepaald aan de hand van de stamomtrek. Voor de minder courante soorten gaat het om omtrekken tussen de 2,5 en 1 meter omtrek gemeten op 150 cm hoogte. Bij de eiken werden vier categorieën opgenomen waarbij de dikste eiken een geschatte stamomtrek van 2,5 meter hadden.

Het Warandekasteel

In 1925 liet de kleinzoon van Marie Delva, baron Jacques Bruneel (1891-1964) samen met zijn echtgenote Marie-Antoinette Cécile de Montalembert d’Esse, op het hoogste punt van het domein een kasteel met dienstgebouwen in neorenaissance stijl oprichten. Het kasteel met U-vormig grondplan annex dienstgebouw is een ontwerp van de Oostendse architecten C. Pil & H. Carbon. Het gebouw uit gele baksteen beslaat twee bouwlagen onder een leien zadeldak met vorstkam. Ronde huistorens onder tentdak op ondermeer de hoeken en in de oksels van de vleugels verhogen het imposante karakter van het gebouw. De naar het oosten georiënteerde voorgevel van zeven traveeën is rijkelijker uitgewerkt met onder meer een steektrap tussen balustrade bekroond door twee leeuwen. De leeuwen dragen een wapenschild van respectievelijk de familie Bruneel en van de familie de Montalembert. De zuidelijke zijgevel heeft een veranda met korfboogarcade op geblokte pilasters en een bekronend terras met aflijnende balustrade. Tegen de noordgevel bevinden zich het voormalig koetshuis en stallingen rondom een geplaveide binnenplaats, toegankelijk via een inrijpoort voorzien van achtzijdige torentjes. Daarnaast ook broeikassen en een landgebouw. In 1979 werd het goed aangekocht door de gemeente, sindsdien vervult het de functie van gemeentehuis en -park.

Het Warandepark

Het Warandepark, in 1946 in de kadastrale legger als “lusttuin” omschreven, is omstreeks 1926 aangelegd in landschappelijke stijl met riant karakter. Het park straalt een landelijke rust uit. Zoals veel kasteelparken uit de wederopbouwperiode zijn de boomsoorten van eerste grootte gekozen in functie van nut en sier met de nadruk op groeikracht, houtopbrengst en herfstkleuren. De op de oprijlaan na onverharde wegen en paden in het park vertonen de grote ellipsen van parken uit het laatste kwart van de 19de eeuw. De wintergroene en bontbladige sierbomen en –struiken omkaderen het kasteel en de aanhorigheid en fungeren als blikvangers langs de zichtassen. Zo staan in de oostelijke hoek van het terrein twee geelbonte cultivars van de Californische en Hinokicypres (Chamaecyparis lawsoniana en Chamaecyparis obtusa) als eindpunt van een zichtas vanuit het kasteel. De opslag van jonge bomen langsheen de Willebeek, maakt dat deze bomen hun rol als blikvanger momenteel niet vervullen.

Een opmetingsplan uit 1969 van meetkundige J. De Meijere geeft het grondplan van het kasteelpark weer. Het Warandepark bestaat ten noorden van de Willebeek uit één uitgestrekt weiland met inplanting van het kasteel en een hellingbos als parkbos ten zuidwesten van dit grasveld en twee uitgestrekte weilanden ten zuiden van de Willebeek. In de weiden staan losse bomengroepen. Op de Willebeek zijn twee grotere en drie kleinere landschappelijke vijvers aangelegd. Een greenbelt met een haag van veldesdoorn (Acer campestre) onttrekt de weilanden en het kasteel aan het zicht van buitenaf. Het padennet bestaat grotendeels uit twee grote ovalen, aangelegd op de grens tussen greenbelt en open ruimte. In de noordelijke lus bij het kasteel liep oorspronkelijk ook een paadje dat de oevers van de beek en de vijvers volgde. De hoofdingang van het domein ligt aan de Bergstraat waar een heuphoog bakstenen muurtje het belang van deze toegang onderstreept. Zowel vanop de Dries, de Kemmelstraat als de Kasteeldreef is er een secundaire toegang. Zowel aan de hoofdtoegang als aan de ingang vanuit de Kasteeldreef bevinden zich witgeschilderde eenvoudige hekken in een buizenconstructie uit het interbellum. Deze zijn identiek aan het hek dat toegang geeft tot het domein Geelhand de Merxem (kasteel van Kemmel) en getuigt van de vroegere band met het domein.

Bomen

De boomsoorten in de bomengroepen tussen de weilanden, het parkbos en de greenbelt zijn voornamelijk Amerikaanse eik (Quercus rubra, o.m. 277 cm, 275 cm stamomtrek, standaard gemeten op 150 cm hoogte) en tamme kastanje (Castanea sativa, o.m. 276 cm) naast zomereik (Quercus robur, o.m. 191 cm), gewone haagbeuk (Carpinus betulus, o.m. 182 cm), gewone beuk (Fagus sylvatica, o.m. 277 cm en 265 cm) en bruine beuk (Fagus sylvatica ‘Atropunicea’, o.m. 213 cm), gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus), witbonte gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus ‘Variegata’), gewone es (Fraxinus excelsior, o.m. 287 cm, 248 cm) en schaarse gewone plataan (Platanus x acerifolia o.m. 370 cm en 269 cm), Oostenrijks den (Pinus nigra ssp. nigra) Noorse esdoorn (Acer platanoides), grauwe els (Alnus glutinosa, o.m. 138 cm) en grootbladige linde (Tilia platyphyllos).

In de struiklaag staan zaailingen van gewone esdoorn en gewone es, gewone lijsterbes (Sorbus aucuparia), boskers (Prunus avium), grauwe abeel (Populus x canescens), gewone sneeuwbal (Viburnum opulus) naast aangeplante en uitgezaaide scherpe hulst (Ilex aquifolium), bontbladige hulst (Ilex aquifolium ‘Argenteovariegata’), gewone taxus (Taxus baccata, o.m. 118cm op 0,30m), gewone taxus met geelgrande naalden (Taxus baccata ‘Aureovariegata’), gewone hazelaar (Corylus avellana), gewone laurierkers (Prunus laurocerasus ’Rotundifolia’).

De kruidlaag onder de bomen is er op vele plaatsen goed ontwikkeld met o.m. kleinbladige klimop (Hedera helix), boshyacint (Hyacinthoides non-scripta), dagkoekoeksbloem (Silene dioica) en plaatselijk ook vingerhoedskruid (Digitalis purpurea) en vermoedelijk ook taxa van het eiken-beukenbos op rijke gronden zoals bosanemoon (Anemona nemorosa), grote muur (Stellaria holostea), gele dovenetel (Lamiastrum galeobdolon), gewoon speenkruid (Ficaria verna subsp. bulbilifer) en witte klaverzuring (Oxalis acetocella) en sinds de laatste decennia ook stikstofbinders als bramensoorten (Rubus spec.), gewone vlier (Sambucus nigra) en grote brandnetel (Urtica dioica).

Vermeldenswaard zijn de enorme Marylandica populieren (Populus x canadensis ‘Marylandica’, o.m. 530 cm en holle stam) en de torenhoge zuilvormige Canadapopulieren (Populus x canadensis ‘Serotina de Selys’, 248 cm incl. klimop) in de omgeving van de Willebeek en vier schietwilgen (Salix alba, o.m. 305 cm). Als sierboom komen verder in het park voor: witte paardenkastanje (Aesculus hippocastanum), gewone treurbreuk (Fagus sylvatica ‘Pendula’, o.m. 227 cm met voet- en kop-ent) en een bontbladige gewone es (Fraxinus excelsior ‘Argenteovariegata’) die het predikaat ‘zeer zeldzaam’ krijgt in het boek van B.K. Boom.

In de omgeving van het kasteel staan prieelberk (Betula pendula ‘Camperdownii’, 53 cm), blauwe Atlasceder (Cedrus atlantica ‘Glauca’, 348cm), zuilvormige Atlasceder (Cedrus atlantica ‘Fastigiata’, 297 cm en 269 cm), zilverlinde (Tilia tomentosa), Japanse ceder (Cryptomeria japonica, ca. 170 cm en 160 cm), reuzenlevensboom (Thuja plicata, 235 cm en 217 cm, beide voetmeting en 171 cm), Californische cypres (Chaemacyparis lawsoniana ‘Lane’) en purperbladige gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus ‘Purpureum’, om. 268 cm incl. dikke klimopstammen).

  • Kadasterarchief West-Vlaanderen, Mutatieschetsen Heuvelland, afdeling 4 (Kemmel), 1926/100.
  • Gemeentearchief Kemmel, Lijst van door WO I vernielde bomen op de eigendommen van madame Bruneel Delva (15.01.1920).
  • Topografische kaarten van België, Herziening derde editie, Militair Cartografisch Instituut, uitgegeven in 1900-1930, schaal 1:20.000.
  • BAERT K. 2011: Kemmel Voorwaarts. De West-Vlaamse heuvels aan de vooravond van 1914 in: BAERT K. (red.), Histories van Heuvelland. Bijdragen ter herinnering aan Hubert Masquelin, Heuvelland, 4-6.
  • PRIEM V. 1998: Kastelen en landhuizen in de Westhoek, Ieper, 40-47.

Auteurs: van den Bossche, Herman; Michiels, Marijke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is deel van
    Kasteel De Warande

  • Is deel van
    Kemmel

  • Is deel van
    West-Vlaamse heuvels en omgeving


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Warandepark [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134005 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.