erfgoedobject

Park van het Kasteel de Eiken

landschappelijk element
ID
134048
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134048

Juridische gevolgen

Beschrijving

Neoclassicistisch landhuis vermoedelijk gebouwd rond 1800, aangepast aan het begin van de 20ste eeuw met bouw nieuwe dienstvleugel en ontpleisterd in 1956; landhuis omgeven door park in landschappelijke stijl van 1 hectare 59 are.

De site van het huidige kasteel De Eiken wordt op de Ferrariskaart (1771-1775) weergegeven met twee afzonderlijke volumes, elk op hun omhaagd perceel en door een laantje verbonden met het oostelijk gelegen Gravenbos. Op het 'plan géométrique de la commune de Humbeek', zonder datum, vermoedelijk 1807, en op de kadasterkaart uit 1821 van J. Gulikers wordt een verschillende situatie afgebeeld, die nauw aansluit bij de huidige: een landhuis evenwijdig met de straat en, haaks daarop tegen de noordrand van het perceel, de losstaande dienstvleugel, ongetwijfeld met koetshuis en stallingen. Volgens de Primitieve kadastrale legger werd het huis omgeven door een perceel 'lustgrond' ("terrain d'agrément") van 68 are. Daarachter lag een bosperceel van 83 are in tweeën gedeeld door de vermelde, op de Primitieve kadasterkaart in stippellijn aangegeven laan naar het Gravenbos. Het landgoed, eigendom en buitenverblijf van een zekere Lampo uit Brussel, omvatte ook een langgerekte moestuin van 95 are, ten zuiden van de lustgrond en het bosperceel. In het huidige kasteel is het (vermoedelijk) rond 1800 gebouwde neoclassicistische landhuis nog herkenbaar – met een ligging die beantwoordt aan het 18de-eeuwse model 'vivre entre cour et jardin', een symmetrisch 'dubbelhuis', twee bouwlagen hoog en negen traveeën breed onder een leien schilddak, met een driehoekig fronton boven de drie middelste traveeën, oorspronkelijk wellicht met bepleisterde gevels. De Primitieve indeling van het landgoed, inclusief het bosperceel met de laan naar het Gravenbos, komt min of meer terug op de 19de-eeuwse stafkaarten (1864, 1892). Op de oostgrens van het bos wordt bovendien een kanaalachtige, 50 m lange en 15 m brede vijver afgebeeld. De stafkaart van 1892 toont ten zuiden van het landgoed bovendien een sierplantsoen, dat ontsloten wordt door een 8-vormig pad, ongeveer 72 are groot, maar op het kadaster noch op de latere stafkaarten is daar iets van terug te vinden.

In 1901 liet een nieuwe eigenaar, Henri Lieutenant (de achtste sinds Lampo), aan de tuinzijde een haaks volume van twee bouwlagen onder een afgesnuit zadeldak toevoegen. Deze dwarsvleugel werd aan de noordzijde geflankeerd door een aanbouw van één bouwlaag, de onderbouw voor een wintertuin van glas en hout en, rond 1908, aan de zuidzijde door een veranda van dezelfde materialen. De middentravee van de voorgevel werd voorzien van een toren met een afgetopte leien naaldspits, bekroond met siersmeedwerk en geflankeerd door getrapte vleugelstukken. De hoofdingang en de zuidelijke zijingang kregen ver uitstekende, beglaasde gieten smeedijzeren luifels met een vage art-nouveauinslag. Aan de oospronkelijke 'lustgrond' van 68 are werd de vroegere moestuin gevoegd, zodat er een 'lusthof ' van 1 hectare 59 are ontstond. De oude dienstvleugel tegen de noordelijke grens van het domein werd vervangen door een nieuwe conciërgewoning met aanpalende dienstruimten op de plaats van de voorgaande – een langgerekt complex bestaande uit verschillende bakstenen volumes van één en twee bouwlagen op een afgeschuinde sokkel van breuk- en hardstenen onder gecombineerde zadel- en schilddaken met zwarte pannen en met traditionele en rustieke elementen zoals imitatiespekbanden en pseudovakwerk en zelfs wat art nouveau (een groot raam in de achtergevel). In het verlengde maar los daarvan kwam er een serre en enkele jaren later, in dezelfde trant, een kleine oranjerie. Het nieuwe koetshuis aan de zuidrand van de uitgebreide lusthof was een bakstenen, boerderijachtig gebouw zonder enige opsmuk. Buiten de lusthof kwam er een tweede serre, omgeven door een moestuin van 48 are.

Nadat het domein nog eens vier keer van eigenaar veranderde, kwam het in 1956 in handen van Manuel Gernaert, die het landhuis ontpleisterde, de toren verwijderde – waarbij misschien een oorspronkelijk driehoekig front met oculus werd hersteld – en tot zijn huidige T-vormige plattegrond herleidde door de haakse vleugel aan de achterzijde met twee traveeën uit te breiden en de volumes in de oksels te slopen (4). De glazen luifels waren al tijdens de oorlog verdwenen.

Het door Lieutenant heraangelegde landgoed wordt gedetailleerd afgebeeld op een opmetingsplan, gevoegd bij een notariële akte van 1923. Het toegangshek tussen witstenen pijlers, pal tegenover de voordeur van het kasteel, geeft toegang tot een ereplein, heden met een grasrotonde en omlopend gekasseid pad, volgens oude ansichtkaarten ooit met een bolle bloemencorbeille of een bloemperk met een tuinvaas en afgezoomd met rozen. Het plein wordt aan de linkerzijde afgesloten door de dienstvleugel, aan de rechterzijde door een groenmassiefje, dat de moestuin buiten het gezichtsveld houdt en aansluit bij een miniatuurlandschapje met een met rotswerk omgeven heuveltje en een slingerende waterpartij met cascades – duidelijk geïnspireerd op de rotstuinen van de 'Nouveau Jardin pittoresque'. Het park achter het kasteel omvat het bosperceel (nu zonder centraal pad), de oorspronkelijke 'lustgrond' en het langgerekte moestuinperceel uit de tijd van Lampo, en de paden volgen min of meer de grenzen van deze Primitieve percelen. Ze lopen zoals gebruikelijk in parken in landschappelijke stijl niet helemaal recht en liggen een beetje ingediept, zoals men nog steeds kan vaststellen. De haagbeuken (Carpinus betulus) langs sommige delen van hun traject laten vermoeden dat ze ooit door hagen of groene palissades werden afgezoomd.

Het park omvat twee langwerpige ruimtes:

1° de noordelijke ruimte, circa 50 m breed en 220 m diep, is gestoffeerd met boom- en struikmassiefjes – onder meer met taxus (Taxus baccata), Pontische rododendron (Rhododendron ponticum), grootbladige hulst (Ilex x altaclarensis 'Belgica') – en omzoomd door hoogstammig groen. De zichtas vanuit het kasteel, in 1923 bijna 200 m lang, is in de loop van de jaren door natuurlijke opslag en verbossing met de helft ingekort. De bomen die door Lieutenant werden aangeplant – tamme kastanje (Castanea sativa), bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea'), grauwe abeel (Populus canescens), zomeik (Quercus robur), zomerlinde (Tilia platyp­hyllos) – zijn duidelijk herkenbaar met hun 2 tot 3 m stamomtrek. Een monumentale bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') is het enige relict van de 19de-eeuwse aanplantingen.

2° de zuidelijke strook, circa 30 m breed en 220 m diep, eindigt bij een vijvertje – een ingekorte versie van het vroegere 'kanaal'. Op de heuvel naast de vijver zou volgens het opmetingsplan een paviljoen hebben gestaan. Door de 'quincunx' van fruitbomen halverwege was er in deze strook geen sprake van een zichtas.

Deze structuur, met sterk overdreven kronkels op de stafkaart van 1930 weergegeven, bepaalt nog grotendeels het huidige uitzicht. De moestuin werd door de huidige eigenaars nieuw leven ingeblazen en tussen de oranjerie en het kasteel verscheen een kleine, met buxushaagjes afgezoomde parterretuin. De rotstuin met de cascades werd gerestaureerd of gereconstrueerd. Het park werd verrijkt met onder meer een collectie Malus en weinig courante soorten als vaantjesboom (Davidia involucrata var. vilmoriniana). Recentelijk werd in de noordelijke strook, in de as van het kasteel, een landschappelijke vijver aangelegd.

Merkwaardige bomen (opname 17 mei 2001)
Het cijfer in vet geeft de stamomtrek in centimeters weer. De omtrek wordt standaard gemeten op 150cm hoogte.

  • 10. bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') 469
  • Kadaster Vlaams-Brabant, Oudste kadastrale legger 212 Humbeek, art. 174 en art. 1313.
  • Kadaster Vlaams-Brabant, Oude kadastrale legger 212A Humbeek, art. 2187.
  • Kadaster Vlaams-Brabant, Kadastrale opmetingsschetsen Humbeek 1902 nr. 2, 1909 nr. 7 en 1958 nr. 7.
  • DEMOL S. & VANWETSWINKEL J., Groot Grimbergen tussen 1900-1958: facetten van het dorpsleven in vier deelgemeenten, Nieuwkerken-Waas, Het Streekboek, 2002.
  • VAN DAMME M., Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen. Inventaris van het bouwkundig erfgoed: gemeente Grimbergen, Brussel, Afdeling Monumenten en Landschappen, 2005, p. 300-303.

Bron: DENEEF, R., 2011. Historische tuinen en parken van Vlaanderen - Noordwestelijk Vlaams-Brabant: Affligem, Asse, Grimbergen, Kapelle-op-den-Bos, Londerzeel, Meise, Merchtem, Opwijk, Wemmel, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: Deneef, Roger; Wijnant, Jo; Van Damme, Marjolijn
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Het Kasteel de Eiken en aanhorigheden

  • Is deel van
    Voordestraat


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Park van het Kasteel de Eiken [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134048 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.