In 1700 deels gerestaureerde, deels heropgebouwde norbertijnenpastorie met ommuurde tuin, oorspronkelijk 90 are met een door twee padenkruisen ingedeelde voortuin, sinds 1960 gereduceerd tot 42,5 are.
In 1700 werd op last van de abdij van Grimbergen de nog geen 50 jaar oude maar vervallen pastorie gesloopt en op dezelfde plaats – waarschijnlijk ook op dezelfde funderingen – met het afbraakmateriaal heropgebouwd. Dit verklaart wellicht de ingewikkelde structuur, de zichtbare bouwnaden, de verspringing van de traveeën (acht in de voorgevel, negen in de achtergevel), de verspringingen in de dakhelling en de achtergevel en misschien ook de oriëntatie van het gebouw. Het staat haaks op de in 1677 aangelegde dreef tussen de kerk en het kasteel (de huidige Folletlaan), atypisch voor de 18de eeuw, toen het model 'vivre entre cour et jardin' de aanleg van talrijke pastorieën en landhuizen ging bepalen. Door latere veranderingen werd de 'leesbaarheid' nog meer bemoeilijkt. De pastorie in traditionele bak- en zandsteenstijl onder een leien zadeldak met dakruiter, oorspronkelijk met kruiskozijnen, werd nog in de 18de eeuw aan de westzijde met twee traveeën in dezelfde stijl uitgebreid. Ze verschijnt al in haar huidige gedaante op een figuratieve kaart opgemaakt in 1769-1770 door C.J. Everaert (in J. Verbesselt verkeerd gedateerd als 1687). De tiendschuur stond ten noordwesten van de pastorie, eveneens haaks op de dreef.
Everaert geeft ook interessante details over de tuin weer. De oude toegang tot het pastoriegoed bevond zich waarschijnlijk in het noorden; vanaf het kerkplein leidde een pad tussen de huizen naar de voordeur. De voortuin werd hierdoor in tweeën gedeeld, elk deel met een padenkruis – vermoedelijk een combinatie van 'nut en sier', groenten, kleinfruit, bloemen en bloeiende struiken in omhaagde parterres. In 1770 was deze toegang al afgesloten. De huidige toegang – een recht pad vanaf de Folletlaan – werd waarschijnlijk aangelegd tijdens de heropbouw van de pastorie, toen de tuin langs het noorden en het westen met een muur werd omgeven. Langs de oost- en de zuidzijde vormde een haag de afsluiting. In de zuidelijke helft van het pastoriegoed, door Everaert blanco gelaten, stonden mogelijk fruitbomen. De Primitieve kadasterkaart opgemaakt door P.F.J. Sablon in 1821, sluit vrijwel naadloos aan bij de kaart van Everaert, maar de oude tiendschuur is verdwenen en ten zuiden van en evenwijdig met de pastorie is er een nieuw gebouw verschenen, ongetwijfeld de dienstvleugel met schuur en stal. De zuidgrens van het goed wordt gevormd door een spatelvormige, 5 tot 8 m brede gracht (eigenaardig genoeg niet blauw gekleurd op de kadasterkaart), die op de figuratieve kaart van 1769-1770 niet voorkomt, maar niettemin een relict kan zijn van een oude ringgracht. Rond 1880 werd deze gracht gedempt.
De dienstvleugel ten zuiden van de pastorie werd rond 1898 afgebroken en vervangen door het huidige koetshuis ten noordwesten van de pastorie. De serre of wintertuin, die het koetshuis met de pastorie verbond, werd in de jaren 1950, toen de pastorie ingrijpend werd gerestaureerd, gesloopt en vervangen door een neotraditionele rondboogpoort. Deze poort verdween op haar beurt om plaats te ruimen voor een beglaasde verbinding in 1999-2003, toen de pastorie andermaal werd gerestaureerd en als gemeentelijke muziekacademie ingericht. De omheiningsmuur langs de Folletlaan is bekend als de Laermansmuur, naar de Brusselse kunstschilder Eugène Laermans (1864-1940), die hem meermaals als achtergrond voor zijn schilderijen gebruikte. Hij bestond al in de 18de eeuw, werd in 1855 gedeeltelijk hersteld en bij de recentste restauratiecampagne heropgebouwd, zodat de laatste sporen van de tiendschuur, die ertegenaan was gebouwd, werden uitgewist. In zijn huidige vorm gaat het om een verspringende bakstenen muur onder een afgeknotte ezelsrug. In de afgeschuinde hoek aan de toegangsweg naar de pastorie werd in 1855 een kapelletje opgericht tere ere van 'Onze-Lieve-Vrouw van Betrouwen'. De muur aan de noordzijde werd opgetrokken rond 1960, toen de noordgrens van pastoriegoed bijna 20 m naar het zuiden werd verlegd. Met het oog op de uitbreiding van het gemeentepark (zie kasteel van Wemmel*) gebeurde rond 1980 iets vergelijkbaars aan de oostzijde. Hierdoor werd het pastoriegoed met meer dan de helft gereduceerd tot de huidige 42,5 are.
De door kruispaden ingedeelde parterres ten noorden van de pastorie – nog zichtbaar in de 'Atlas cadastral de Belgique' van P.C. Popp (1860) – zijn sinds lang verdwenen. Een ansichtkaart van rond de Eerste Wereldoorlog toont de voortuin in zijn huidige informele gedaante – met een afbuigend pad tussen gazons met enkele bloemperken, struikmassieven, een Italiaanse populier links in beeld en, nabij de voordeur van de pastorie, de nog bestaande Ierse taxus (Taxus baccata 'Fastigiata'), intussen uitgegroeid tot respectabele afmetingen.
Het ronde lindeprieel (Tilia platyphyllos) aan het oostelijke uiteinde van de pastorie bevindt zich buiten de ansicht, maar was er toen ongetwijfeld al. Op het hoogste gedeelte van de tuin, tegen de in 1960 gebouwde tuinmuur, staat een treurbeuk met eigenaardig kronkelende gesteltakken, misschien Fagus sylvatica 'Tortuosa', een cultivar die uitzonderlijk als treurbeuk werd gebruikt. Aan de oostrand van de pastorietuin, in het gedeelte dat recentelijk in het aanpalende gemeentepark als noordelijke ingang werd geïntegreerd, staan nog enkele oude bomen: een bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea'), een bontbladige esdoorn (Acer pseudoplatanus 'Leopoldii'), een tamme kastanje (Castanea sativa) en een treures (Fraxinus excelsior 'Pendula'). De rest van de beplanting is opgeschoten wildgroei – bijvoorbeeld de tweestammige es (Fraxinus excelsior) in de voortuin – of van recente datum – de twee Italiaanse cipressen (Cupressus sempervirens) in de achtertuin
Merkwaardige bomen (opnamen 20 december 1999 en 19 juni 2007)
Het cijfer in vet geeft de stamomtrek in centimeters weer. De omtrek wordt standaard gemeten op 150cm hoogte.
Bron: DENEEF, R., 2011. Historische tuinen en parken van Vlaanderen - Noordwestelijk Vlaams-Brabant: Affligem, Asse, Grimbergen, Kapelle-op-den-Bos, Londerzeel, Meise, Merchtem, Opwijk, Wemmel, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: Deneef, Roger; Van Damme, Marjolijn
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Dr. H. Folletlaan
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Tuin van de Pastorie van de Sint-Servatiusparochie [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134079 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.