is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Villa Wouters met tuin
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Herenhuis
Deze vaststelling was geldig van tot
Vrijstaand burgerhuis met koetshuis gebouwd rond 1880 omgeven door gedeeltelijk ommuurde siertuin van 39 are met landschappelijke aanleg en een nutstuin met een padenkruis.
De weduwe Thérèse Wouters liet rond 1880 langs de Stationsstraat aan de zuidoostelijke rand van de dorpskern een villa bouwen, die nog in hoge mate beantwoordt aan het model dat rond het midden van de 19de eeuw het uitzicht van de meeste landhuizen bepaalde: een bepleisterd, dubbelhuis (symmetrisch met de voordeur in het midden) van twee bouwlagen op een souterrain en een lage dakverdieping als mezzanine, bekroond met een schilddak. Langs de straatzijde werden de raampjes van de mezzanine echter herleid tot een fries met met open en trigliefen. De straatgevel is rijker versierd dan de andere gevels: vensteromlijstingen van stucwerk, geprofileerde cordonlijsten, balusters van de borstweringen op de verdieping en een door geblokte pilasters afgelijnde middentravee met dakvenster (recentelijk verdwenen), balkon en trappenbordes. Zoals blijkt uit oude ansichten, werden de ornamenten geaccentueerd door de kleurstelling: helder voor de muurvlakken, donker voor de versieringen (momenteel is het omgekeerd). De lage vleugel met gefiguurzaagde daklijst rechts van het huis herbergde de dienstvertrekken (keuken, wasplaats en sanitair) met, dwars hierop, het koetshuisje. Langs de straatzijde werd het goed afgesloten door een fraai smeedijzeren hek op een lage bakstenen muur.
De schuine stand van het huis ten opzichte van de straat wordt verklaard door de oude oriëntatie van de akkerpercelen in het Kampenhoutveld. Mogelijk lag tussen het toegangshek en de villa ooit een kleine rotonde met rozenperkjes of bloemencorbeilles. Momenteel wordt deze ruimte in beslag genomen door een hoog massief van rododendrons (Rhododendron ponticum), laurierkers (Prunus laurocerasus), blauwe atlasceders (Cedrus atlantica 'Glauca') en andere ‘evergreens’. De gekasseide oprit naar het achtergelegen koetshuis volgt waarschijnlijk nog het oorspronkelijke tracé. Het perceel waarop de weduwe Wouters haar landgoed gestalte gaf – een trapezium met de villa tegen de noordrand – was nog geen 40 are groot, maar omvat alle ingrediënten van het traditionele landgoed: een kleine landschappelijke 'lusttuin' in de taps toelopende ruimte links van de villa; het nutsgedeelte achter de villa. In 1906 werd een zuidelijke strook van 34,5 are van het oorspronkelijke tuinperceel van 80 are 88 centiare afgesplitst. In de kadastrale legger wordt deze strook (nu de F. Verstraetenlaan) als bouwland omschreven, zodat men mag aannemen dat ze nooit deel heeft uitgemaakt van de echte tuin.
Het landschappelijk gedeelte van de tuin beantwoordt aan het klassieke schotelmodel: een centraal, uitgeschulpt gazon met opgehoogde randen, waarop het gros van de beplanting is aangebracht. Op het heuveltje in de zuidwesthoek, uiteraard opgeworpen met de aarde afkomstig van de uitschulping, stond wellicht ooit een paviljoen of een prieel. De oorspronkelijke sierbeplanting is nog grotendeels aanwezig: ginkgo (Ginkgo biloba), zomerlinde en hangende zilverlinde (Tilia platyphyllos, Tilia petiolaris) en misschien ook het onooglijke bruine beukje tegen de villa aan – in feite een bijzonder zeldzame cultivar met gedraaide takken én bruine bladeren (Fagus sylvatica 'Tortuosa Purpurea'), een spin-off van de uit de streek van Reims afkomstige 'kronkelbeuk' of 'Faux de Verzy' (vernoemd naar het dorpje op de Montagne de Reims waar ze van nature voorkomen), die soms als alternatief voor de treurbeuk werd verkocht. De hemelboom (Ailanthus altissima), de nootkacipres (Chamaecyparis nootkatensis 'Pendula') en de treurbeuk (Fagus sylvatica 'Pendula') zijn vermoedelijk van latere datum.
In het vlakke nutsgedeelte achter de villa hebben de groenten plaats geruimd voor gazon dat overschaduwd wordt door bomen als magnolia (Magnolia x soulangeana), weymouthden (Pinus strobus), goudbonte reuzenlevensboom (Thuja plicata 'Zebrina')..., maar het oorspronkelijke padenkruis bleef behouden en ook een deel van de traditionele afzoming van de compartimenten: buxushaagjes geflankeerd door 'plate-bandes', stroken voorbehouden voor bloemen en sierstruikjes. De moestuinen waren meestal een combinatie van 'nut en sier'. In de bakstenen muur, die de tuin langs de noord- en westzijde omsluit, bleven nog de spijkers bewaard uit de tijd dat ze met leifruit waren bespannen. Van de Italiaanse populieren (Populus nigra 'Italica'), die op oude ansichtkaarten de villa omlijsten en zorgen voor een arcadische ambiance, is er slechts één exemplaar overgebleven, in de zuidhoek van de moestuin.
Merkwaardige bomen (opname 5 juni 2007)
Het cijfer in vet geeft de stamomtrek in centimeters weer. De omtrek wordt standaard gemeten op 150cm hoogte.
Bron: DENEEF, R., 2009. Historische tuinen en parken van Vlaanderen - Ten noordoosten van Brussel: Kampenhout, Kraainem, Machelen, Steenokkerzeel, Vilvoorde, Wezembeek-Oppem, Zaventem, Zemst, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: Deneef, Roger; Wijnant, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is gerelateerd aan
Villa Wouters
Is deel van
Kampenhout
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Villa Wouters met tuin [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134115 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.