omvat de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve Lindenhof
Deze vaststelling is geldig sinds
Rond 1720 een gesloten, met een ringgracht omgeven hoevecomplex met een 'huis van plaisantie', een moestuin en een boomgaard, later ook met een lusttuin van 36 are en een als oprit bedoelde, 1 km lange dreef; huis in 1914 verwoest, vervolgens heropgebouwd en recentelijk ingrijpend gerestaureerd; recente uitbreiding van bijna 2 hectare met landschappelijke aanleg.
Over de geschiedenis van het Lindenhof (ook kasteel van Otto genoemd) aan de zuidrand van het gehucht Houtem, is weinig geweten. In het werk van J. Verbesselt wordt het omschreven als het oude hof van Houtem. De naam Lindenhof is van recente datum; op de Ferrariskaart (1771-1775) wordt het aangeduid als 'Cense Ter Schrick'. Het wordt in het kaartboek van de abdij van Ter Kameren (1716-1720) afgebeeld als een gesloten, met een ringgracht omgeven complex. Het hoofdgebouw bevindt zich in de noordoostelijke hoek van het eilandje, parallel aan de huidige Damstraat. Een brug over de ringgracht geeft uit op de voordeur van het hoofdgebouw, dat trouwens maar één bouwlaag en drie traveeën telt. De aanbouw ten zuiden van het hoofdgebouw en de evenwijdige vleugel aan de overzijde van de binnenplaats lijken op de figuratieve kaart niet veel meer dan half zo hoog te zijn als het hoofdgebouw. De twee vleugels zijn door muren met elkaar verbonden. De ruimte tussen de Damstraat en de ringgracht is een in drie bedden verdeelde moestuin, het beboomde perceel aan de andere kant is een boomgaard.
Deze terreinindeling vinden we nagenoeg ongewijzigd terug op de Primitieve kadasterkaart, opgemaakt door J. Marchand in 1813. De voortuin (perceel nr. 134), die honderd jaar eerder als een moestuin wordt afgebeeld, blijkt volgens de kadastrale legger een "hof van vermaek" van 36 are te zijn. De moestuin is een perceeltje (nr. 134bis) van 16 are ten zuiden van het Hof. Een boomgaard van 1 hectare 28 are (perceel nr. 137) strekt zich zoals in 1720 uit ten westen van het hof. Het gebouwencomplex wordt in een "huis" (nr. 136) en een "pachthof" (nr. 136bis) opgesplitst. De landmeter van hetkadaster moet behoorlijk geïmponeerd zijn geweest door het hoofdgebouw, want het wordt op de kaart (niet in de legger) met de term 'kasteel' vereerd. De toenmalige eigenaar, Jean de Moor de Mentock, die het als buitengoed gebruikte, bezat ook enkele huisjes met bijbehorende hovingen (percelen nrs. 130133) aan de overzijde van de "wandeldreef " (nr. 129), samen met 26 hectare omliggende landbouwgrond. Deze 'wandeldreef ' – de huidige Otto de Mentockdreef – werd vermoedelijk rond 1800 aangelegd en was wellicht niet uitsluitend voor passieve recreatie bedoeld, maar ook als ceremoniële toegang tot de Moors buitengoed. Oorspronkelijk ongeveer 12 m breed loopt hij lijnrecht over een afstand van 1 km tot aan de steenweg Brussel-Mechelen (sinds 1835 onderbroken door de spoorweg Brussel-Mechelen). Op circa 200 m van het landhuis splitst een even brede zijtak zich af, die na 300 m doodloopt in de beemden. Deze raadselachtige vertakking, op de Primitieve kadasterkaart weergegeven als een 18 m brede rotonde, duidt misschien op een ruimer project, dat om een of andere reden niet werd gerealiseerd. De ringgracht werd in de jaren 1870, onder het eigenaarschap van Daniel Otto de Mentock, grotendeels gedempt en aan de Damstraat werd het nog bestaande koetshuis annex paardenstal opgetrokken. Vlak voor de Eerste Wereldoorlog werd ten zuiden van het landgoed een perceel bouwland aangesproken voor de bouw van drie serres. Bij het begin van de oorlog werd het complex door de Duitsers platgebrand, op het koetshuis na. Het huidige, grotendeels ommuurde complex is het resultaat van de heropbouw en een recente, ingrijpende restauratie, waarbij het oude uitzicht van het hoofdgebouw werd gerespecteerd, maar de bijgebouwen grondig werden gewijzigd. De toegang aan de Otto de Mentockdreef (de Primitieve 'wandeldreef ') geeft via een zandstenen brug uit op een grotendeels gekasseide binnenplaats. Het door een grintpad en haagbeukhagen omringde gazon in de voortuin herinnert aan de Primitieve lusttuin. Aan de achterste vleugel herinnert alleen nog een fragment in de vorm van een schuur. Buiten enkele paardenkastanjes (Aesculus hippocastanum) langs de Damstraat zijn er geen oude bomen aanwezig. De onverharde Otto de Mentockdreef wordt momenteel afgezoomd door canadapopulieren (Populus x canadensis), halverwege onderbroken door laagvertakte zomereiken (Quercus robur). De huidige eigenaars lieten op het vroegere akkerperceel van bijna 2 hectare ten westen van het hof een tuin in landschappelijke stijl aanleggen.
Bron: DENEEF, R., 2009. Historische tuinen en parken van Vlaanderen - Ten noordoosten van Brussel: Kampenhout, Kraainem, Machelen, Steenokkerzeel, Vilvoorde, Wezembeek-Oppem, Zaventem, Zemst, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: Deneef, Roger; Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Hoeve Lindenhof
Is gerelateerd aan
Aanhorigheid van het Lindenhof
Is deel van
Otto de Mentockdreef
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Tuin van de Hoeve Lindenhof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134144 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.