erfgoedobject

Villa Eetveld met park

bouwkundig / landschappelijk element
ID
134160
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134160

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Villa Eetveld met park
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Wederopbouwvilla uit 1930 omgeven door vroeglandschappelijk park met vijver ('rivier'), aangelegd in 1812-1820.

Het domein Eetveld wordt door historicus Alphon­se Wauters een tot de middeleeuwen reikende stamboom toegedicht. Noch op de Ferrariskaart (1771-1778) noch op de omstreeks 1812 vervaardigde ontwerpversie van de Primitieve kadasterkaart wordt in het Kerkveld, halverwege de dorpskern van Eppegem en het Impelkasteel, echter enig gebouw afgebeeld. Het kasteel Eetveld verschijnt pas op de definitieve versie van de Primitieve kadasterkaart, die rond 1820 door Rossignon werd opgemaakt. Het was een imposant gebouw, witgepleisterd, met een rechthoekig grondplan van zeven bij vijf traveeën, twee bouwlagen en een souterrain onder een schilddak. De gelijkenis met het nabijgelegen Impelkasteel is opvallend, vooral door het classicistische middenrisaliet met trappenbordes en rondboogvensters in de voorgevel. Het kasteel lag op 60 m van de Grimbergsesteenweg, aan de zuidrand van een 'lusthof ' van meer dan 6 hectare. De beek die het domein dwarste, diende als uitgangspunt voor een spoelvormige, landschappelijke vijver van 35 are. In de zuidwestelijke hoek van het domein werden de moestuin (35, 5 are) en de tuinierswoning (mogelijk met stal en koetshuis) ondergebracht. De door de toenmalige eigenaar, graaf Charles-Joseph de Villegas de Clercamps (of zijn landschapsarchitect) beoogde vormgeving werd aanvankelijk gedwarsboomd door een vreemde enclave in de noordwesthoek, die pas rond 1840 in het Villegasdomein kon worden geïntegreerd. Het park van de Villegas besloeg voortaan meer dan 8 hectare.

De stafkaart van 1864 toont een toestand die in 1932 nog nagenoeg identiek was: een centrale open ruimte met de vijver als middelpunt en gestoffeerd met enkele boom- of struikmassieven. Deze ruimte werd omgeven met een bomengordel van groene en bruine beuk (Fagus sylvatica en F.s. 'Atropunicea'), plataan (Platanus x hispanica), tamme kastanje (Castanea sativa), zomereik (Quer­cus robur) en – langs de westelijke grens van het domein – ook veel ruwe iep (Ulmus glabra). Een aantal tamme kastanjes, zomereiken, platanen en groene en bruine beuken getuigen nog van deze vroege fase. De toegang tot het domein bevond zich op de hoek van de Grimbergsesteenweg en de Lichtweg (de huidige Baron de Royedreef). Op de kaart van 1892 wordt in het breedste gedeelte van de vijver, die vanuit het kasteel gezien een brede, langsstromende rivier moest voorstellen, een eilandje afgebeeld. De versmalling aan de westzijde van de vijver werd overspannen door een boogbrug, waarvan slechts de met rotsblokken beklede aanzetten bewaard bleven.

Zoals gebruikelijk in de 19de eeuw werd de uitgegraven specie architecturaal benut: de langgerekte heuvel tussen de vijver en de Baron de Royedreef en het ronde heuveltje in de noordwestelijke hoek van het park werden ongetwijfeld met de uitgegraven grond aangelegd. Het aanlegconcept was misschien niet helemaal introvert. Het laatstgenoemde heuveltje, waarop wellicht een paviljoen of een prieel prijkte, laat niet alleen een zichtlijn vermoeden binnen het park (van het kasteel over de vijver naar het heuveltje), maar ook een uitkijk op het omgevende landschap. Een belangrijke, pittoreske zichtlijn vanuit het kasteel naar de boogbrug van rotswerk groeide in de loop van de jaren dicht met bomen en struiken (vergelijk de stafkaarten van 1909 en 1932). Na 1860, onder het eigenaarschap van baron, grootgrondbezitter en burgemeester Albert de Roye de Wichen, werden nog enkele nuts- en comfortelementen toegevoegd, zoals een serre en een wasserij, maar de vroeg 19de-eeuwse structuur van het landgoed bleef ongewijzigd. De beukendreef langs de oostrand van het domein dateert waarschijnlijk uit die periode. Dit geldt misschien ook voor de moerascipres Taxo­dium distichum 'Pendens') nabij het kasteel en de Kaukasische vleugelnoten (Pterocarya fraxinifolia), die nog op twee plaatsen in de vorm van wortelopslag opduiken.

Het Eetveldkasteel werd in 1914 samen met het nabijgelegen Wolfslinde door de Duitsers in brand gestoken. De wederopbouw liet op zich wachten tot halverwege de jaren 1930. De villa die de nieuwe eigenaar, Léon de Meester de Betzenbroeck, liet optrekken is merkelijk kleiner dan het oude kasteel en heeft een L-vormige plattegrond. Ze verenigt elementen uit de traditionele bouwkunst (mansardedaken, oeils-de-boeuf, zelfs dakvensters met palladiaanse serliana's), de cottagearchitectuur (de monumentale schoorsteen) en het modernisme (gladde onversierde muurvlakken). De slingerende oprit naar het kasteel liet hij aflijnen met rode bastaardpaardenkastanje (Aesculus x carnea). Een hevige uitbarsting van de iepenziekte vernietigde in 1980-1981 een deel van de bomengordel, vooral langs de westrand van het domein. Het merendeel van de door de Roye aangeplante beuken in de dreef langs de oostrand werd platgelegd door de januari- en februaristormen van 1990. Het sterk schommelende waterpeil van de vijver, wat vermoedelijk verband houdt met een nabijgelegen waterwinning in een zandleemgebied – veroorzaakt niet alleen problemen van esthetische aard, maar is vermoedelijk ook de oorzaak van het kwijnen van een aantal parkbomen, vooral zomereiken.

Geslaagde, recente toevoegingen (1988) zijn de met buxus afgezoomde rozen- en vaste plantenparterres en een 'groene kamer' – een met een hoge haagbeukhaag omgeven plantsoen met magnolia's (Magnolia x soulangeana, M. liliflora 'Nigra') – ten zuidwesten van het kasteel. Opvallend is ook de rijke voorjaarsvegetatie met bosanemoon (Ane­mone nemorosa) en wilde hyacint (Hyacinthoides non‐scripta), die door de huidige eigenaars werd uitgebreid.

  • Mondelinge mededelingen i.v.m. de storm van 1990, de heer en mevrouw Bernard Cosyns.
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Oudste kadastrale legger 212 Eppegem, art. 72 nrs. 16-23 en nr. 49.
  • Oudste kadastrale legger 212 Eppegem, art. 652 nrs. 138-139.
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Kadastrale opmetingsschets Eppegem 1840/5, 1866/48 en 1936/15.
  • VERBESSELT J., Het parochiewezen in Brabant tot het einde van de 13de eeuw, (X), Brussel, Koninklijk Geschied- en Oudheidkundig Genootschap van Vlaams-Brabant, 1969, p. 236, en
  • VER ELST A., Kleine encyclopedie van Groot Zemst, Nieuwkerken-Waas, Het Streekboek, 1995.
  • WAUTERS A., Histoire des environs de Bruxelles, VIc, heruitgave van de editie van 1855, Bruxelles, Editions Culture et Civilisation, 1972, p. 22.

Bron: DENEEF, R., 2009. Historische tuinen en parken van Vlaanderen - Ten noordoosten van Brussel: Kampenhout, Kraainem, Machelen, Steenokkerzeel, Vilvoorde, Wezembeek-Oppem, Zaventem, Zemst, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: Deneef, Roger; Wijnant, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Villa Eetveld met park [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134160 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.