Landschappelijk park van circa 20 hectare, met een vijver met een heuveleiland, aangelegd rond 1880 tussen een vandaag verdwenen pachthoeve en een eind 19de-eeuwse villa, overgaand in bos; aansluitend circa 25 hectare boomgaard opgesmukt met Italiaanse populieren en hangende zilverlinden; diverse bijgebouwen.
In 1876 werd het Hof ter Singelen, een pachthoeve aan de zuidrand van Wormelaarbos, samen met een gedeelte van het bos en het Linterpoortenveld, in totaal 27 hectare, door de erfgenamen van gravin Caroline Roose verkocht aan Martial Deudon d'Heysbroeck uit Muizen bij Mechelen. Het Wormelaarbos, nog dubbel zo groot op de Ferrariskaart (1771-1775), was rond het midden van de 19de eeuw gereduceerd tot 4 à 5 hectare aan de zuidrand. Het gebied, dat zonder veel animo via de Molenbeek en het kasteeldomein van Relegem naar de Zenne afwatert, bestaat uit natte, podzolachtige bodems met periodiek grote wateroverlast, weinig geschikt voor landbouw of fruitteelt, maar de landbouwcrisis, die rond 1850 haar hoogtepunt bereikte, had tot gevolg dat ook marginale gronden voor ontginning in aanmerking kwamen. In 1864 was het bos volgens de eerste stafkaart gereduceerd tot de zuidelijke rand, maar dankzij Deudon zou daar snel verandering in komen. De hoeve werd verder verpacht, maar 500 m oostwaarts aan de Wormelaarstraat liet hij een villa bouwen, met enige overdrijving als "château" aangeduid op de stafkaarten – een tweelaags bakstenen gebouw met venster- en deurneggen en sommige vensterlijsten van witte steen en met een leien schilddak, arduin voor de met bollen bekroonde topstukken van de dakkapel en de tot klokgevel uitgewerkte ingangstravee. Het baksteenmetselwerk is momenteel wit geschilderd. Enkele jaren later volgde een klein koetshuis. Aan de ingangen van het domein verschenen sierlijke smeedijzeren hekken, sommige tussen bak- en zandstenen pijlers.
Hoewel het gebouw op de stafkaarten van 1892 en 1909 als 'château' wordt aangeduid, was het voor de Deudons, die in Muizen bleven wonen, niet veel meer dan een jachtpaviljoen. De ruimte tussen de huidige Wormelaarstraat, Singelstraat en Nayakker – ongeveer 22 hectare, inbegrepen het Hof ter Singelen en het resterende gedeelte van het Wormelaarbos – veranderde grondig van uitzicht. De poelen bij het hof werden samengevoegd tot een vijver met golvende omtreklijnen, min of meer een '8' op stafkaart van 1892, en nadien uitgebreid in noordoostelijke richting tot in het herbeboste noordelijke gedeelte (volgens de stafkaart van 1909). Door het opstuwen en uitgraven van kleine beken of grachten werden in de 19de eeuw tal van 'rivierlandschappen' gecreëerd en de 400 m lange, spoelvormige, tot 70 m brede 'rivier' beantwoordt aan dit model. Met de uitgegraven specie werd 'stroomafwaarts' een 6 m hoog heuveleiland aangelegd. De bakstenen boogbrug bij het sterk versmallende gedeelte achter (ten noordoosten van) het eiland, evengoed de arm van een klassieke eendenkooi, suggereert dat deze vijver ook een rol kon spelen in het jachtritueel. De ruïne van een bakstenen paviljoentje op de top van het eilandje was wellicht geen lustpaviljoen, maar een loerhuisje. Dat Wormelaar vooral als jachtdomein werd gebruikt, blijkt ook uit de rustieke fazantenkooi in het bos ten noorden van de vijver, een met banden en lijsten van gesinterde baksteen en knoestige stammen versierd bakstenen gebouwtje met een open voorbouw.
Op de stafkaart van 1892 vormt een west-oostgerichte dreef de scheiding tussen de beboste noordelijke helft en de open zuidelijke helft, een met bomengroepjes gestoffeerde weide, die aan de zuid- en westrand door een houtwal wordt afgeschermd en door slingerpaden ontsloten. In 1909, na de aanleg van de huidige vijver, is de bosgrens bijna 200 m naar het zuiden verschoven; de open ruimte is gereduceerd tot een smalle strook tussen het Hof ter Singelen en de villa. De paden in het beboste gedeelte zijn rechtlijnig, maar de nieuwe vijver wordt omkaderd door slingerpaden, die min of meer evenwijdig lopen met de oevers, en een slingerende weg ten zuiden van de weide verbindt het hof met de villa. Deze 4 m brede weg loopt halverweg tussen 2 m hoge wallen, overschaduwd door taxussen (Taxus baccata). In 19de-eeuwse landschappelijke parken komen vaak kunstmatige holle wegen voor, soms als aanloop naar een boeiend vergezicht, element van afwisseling en contrast, hier misschien ook als jachtstelling.
Bij de aankleding en omkadering van deze open ruimte spelen bruine beuken (Fagus sylvatica 'Atropunicea'), hangende zilverlinden (Tilia petiolaris), Amerikaanse eiken (Quercus rubra), witte paardenkastanjes (Aesculus hippocastanum) en platanen (Platanus x hispanica) een belangrijke rol. In het bos ten noorden van de vijver – deels gemengde bestanden van zomereik (Quercus robur), beuk (Fagus sylvatica) en gewone es (Fraxinus exceslior) of homogene bestanden van canadapopulier (Populus x canadensis) – komen geen siersoorten voor. Op het Hof ter Singelen werd verder geboerd, maar de kouter tussen de Singelstraat (circa 25 hectare) werd met fruitbomen (appel, peer, pruim) beplant en om het arcadische karakter te benadrukken werd de boomgaard opgesmukt met Italiaanse populieren (Populus nigra 'Italica'). Tussen het Hof en het kasteel Linterpoorten werd een 400 m lange dreef van tamme kastanjes (Castanea sativa) aangeplant, met hangende zilverlinden op de uiteinden. De oude idee van de 'ferme ornée', een met decoratieve elementen omkaderd landleven, is niet veraf.
Het Hof ter Singelen verdween tijdens de Tweede Wereldoorlog. Op enkele maïsakkers na, is alle landbouwactiviteit in de weidestrook binnen het park weggevallen. Grote oppervlakten werden ingepalmd door ruigtevegetaties. Het fruitbomenbestand op de kouter tussen Wormelaar en Linterpoorten – sommige perelaars met bijna 2 m stamomtrek – is in de loop van de jaren sterk uitgedund, maar de weiden worden nog altijd begraasd. Rond 1960, onder het eigenaarschap van baron Paul d'Anethan, werden bij een aanpassing van het kadaster 19,5 hectare park of parkbos in rekening gebracht.
Merkwaardige bomen (opnamen 19, 21 en 26 augustus 2003)
Het cijfer in vet geeft de stamomtrek in centimeters weer. De omtrek wordt standaard gemeten op 150cm hoogte.
Bron: DENEEF, R., 2009. Historische tuinen en parken van Vlaanderen - Ten noordoosten van Brussel: Kampenhout, Kraainem, Machelen, Steenokkerzeel, Vilvoorde, Wezembeek-Oppem, Zaventem, Zemst, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: Deneef, Roger; Wijnant, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Deneef R. & Wijnant J. 2009: Parkbos van Wormelaar met villa [online], https://id.erfgoed.net/teksten/146963 (geraadpleegd op ).
Villa uit einde 19de eeuw, met interessant volumespel dankzij de wisselende dakvorm (geschubde leien); sobere versiering door middel van lisenen ter ondersteuning van de gevel die uitloopt op een rijker uitgewerkte dakkapel.
Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs: Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Van Aerschot S. 1975: Parkbos van Wormelaar met villa [online], https://id.erfgoed.net/teksten/312479 (geraadpleegd op ).