Burgerhuis uit het derde kwart van de 18de eeuw, verbouwd in 1880 door dokter Isidoor Mertens met aanleg van informele tuin van 53 are met enkele grote bomen.
Het burgerhuis in de spie tussen de Brusselsesteenweg en de oude weg naar Grimbergen (de huidige Leopoldstraat) werd vermoedelijk gebouwd in de jaren 1760, niet lang na de aanleg van het rechte baanvak tussen Eppegem en Zemst. Het komt nog niet voor op een figuratieve kaart van 1756 maar wel op de Ferrariskaart (1771-1775). Het huis paalt zonder achteruitbouwstrook aan de steenweg, de nok van het zadeldak loopt evenwijdig met de as van de steenweg. Volgens de Primitieve kadasterkaart (1812) had het gebouw een L-vormige plattegrond. Rond 1880 liet de nieuwe eigenaar, dokter Isidoor Mertens, de dwarsvleugel afbreken en kreeg het huis zijn huidige uitzicht: een dubbelhuis, de voordeur in het midden, met vijf traveeën en twee bouwlagen, aan de straatzijde met beluikte steekboogvensters, onder een zadeldak (momenteel kunstleien) met dakkapellen. Zoals gebruikelijk werd het heterogene, door verbouwingen geteisterde metselwerk verstopt onder bepleistering met schijnvoegen, nu witgeschilderd aan de straatzijde. Mertens liet het bijgebouw, waarin Jan Gyselinck enkele jaren voordien een drukkersatelier had gevestigd, ombouwen tot een gebouw met twee rondboogpoorten; het omvatte de koetsenstalling, de paardenstal, de wasplaats en een hangar. De diverse percelen die het eigendom vormden, werden versmolten tot een bijna driehoekige 'hof ' van 53 are, en aansluitend bij het koetshuis werd ook een broeikas gebouwd. In 1909 werd het goed verkocht aan dokter Pieter De Maeyer, wiens nakomelingen het nog steeds bewonen.
Het gedeelte van de 'hof ' van dokter Mertens links van het huis was zonder twijfel de nu nog herkenbare lusttuin met uitgeschulpt gazon, omgeven met bruine beuken (Fagus sylvatica 'Atropunicea'), met enkele beelden, massieven van taxus (Taxus baccata) en buxus (Buxus sempervirens), een hazelaar (Corylus avellana), een magnolia (Magnolia x soulangeana), enkele fruitbomen, langs de steenwegzijde afgeschermd door een taxushaag. Een stapeltje zandsteenknollen is een relict van een rotspartij met een fontein die vanuit de regenwaterput werd gevoed. Van wandelpaden is geen spoor meer. Opmerkelijk was een als 'etageboom' geknotte zilverlinde (Tilia tomentosa), die echter tijdens een voorjaarstorm in 2003 zwaar werd verminkt. Rechts van het huis en afgescheiden van de straat door een bakstenen muur lag (en ligt nog in gereduceerde vorm) de moestuin. Daarin staat een laurierboom (Laurus nobilis), die merkwaardigerwijs de strenge winters van de 20ste eeuw heeft overleefd.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Oudste kadastrale legger 212 Zemst, art. 1540 (Gyselinck), 1698 (Mertens) en 2325 (De Maeyer).
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Kadastrale opmetingsschetsen Zemst 1877 nr. 25 (drukkerij) en 1884 nr. 2 (afbraak dwarsvleugel, bouw serre, vorming tuin).
- DE MAEGD C., Bouwen door de Eeuwen heen – arrondissement Halle-Vilvoorde, Gent, Snoeck-Ducaju, 1977, p. 811.
- WAUTERS A., Histoire des environs de Bruxelles, VIc, heruitgave van de editie van 1855, Bruxelles, Editions Culture et Civilisation, 1972, p. 44.