De villa werd in 1908 gebouwd door Arthème Loriers, één van de dorpsnotabelen (in 1923 voorzitter van het 'Bureel van Weldadigheid'), en is omgeven door een informele tuin van 70 are, waarin enkele verbazingwekkend dikke bomen zijn bewaard gebleven.
De meest westelijke en tevens recentste villa, de laatste in de rij – zowel ruimtelijk als chronologisch – langs de Overbeekstraat, werd in 1908 gebouwd door Arthème Loriers, één van de dorpsnotabelen (in 1923 voorzitter van het 'Bureel van Weldadigheid'). Het ging om een bescheiden specimen van laateclectische architectuur, typisch voor een groot aantal villa's uit die tijd, naast de opkomende cottagearchitectuur: baksteenmetselwerk met ontlastingsbogen van blekere bakstenen en speklagen van witte glazuurstenen, op een plint van onregelmatige arduinen breukstenen, een zadeldak met een trapgevel langs de straatzijde, gecombineerd met een schilddak (nu met grote eternietleien). De ordonnantie van de trapgevel herinnert aan de 'Brugse travee': een van de grond opgaande nis die hier in drie afzonderlijke boogjes eindigt. Er was geen afzonderlijk dienstgebouw, maar aan de westzijde bevindt zich een eenlaagse uitbouw onder een plat dak en in het hoofdgebouw doorlopende speklagen, bedoeld als garage.
De villa vormde (en vormt nog steeds) het middelpunt van een lusttuin van 80 are, later verkleind tot 70 are. De informele structuur van deze tuin wordt weergegeven op de stafkaart van 1932: open ruimte rond de villa, omgeven door een gordel van hoogstammige bomen, die mogelijk later naar het zuiden toe werd opengelegd. De zoom langs die zijde bestaat momenteel uit laagstammige appelaars. De tuin wordt ontsloten door een dubbele lus van paden en heel het domein wordt omringd door een haag van eenstijlige meidoorn (Crataegus monogyna). Verbazingwekkend zijn de afmetingen van sommige bomen – bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea'), Amerikaanse eik (Quercus rubra), plataan (Platanus x hispanica) en zilveresdoorn (Acer saccharinum 'Laciniatum') met stamomtrekken tot 3,70 m – in een beplanting die nog geen eeuw oud is.
Merkwaardige bomen (opname 31 mei 2002)
Het cijfer in vet geeft de stamomtrek in centimeters weer. De omtrek wordt standaard gemeten op 150cm hoogte.
- 1. zilveresdoorn met ingesneden blad (Acer saccharinum 'Laciniatum') 342
- 15. gewone plataan (Platanus x hispanica) 371
- 21. reuzenlevensboom (Thuja plicata) 245, talrijke afleggers
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Oudste kadastrale legger 212 Geetbets, art. 1108 nrs. 4, 37, 38, 41, 45-48 en oude kadastrale legger 212A Geetbets, art. 1108 nrs. 46 en 48.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Kadastrale opmetingsschetsen Geetbets 1909/14, 1913/9 (herkalibrering straat) en 1914/28 (bouw veranda aan achterzijde).
- LEUS G., De heren van Geetbets. Kroniek van de rijke historiek van een dorp "zonder" geschiedenis, Geetbets, Limes Gatia i.s.m. het gemeentebestuur van Geetbets, 1999, p. 270.