erfgoedobject

Kasteeldomein Tallon

bouwkundig / landschappelijk element
ID
134177
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134177

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteeldomein Tallon
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Notaris Arnold Tallon, vanaf 1885 burgemeester van Geetbets, liet in 1879 dit herenhuis bouwen. Het huis kreeg twee bijgebouwen: één vlak naast het huis, en een koetshuis tegen de Oudestraat aan. Van een in 1838 gebouwde hoeve langs de Steenstraat, liet Tallon een gedeelte als tuiniers- of conciërgewoning inrichten. Het gebouwtje achter het huis, van rond 1914, herbergde vermoedelijk een installatie om acetyleengas voor de verlichting te maken. Het landhuis is omgeven door een landschappelijk park van circa 1 hectare, met centraal gazon omringd door een gordel van bomen.

Notaris Arnold Tallon, vanaf 1885 burgemeester van Geetbets, liet in 1879 op de Molenkouter ten noorden van de dorpskern een herenhuis bouwen. Het beantwoordde grotendeels aan het rond die tijd gangbare model voor landhuizen: een symmetrisch dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen, met de voordeur in het midden, witgepleisterd, onder een leien schilddak. De enige versiering zijn geblokte lisenen tussen de traveeën van de benedenverdieping. Het mansardedak werd mogelijk aangebracht bij een van de latere verbouwingen, bijvoorbeeld die van 1891, ter vervanging van een oorspronkelijke mezzanine. Het huis stond aan de zuidrand van een lusttuin ("jardin d'agré­ment") van 1 hectare 8 are en kreeg twee bijgebouwen: één vlak naast het huis, en een koetshuis aan de overzijde van de tuin, tegen de Oudestraat aan. Tot het eigendom behoorde ook een in 1838 gebouwde hoeve langs de Steenstraat, waarvan Tallon een gedeelte liet afbreken en de rest als tuiniers- of conciërgewoning inrichtte. Het gebouwtje achter het huis, dat in 1914 door het kadaster wordt geregistreerd, herbergde vermoedelijk een installatie om acetyleengas voor de verlichting te maken. In 1950 werd de ruimte tussen het landhuis en de eerstgenoemde aanhorigheid dicht gebouwd, nadat eerder de zuidgevel tot een blinde wachtgevel was herbouwd. De lage, min of meer modernistische aanbouw onder een zadeldak past daar niet zo goed bij.

Op de stafkaart van 1886 wordt het parkje van Tallon getoond enkele jaren na de aanleg: een bijna vierkant perceel van iets meer dan één hectare, met het kasteel in de zuidoosthoek en wegen die een dubbele lus beschrijven. De hoofdtoegang, gevormd door een prachtig smeedijzeren hek tussen bakstenen pijlers (op arduinen sokkels en met dito banden en dekstenen), bevond zich op de hoek van de Oudestraat en de Steenstraat. In die omgeving bleef nog een stuk van de meidoornhaag (Crataegus monogyna), die de oorspronkelijke omheining vormde, bewaard. De stafkaart van 1904 toont nog hetzelfde beeld, maar in 1932 lijkt de oppervlakte meer dan verdubbeld. Het achterliggende perceel 156a, anderhalve hectare groot, werd met fruitbomen beplant en met een brede gordel bosplantsoen afgezoomd. De golvende rand van dit plantsoen suggereert dat Paul Storms, schoonzoon van notaris Tallon en toenmalige eigenaar, ook esthetische bedoelingen had. Het boomgaard-bosperceel liep ook naadloos over in het oorspronkelijke park. In 1964 werd dit perceel door het kadaster opnieuw als weide omschreven en van enige sierbeplanting is niets meer te bespeuren.

Het huidige park, herleid tot zijn oorspronkelijke dimensie, bestaat uit een open ruimte, omgeven door hoogstammig plantsoen, dat aan de oostrand bijna een bos vormt waarin het koetshuis verscholen ligt. De parkwegen afgebeeld op de stafkaart van 1886 bleven bewaard en worden nog gebruikt. Typisch voor de landschappelijke aanleg aan het einde van de 19de eeuw is de ophoging aan de oost­ rand, waarachter de weg tussen kasteel en wagenhuis min of meer verdwijnt. Op dit langgerekte heuveltje staat nog de oorspronkelijke beplanting: vier bruine beuken (Fagus sylvatica 'Atropunicea') en een plataan (Platanus x hispanica). De andere bomen – zomerlinde (Tilia platyphyllos), witte paardenkastanje en rode bastaardpaardenkastanje (Aesculus hippocastanum, A. x carnea), zomer- en Amerikaanse eik (Quercus robur, Q. rubra), zilverlinde (Tilia tomentosa), gewone beuk (Fagus sylvatica) en plataan, zijn relatief jong, vermoedelijk van na de Eerste Wereldoorlog, of nog recenter zoals de Magnolia x soulangeana en de twee blauwe Atlasceders (Cedrus atlantica 'Glauca') in het centrale gazon.

Merkwaardige bomen (opname 31 mei 2002)
Het cijfer in vet geeft de stamomtrek in centimeters weer. De omtrek wordt standaard gemeten op 150cm hoogte.

  • 25. gewone plataan (Platanus x hispanica) 341
  • 34. bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') 345
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Oudste kadastrale legger 212 Geetbets, art. 1214 nrs. 1 en 2.
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant,Oude kadastrale legger 212A Geetbets, art. 2385 nr. 111 en 113.
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Kadastrale opmetingsschets Geetbets, 1879/20, 1891/4 en 1914/19.
  • LEUS G., De heren van Geetbets. Kroniek van de rijke historiek van een dorp "zonder" geschiedenis, Geetbets, Limes Gatia i.s.m. het gemeentebestuur van Geetbets, 1999, p. 441 en 460.
  • RUYTINCKX L., Geetbets, Rummen, Grazen. Het is niet meer zoals het was, 1995, commentaar bij foto 51.

Bron: DENEEF, R., 2008. Historische tuinen en parken van Vlaanderen - Zuidoostelijk Brabant - Haspengouw: Geetbets, Hoegaarden, Kortenaken, Landen, Linter, Tienen, Zoutleeuw, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: Deneef, Roger; Wijnant, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteeldomein Tallon [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134177 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.