erfgoedobject

Landhuis A Speculo met park

bouwkundig / landschappelijk element
ID
134194
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134194

Juridische gevolgen

Beschrijving

Louis A Speculo, telg van een vooraanstaande Tiense notarisfamilie, bouwde rond 1865 een neogotisch kasteel, in 1895 met een travee uitgebreid. Het dienstgebouw werd toen uitgebreid tot een neerhof met monumentaal koetshuis en een ommuurde moestuin van 13,5 are. Omgeven door landschappelijk park met vijver; oorspronkelijk nog geen 3 hectare, later uitgebreid tot 10,5 hectare.

Het straatdorp Ransberg, tot 1911 een gehucht van Neerlinter, ligt op de kruin (80 m) van de heuvelrug die het bekken van de Grote Gete scheidt van dat van de Velpe. Tot circa 1850 was de dorpskern omringd door bossen (Rottenbos, Collegebos, Langenbos...), maar twintig jaar later was drie kwart daarvan gerooid, waarschijnlijk als gevolg van de landbouwcrisis (vergelijk de topografische kaart van Ph. Vander Maelen uit 1850 met de eerste stafkaart die de toestand van 1871 weergeeft). Rond 1860 bouwde de Tiense familie Pardon op de beboste helling ten oosten van de dorpskern (maar op het grondgebied Budingen) een landgoed uit, waarvan een grote villa met een hoeve de kern vormde. Enkele jaren later volgde Louis A Speculo, telg van een vooraanstaande Tiense notarisfamilie, dit voorbeeld. In het Klein Bergveld ten zuiden van de de dorpskern verscheen een neogotisch kasteeltje van baksteen, met spitsboograampjes, vijf traveeën breed en diep, met een bijna vierkante plattegrond tussen vier octogonale, gekanteelde hoektorentjes met spitse tentdaken. In 1895 werd aan de westzijde nog een travee toegevoegd, waardoor de oorspronkelijke symmetrie teloorging, maar het speelse dat kenmerkend is voor de vroege uitingen van de neogotiek – het 'genre troubadour' – bleef bewaard. Het bijbehorende dienstgebouwtje (voor jachtwachter, tuinier of conciërge) werd bij die gelegenheid ook uitgebreid tot een neerhof met monumentale allures, althans wat betreft de koetshuisvleugel – baksteenbouw met een halfopen plattegrond, spitsboogvensters en spitsboogfriezen in de puntgevels – en aansluitend een ommuurde moestuin van 13,5 are.

In 1890 werd de lusttuin uitgebreid van 2 hectare 78 are tot bijna 8 hectare en enkele jaren later, na de bebossing van een perceel bouwland ten westen van het landgoed, tot 10,50 hectare. De oorspronkelijke lusttuin vormde een rechthoek van 110 m breed en 250 m lang, die vervolgens tot bijna 400 m werd verlengd. Het kasteel bevindt zich aan de smalle noordzijde van de lusttuin, die naar het zuidoosten geleidelijk verbreedt. Halverwege de helling werd een vijver aangelegd, aanvankelijk niet veel meer dan een poeltje, maar die blijkens de opeenvolgende stafkaartedities (1871, 1886, 1904) fors in oppervlakte toeneemt tot bijna 40 are, met een eilandje. De hoofdtoegang bevond zich aanvankelijk ter hoogte van het kasteel, dat via een korte oprijlaan met de Langstraat verbonden was. Op de stafkaart van 1886 verschijnt in het zuidoosten een tweede toegang, die het landgoed via een kaarsrechte, 250 m lange weg doorheen een bebost perceel met de Panisborrestraat (Budingen) verbindt. Over de holle Langstraat werd daartoe een brug gebouwd. Een 'verkeerstechnische' reden voor deze weg is niet meteen aan te geven. Meer voor de hand liggende verklaringen: het verlangen naar een meer imposante oprijlaan en misschien ook de intentie om dit bosgebied in de landschappelijke lay-out van het domein te integreren. Op de stafkaart van 1932 (ICM, 1937) is de brug verdwenen. De huidige oprijlaan, die vanuit de uiterste noordpunt van het landgoed (op de hoek van de Langstraat en de Oudestraat) met een zachte slingerbeweging tussen een beboste rand en een boomgaard naar het kasteel toe loopt, werd waarschijnlijk rond 1900 aangelegd.

Het aanlegconcept dat A Speculo voor ogen stond, was gebaseerd op het 'schotelmodel', dat in de late 19de eeuw aan populariteit won, vooral bij de aanleg van kleinere parken en zelfs villatuinen van minder dan één hectare. De 'schotel' bestaat uit een min of meer open, uitgeschulpt centraal gedeelte (in Ransberg met een in de loop van de jaren uitdijende vijver) en opgehoogde, beboste randen, waarin een rondlopende, perifere weg verscholen ligt, die op welgekozen plaatsen boeiende doorkijken of uitzichten biedt, binnen het landgoed of naar het landschap erbuiten. De uitgegraven grond werd gebruikt om het reliëf te accentueren: heuveltjes voor paviljoenen of groepjes van bomen of struiken – hier het heuveltje naast de vijver met vier Hollandse linden (Tilia x europaea). In de uithoeken werden dikwijls ook belvedèreheuvels aangelegd, met of zonder prieel, van waarop het omgevende landschap kon worden bewonderd. Omdat na 1932 het zuidoostelijke derde van de lusttuin weer in landbouwgrond werd omgezet, zijn wellicht relevante elementen van het architecturale microreliëf verdwenen. In een recent verleden werden ook talrijke oude bomen gerooid, onder meer een mammoetboom (Sequoiadendron giganteum) naast het kasteel, zodat men zich ook moeilijk een beeld kan vormen van de oorspronkelijke beplanting. Drie tamme kastanjes (Castanea sativa) met stamomtrekken van circa 4 m zijn wellicht ouder dan het park, en dus relicten van het vroegere bos. Twee grauwe abelen (Populus canascens) in het beboste gedeelte dat rond 1895 aan de lusttuin werd toegevoegd en enkele gewone en bruine beuken (Fagus sylvatica, F.s. 'Atropunicea') zijn vermoedelijk de enige bomen die nog in de 19de-eeuw werden aangeplant.

Merkwaardige bomen (opname 23 juni 1999)
Het cijfer in vet geeft de stamomtrek in centimeters weer. De omtrek wordt standaard gemeten op 150cm hoogte.

  • 3. tamme kastanje (Castanea sativa) 393
  • 6. tamme kastanje (Castanea sativa) 424
  • 11. tamme kastanje (Castanea sativa) 381
  • 41. gewone beuk (Fagus sylvatica) 397
  • 45. bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') 365
  • Mondelinge informatie over het rooien van bomen door de vroegere eiegenaar, de heer Jaak Van Houdt.
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Oudste kadastrale legger 212 Neerlinter art. 1498 en art. 2104.
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Kadastrale opmetingsschets Neerlinter 1866/17, 1890/8 en 1896/2.

Bron: DENEEF, R., 2008. Historische tuinen en parken van Vlaanderen - Zuidoostelijk Brabant - Haspengouw: Geetbets, Hoegaarden, Kortenaken, Landen, Linter, Tienen, Zoutleeuw, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: Deneef, Roger; Wijnant, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Landhuis A Speculo met park [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134194 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.