omvat de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Gesloten hoeve en Pitsaermolen
Deze vaststelling is geldig sinds
is deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Watermolen Pitsaermolen en parochiekerk Sint-Gillis: omgeving
Deze bescherming is geldig sinds
Molenaarswoning en molencomplex omgebouwd tot herenhuis tussen 1880 en 1916 omgeven door tuin met overblijfsels van een oude sierbeplanting (bruine beuken, reuzenlevensboom).
De watermolen van Rumsdorp wordt op de Ferrariskaart (1771-1775) ongeveer 250 m meer naar het zuiden gesitueerd dan zijn huidige ligging. Waarschijnlijk gaat het om een vergissing (niet uitzonderlijk bij Ferraris), want op de Primitieve kadasterkaart, opgemaakt in 1828, neemt de watermolen zijn huidige plaats in ten noorden van het dorp, waar hij ongetwijfeld vanouds heeft gestaan. Het ging om een gesloten hoeve, toen eigendom van dokter Jean-François Stevens. In de oostvleugel, die aan de Molenbeek paalt, was de watermolen ondergebracht. De door de eigenaar bewoonde zuidvleugel keek uit over het molenreservoir, in feite niet meer dan de verbrede en apart gekadastreerde bedding van de Molenbeek vlak voor het waterrad. In 1850 werd op een weiland ten zuiden van de molenhoeve een gebouwtje opgetrokken, dat tot circa 1870 als brouwerij dienstdeed en in 1880 werd omgebouwd tot herenwoning. Loodrecht hierop werd in 1895 – toen ook de elektriciteit haar intrede deed in het bedrijf – een koetshuisvleugel gebouwd, die in 1913 aanzienlijk werd verlengd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het woonhuis voor een laatste maal verbouwd en vergroot. Een oude ansichtkaart toont het huis vóór deze verbouwing: een dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen met een mezzanine onder een zadeldak. Natuurstenen vensterlijsten en banden vormen de enige versiering. Opmerkelijk is de fraaie glazen wintertuin op het drie traveeën brede terras voor de ingangsdeur. De toenmalige eigenaar, burgemeester Joseph Pitsaer, zette een 'cimentier' aan het werk, die de ramen van kunstig geprofileerde lijsten voorzag (maar de oorspronkelijke vorm met afgeronde bovenhoeken bleef herkenbaar) en het baksteenmetselwerk achter een cementbepleistering met imitatievoegen deed verdwijnen. Links werd een brede, torenachtige hoektravee van drie bouwlagen onder een plat dak (oorspronkelijk met balustrade) toegevoegd, in blote baksteen, op de venteromlijstingen en een erker met balkon na. In de zijgevel van deze aanbouw werd een tweede ingangsdeur aangebracht met bordes en balustrade. De wintertuin werd rond 1925 afgebroken en vervangen door de huidige erker, oorspronkelijk met balkon.
In 1859 werd de bestaande moestuin, 22 are groot en palend aan de zuidwestelijke vleugel van de molenhoeve, gedeeltelijke ommuurd. De percelen tussen de molenhoeve en de dorpskerk waren al eerder samengevoegd tot een groot boomgaardperceel van nagenoeg één hectare. Het lijdt weinig twijfel dat deze boomgaard, met de dorpskerk en de fameuze 'motte' van Rumsdorp (een volmiddeleeuwse burchtheuvel) als eindpunt, ook een decoratieve functie had, nut en sier, zeker vanaf 1880, want hij strekte zich uit tot voor het pas gebouwde woonhuis. Zoals blijkt uit bovenvermelde ansichtkaart lag voor het huis, binnen dit boomgaardperceel, ook een vijver, die gevoed werd met water van de Molenbeek. De oevers van deze vijver werden rond 1930 met beton afgeboord en tot omstreeks 1960 werd hij als zwembad gebruikt. In 1980 werd hij gedempt. Een met betontegels verhard tennisveld (verdwenen) behoorde eveneens tot de uitrusting.
De poort van de molenhoeve (aan de huidige Pitsaerlaan) was niet de enige toegang. Op de stafkaart van 1904 is een smalle, opgehoogde weg te zien die parallel met de Spikkaertstraat op het molencomplex toeliep en die de eigen toegang tot het residentiële gedeelte vormde. Bij de verbouwing van 1916 kreeg het woonhuis een nieuwe oprit vanuit het westen. Deze oprit, oorspronkelijk afgezoomd met fijnspar (Picea abies) die later vervangen werden door Noorse esdoorns met donkerbruin blad (Acer platanoides 'Faassen's Black'), wordt weergegeven op de stafkaart van 1932. De huidige sierbeplanting blijft beperkt tot de onmiddellijke omgeving van het huis en omvat slechts een paar oude bomen, met name een reuzenlevensboom (Thuja plicata) en, kort bij het huis, twee bruine beuken (Fagus sylvatica 'Atropunicea'). De beuken hebben stamomtrekken tot meer dan 4 m en werden aangeplant rond 1880, toen het woonhuis werd gebouwd.
Merkwaardige bomen (opname 23 mei 2000)
Het cijfer in vet geeft de stamomtrek in centimeters weer. De omtrek wordt standaard gemeten op 150cm hoogte.
Bron: DENEEF, R., 2008. Historische tuinen en parken van Vlaanderen - Zuidoostelijk Brabant - Haspengouw: Geetbets, Hoegaarden, Kortenaken, Landen, Linter, Tienen, Zoutleeuw, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: Deneef, Roger; Wijnant, Jo; Pitsaer, Hubert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Rumsdorp
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Tuin van de Pitsaermolen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134204 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.