is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve en villa van brouwersfamilie Verheyden in parkjes
Deze vaststelling is geldig sinds
Naast elkaar gelegen verbouwde hoeve en villa van brouwersfamilie Verheyden, gelegen in twee bij elkaar aansluitende, door bomen overschaduwde, informele parkjes. Het westelijke gebouw gaat terug op Klein Hof ter Meren, een gesloten hoeve die in de 19de eeuw verschillende keren wordt verbouwd. Midden 19de eeuw eigendom van brouwer Joseph Verheyden, die de hoeve vanaf 1878 tot een homogeen geheel ombouwt. Ten oosten van de hoeve liet brouwer Louis Verheyden tijdens de Eerste Wereldoorlog een grote, eclectische villa bouwen.
Het naast elkaar voorkomen van een 'groot' en een 'klein' hof, het tweede vaak een afsplitsing van het eerste, is geen zeldzaamheid en houdt verband met de ontginningsgeschiedenis van het betrokken gebied (zie Verbesselt 1964). Het Groot Hof ter Meren ten noorden van de Neerlintersesteenweg, in de 13de eeuw door de abdij van Maagdendal gebouwd, brandde af in 1840 en werd niet meer heropgebouwd. Het oude Klein Hof ter Meren lag 50 m ten zuiden van diezelfde steenweg. Op de Ferrariskaart (17711775) en op de Primitieve kadasterkaart van 1816 wordt een gesloten hoeve afgebeeld, die in de loop van de 19de eeuw verschillende keren zal worden verbouwd. Rond 1855 liet een nieuwe eigenaar, Joseph Verheyden, op het boomgaardperceel ten westen van het hof een brouwerijcomplex optrekken – zes gebouwen van uiteenlopende grootte en functie (brouwerij, mouterij, pakhuis…) – dat vanaf 1878 tot een meer homogeen geheel zou worden omgebouwd. De term 'lusthof ' duikt voor het eerst op in de kadastrale legger in 1909: een perceel (nr. 29b) van 14,5 are ten oosten van de hoeve. In dit perceel liet brouwer Louis Verheyden tijdens de Eerste Wereldoorlog een grote villa bouwen, 'kasteel' in de ogen van de inspecteur van het kadaster (vermoedelijk door het hoektorentje), in een eclectische architectuur op haar laatste benen, vermengd met cottage-elementen (pseudovakwerk, wolfeinde). De villa werd omringd met een parkje van bijna 30 are en beplant met courante sierbomen: bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea'), rode bastaardpaardenkastanje (Aesculus x carnea), bontbladige esdoorn (Acer pseudoplatanus 'Leopoldii'), vederesdoorn met geel gerand blad (Acer negundo 'Variegatum'), kleinbladige linde (Tilia cordata) – nu met stamomtrekken tot circa 3 m. Het aanpalende Hof ter Meren, dat in de loop van de 19de eeuw grondig was verbouwd en vermoedelijk een aparte wooneenheid vormde, onderging iets vergelijkbaars. Het kreeg een parkje zonder formele structuren, met een landschappelijke beplanting die weinig verschilt van die bij de villa. Het achterliggende brouwerijgebouw werd op het einde van de jaren 1950 afgebroken.
Bron: DENEEF, R., 2008. Historische tuinen en parken van Vlaanderen - Zuidoostelijk Brabant - Haspengouw: Geetbets, Hoegaarden, Kortenaken, Landen, Linter, Tienen, Zoutleeuw, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: Deneef, Roger; Wijnant, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)