Enkele oude bomen, relict van een rond 1842 aangelegde tuin, oorspronkelijk 19,5 are.
Bij de samenstelling van het Primitief kadaster in 1820-1830 was het voormalige noviciaat van het begijnhof op de hoek van de Naamsestraat (nu Potterijstraat) en de Gaarstraat (nu Torsinweg), eigendom van Albert en Jeannette Marneff, mogelijk dezelfde Marnef (ondanks de f te veel) die in 1838 in het kasteeldomein van Waasmont een suikerfabriek zou bouwen. Het gebouw herbergde een herenwoning en, tegen de Gaarstraat aan, een zeepziederij en een olieslagerij. Daarachter lag een tuin van 43,5 are. In 1842 werd het eigendom opgesplitst en verkocht. De oostelijke helft van het complex met de achterliggende helft van de tuin werd aangekocht door handelaar Benoit Janssens, die het verbouwde tot woonhuis en ook een lusthof van 19,5 are aanlegde. Twee monumentale bruine beuken (Fagus sylvatica 'Atropunicea') zijn daar relicten van. De andere grote bomen – een bontbladige esdoorn (Acer pseudoplatanus 'Leopoldii') en een zilverlinde (Tilia tomentosa) – werden later aangeplant.
Merkwaardige bomen (opname 14 augustus 2001) Het cijfer in vet geeft de stamomtrek in centimeters weer. De omtrek wordt standaard gemeten op 150cm hoogte.
Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Kadastrale opmetingsschetsen Tienen 1842 nr. 5 en, voor latere verbouwingen, 1858 nr. 19, 1870 nr. 11, 1881 nr. 10 en, voor de uiteindelijke vormgeving, 1919 nr. 11.
KEMPENEERS P., Thuis in Thienen (II), Tienen, uitg. P. Kempeneers, 1999, p. 840-841.
Bron: DENEEF, R., 2008. Historische tuinen en parken van Vlaanderen - Zuidoostelijk Brabant - Haspengouw: Geetbets, Hoegaarden, Kortenaken, Landen, Linter, Tienen, Zoutleeuw, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed. Auteurs: Deneef, Roger Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)