Alleenstaand herenhuis ingeplant binnen ommuurd domein met beboomde tuin. Dubbelhuis (nok parallel aan de straat) van vijf traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen) met rechthoekig dakvenster, uit de 18de eeuw met 17de-eeuwse kern. Aangebouwde stallen van één bouwlaag onder aanleunende schilddaken tegen oost- en westgevels; waarvan het oostelijke uit de 18de eeuw. Sierlijk verankerd, bepleisterd en beschilderd bakstenen gebouw op gepikte plint. Aangepaste rechthoekige vensters met houten lateien; beluikt op eerste bouwlaag.
Rechthoekige deur in vlakke beschilderde omlijsting van arduin, met bovenlicht waarin ijzeren roedeverdeling. Noordgevel: ovaal venster en rechthoekige deur in middentravee met ijzeren roedeverdeling. Sierlijk gesculpteerde modillons onder houten kroonlijst. Oostgevel met sporen van vlechtingen en speklagen; kloosterkozijnen en rechthoekige vensters in omlijsting van zandsteen.
Ten oosten stal met rechthoekige muuropeningen, arduinen dorpels; kwartholgeprofileerde kroonlijst. Deur zuidgevel met bovenlicht en middenkalf met steenmerk. Ten westen stal met rechthoekig houten kozijn en rechthoekig poortje, nieuwe rechthoekige poortopeningen aan zuidgevel.
VAN PASSEN R., Geschiedenis van Kontich, uitgave gemeentebestuur Kontich, 1964, p. 459.
VAN PASSEN R., Toponymie van Kontich en Lint, Gent, Vlaamse Academie voor taal- en letterkunde, 1962, p. 283, 379, 415.
Bron: PLOMTEUX G., STEYAERT R. & WYLLEMAN L. 1985: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 10n2 (Ho-Ra), Brussel - Gent. Auteurs: Wylleman, Linda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)