Tuinaanleg uit 1990 met hagen en wijnstokken, naar ontwerp van landschapsarchitect Jacques Wirtz, in een historisch goed uit de 17de eeuw, waarvan het gebouw, sedert 1976 vergroot en medogenloos gerestaureerd, nog weinig oorspronkelijks bezit.
De site ligt ten zuiden van de huidige stad, aan de voet van de heuvel waarop de verdwenen burcht van de graven van Loon was gebouwd. De Ferrariskaart (1774-1775) tekent er een rechthoekig gebouw met moestuinen te midden van boomgaarden.
Op het Voor-Primitief kadasterplan van 1809 noteerde ingenieur Groulard er een Grote en een Kleine Motte, respectievelijk ten oosten en ten westen van een wijngaard. De Grote Motte - de Kleine is verdwenen - bestaat dan uit een huis met een gelede plattegrond (perceel nr. 98), met een tuin (nr. 99), een paviljoen (nr. 100 als gebouw genoteerd) en twee hoekpaviljoentjes ten zuiden. Een U-vormige gracht met een zeer brede westelijke arm, beschermde het huis en de tuin, die via een brug tussen de hoekpaviljoentjes bereikbaar waren. Samen met de omliggende boomgaard (perceel nr. 103) was het geheel bij het opmaken van de kadastrale legger in 1841 in handen van François Lambermont, griffier te Borgloon. In 1851 werd het vererfd en de familie Wagemans, handelaars in de stad, bleven er de rest van de eeuw eigenaar van. Op de mutatieschets van 1885 werd de samenvoeging van de begrenzende percelen tot één groot perceel (nr. 97a) genoteerd, samen met de verdwijning van het tuinhuis en het westelijke hoekpaviljoentje. Het oostelijke volgt in 1952. Verbouwingen, 'restauraties' en uitbreidingen in historiserende stijl in 1976 en in 1982, ook met van elders afkomstige oude bouwmaterialen, maakten dat alle authenticiteit verloren ging, qua substantie, volume en vormgeving. In 1990 werd het domein naar ontwerp van Jacques Wirtz heraangelegd.
Vandaag strekt het goed zich uit tussen de Graaf (de oude stadswal) en de in 1959 aangelegde Sint-Truidersteenweg. Een hek in historiserende stijl tussen hekpijlers en een gekasseide en beboomde oprijlaan daalt van de steenweg door het sterk hellend terrein naar de op het diepste punt gelegen woning. De hellingen zijn aangelegd als grasvelden met hagen van buxus (Buxus sempervirens) en taxus (Taxus baccata), als boomgaarden of als wijngaarden. Ten zuidoosten van het landhuis ligt in de as van de woning en de siertuin een gemengde hoogstamboomgaard, aangeplant in vierkantsverband, waarvan de voorloper ook op een luchtfoto van 1971 zichtbaar is.
- Hasselt, Archief van het Kadaster, door ingenieur-landmeter Groulard, Verzamelplan op het terrein beëindigd op 4 november 1809, herzien in 1841 door landmeter Vandevelde; legger 1842. Opmetingsschetsen 1885 nr. 24; 1931 nr. 46; 1949 nr. 20; 1952 nr. 28; 1959 nr. 26; 1982 nr. 35.
- PAUWELS D., SCHLUSMANS F. met medewerking van MUYLDERMANS E. & ROMBOUTS J., Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen, deel 14N4, Brussel - Turnhout, 1999 p. 71-72.