Stadstuin bij een herenhuis uit de eerste helft van de 20ste eeuw, met voor het straatbeeld belangrijk hekwerk.
De stadswoning loodrecht ingeplant op de straat, is een dubbelhuis met vijf traveeën, twee bouwlagen, een zadeldak en een dienstgebouw en een tuin langs de Padonck. De hoge bakstenen keermuur, waarvan het gebogen en afdalend beloop het straattracé volgt, bepaalt samen met andere tuinmuren en hun begroeiing, ook het karakter van de straat.
Het huis is toegankelijk via een poorthek van drie traveeën dat rechts als vast hek over vijf traveeën verder loopt. De hekpijlers en ritmerende stijlen zijn gietijzeren zuilen met geprofileerde sokkel, ringen op de schacht, kapiteel en gesteelde bolbekroning. Het poorthekje is samengesteld uit geklinknageld bandijzer. De kadastrale opmetingsschets van 1907 registreerde dit hek, maar mogelijk is het vast hekwerk deels van elders hergebruikt. Zijn makelij is verwant met het tuinhek van Gillebroek nr. 30. Het is van smeedwerk met vierkante stijlen en regels, ronde onderspijltjes met lanspunten en spijlen die doodlopen tot de sierlijke bekronende krul van de bovenregel; deze is ontdubbeld en heeft gespiegelde krullen aan weerszijde van de spijlen.
Muur en hek lopen verder als een hoge tuinmuur die beveiligd is door een 31 traveeën lange leuning, verankerd in de dekstenen van de keermuur; hij is samengesteld uit afwisselend vierkante en rechthoekige kaders van stijl- en regelwerk, met zich kruisende schoren en met een ring tussen de bovenregel en de handgreep. Dit hoort bij het kanunnikenhuis Speelhof nr. 5