De tuin hoort bij een alleenstaand burgerhuis met dienstgebouw, kadastraal in 1892 geregistreerd. Het is een bakstenen constructie met gebruik van blauwe hardsteen, met twee bouwlagen, drie traveëen en een zadeldak en vertoont laat-classicistische invloed in de bakstenen hoekpilasters, de kordonlijsten, de getoogde en van sluitstenen met diamantmotief voorziene omlijstingen van deur en vensters, de gootlijst op klosjes en het balkon met mooie, gietijzeren leuning.
De tuin heeft nu een beplanting van voornamelijk kerstdennen, en onder meer een Magnolia bij de voordeur, die vermoedelijk in de jaren 1960 werd vernieuwd. Langs de straat loopt een tuinhek op een laag muurtje met dekstenen van blauwe hardsteen. Het is een eenvoudig smeedijzeren hek met centraal poorthekje en gietijzeren zuiltjes met geprofileerde sokkel en bladmotief, gecanneleerde schacht en kapiteel met acanthusknopbekroning. De ronde spijlen zijn gevat tussen vierkante bovenen onderregels, afwisselend gepunt of eindigend op een speerpunt en het hoogteverschil is opgevangen door een halve krul.
Links van het huis geeft een smeedijzeren poorthek toegang tot de zijtuin. Het hek hangt in betonnen palen en is van een andere, recentere makelij dan het voortuinhek. Het heeft vierkante stijlen en regels, de bovenregel bestaande uit een langgerekte krul, gepunte onderspijltjes en ronde spijlen met speerpunten, de poortstijlen eindigend op vaasjes.
- Kadasterarchief Limburg, Mutatieschets 1892/8.