is deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Kasteel van Hulsberg: kasteelpark, ommuurde moestuin en agrarische omgeving
Deze bescherming is geldig sinds
Parkje in landschappelijke stijl van circa 2 ha met kleine poel, aangelegd bij een eclectisch kasteel van 1882, uitgebreid in 1916; baken voor de wijdere omgeving, hoge en dominante ligging met uitzonderlijk weids uitzicht.
Het kasteeldomein ten zuiden van de steenweg en ten westen van Borgloon bezit een unieke hoge ligging met vrije perspectieven over 360 graden. Het kasteel domineert dus zijn omgeving en in de wijde omtrek is zijn silhouet een referentiepunt. Hoewel het gebouw een 19de-eeuwse creatie is, bezit de site een oudere geschiedenis. In 1689 bouwde Nicolaas Poislevache, deken van het kapittel van Borgloon en bedevaartganger naar Loreto in Italië, boven op de Hulsberg een kapel en kluis. In 1808 werd de site van 3 ha land met een hoeve, een erf, een kluis, een weide en een tuin door Samuel Ulens verkocht aan Gilbert Henri Claes (1771-1838). Hij was afkomstig van Veulen (Heers) waar zijn voorouders rentmeesters waren van de graven de Mercy en Argenteau en sedert zijn huwelijk was hij kasteelheer in het nabije Rullingen (Borgloon). Na zijn dood staat de Hulsberg op naam van zijn weduwe Rosalie de Zeegraedt, die ook in de Primitieve kadastrale legger van 1844 als eigenaar wordt aangeduid.
In 1881 worden een aantal percelen op de Hulsberg (weide, tuinen, boomgaard en bos) samen met de kapel en de kluis verenigd tot het perceel nr. 287a. Dit is de voorbereiding van de bouw- en aanlegcampagne van de Hulsberg als kasteeldomein, door Adèle Claes (°1856), kleindochter van Gilbert, die in 1878 huwde met Albert Pinnoye (18431913). In 1885 staat het nieuwe perceel genoteerd als lustgrond en verschijnt er een nieuwe constructie waar voorheen de kapel stond. Die werd vervangen door een nieuwe, nog bestaande kapel ten zuiden aan de voet van de Hulsberg (langs de Moensveldsteeg). Er werd een nieuwe beukendreef naar de kapel aangelegd en Joséphine de Rottermund, ook een kleindochter van Gilbert Claes, beschilderde het interieur. De laatste kluizenaar stierf in 1897 en maakte de verhuis en de nieuwbouw mee.
Het kasteel is gebouwd in baksteenmetselwerk met gebruik van witte en blauwe natuursteen voor de omlijstingen en de erkers, telt twee bouwlagen onder een hoog, van twee rijen dakkapellen voorzien schilddak en een dakvenster in het inkomrisaliet.
Het volumespel wordt bepaald door een polygonale hoektoren van drie bouwlagen ten oosten, die tot de eerste bouwfase behoort. In 1916 werd daar een vierkante toren van vier bouwlagen ten westen aan toegevoegd, die door zijn donjonaspect, vooral in de bovenbouw, het kasteelkarakter versterkt.
De toegang tot het domein, dat sedert ca 1995 een grondige renovatie onderging, gebeurt vanaf de steenweg. Het park is beveiligd door een smeedijzeren hek dat hergebruikte elementen met nieuwe combineert. Het poorthek werd achteruitgeschoven en de twee vierkante pijlers met sokkel, geringde schacht en geprofileerde deksteen van blauwe hardsteen werden verder uit elkaar geplaatst. Het afsluithek werd over meerdere traveeën verlengd en staat op een hermetselde bakstenen voet. Als begrenzing werden er verder nieuwe hagen van taxus (Taxus baccata) geplant en op de berm een lang massief van gewone laurierkers (Prunus laurocerasus). De gekasseide oprijlaan klimt naar het huis, langs het licht geschulpt grasveld, wordt begeleid door recente taxus en buxusbollen en eindigt op een eveneens gekasseid erf tussen het kasteel en het wagenhuis. Halfweg ligt er een kleine poel die het regenwater verzamelt, mogelijk het resultaat van kleiwinning voor de bakstenen waaruit het kasteel is gebouwd.
Het parkje met gazons, solitairen en groepjes bomen, had ten westen en ten noorden een beschermende bomengordel die nu door uitval sterk verdund is. Het loopt ten oosten uit in de opnieuw aangelegde en in vierkantsverband beplante hoogstamboomgaarden op de oostelijke flank van de Hulsberg. De oprijlaan bepaalt de voortuin en een rondweg structureert de zuidelijke tuin, waarin recent een nieuwe hagen- en bloementuin, op advies van ontwerpster Viviane Paelinck werd aangelegd. Het domein bezat aanvankelijk een moestuin tussen 5 à 6 meter hoge muren, gelegen ten zuidoosten van het kasteel, op de heuvelflank. Ook daar werd een nieuwe tuin aangeplant.
Bomen
Nogal wat bomen hadden, gezien de hoge ligging van stormen te lijden en zijn vervangen door jonge exemplaren. Een belangrijke gewone plataan (Platanus x hispanica) als solitair, een groepje platanen en een blauwe atlasceder (Cedrus atlantica 'Glauca') vormen een uitzondering. Voorkomende soorten zijn bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea'); witte paardekastanje (Aesculus hippocastanum); tamme kastanje (Castanea sativa); zomereik (Quercus robur); zomerlinde (Tilia platyphyllos)
Bron: DE MAEGD C. EN VAN DEN BROECK M., 2007, Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Limburg. Deel 3: Alken, Borgloon, Heers, Kortessem, Wellen, Brussel, Agentschap RO-Vlaanderen. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: De Maegd, Christiane; Van den Broeck, Myriam
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is gerelateerd aan
Kasteel van Hulsberg
Is deel van
Hulsberg
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parkje van het kasteel van Hulsberg [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134280 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.