De dorpskerk Drie-Moren, een 18de-eeuws gebouw maar met een in kern Romaanse toren en latere aanpassingen en restauraties, ligt op een hoogte omringd door het ommuurde kerkhof. Dit is toegankelijke via een brede trap aan de zuidzijde en een smallere trap ten noorden, bij de lager gelegen 19de-eeuwse pastorie.
De hoofdtoegang naar het kerkhofhek loopt tussen de bakstenen muren en wordt beschaduwd door een niet erg vitale treur-es (Fraxinus excelsior 'Pendula') en gebeurt via een laat-19de-eeuws hek tussen voor de streek typische monolitische pijlers van blauwe hardsteen met sokkel en geprofileerde deksteen. Het smeedijzeren hek heeft vierkant stijl- en regelwerk met gebogen beloop voor de bovenregel, een kruis ter bekroning van de makelaar, vierkante spijlen en dunne voluten als versiering. Het pad wordt op het kerkhof aan beide zijden begrensd door een hek uit de eerste helft van de 20ste eeuw. Het is van bandijzer met platte spijlen die afwisselend wel of niet in spiraal zijn getrokken. Het pastoorshekje in de noordelijke kerkhofmuur is gevat tussen hekpijlers van blauwe hardsteen met dekstenen in diamantpunt.
PAUWELS D., SCHLUSMANS F. met medewerking van MUYLDERMANS E. & ROMBOUTS J., Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen, deel 14N4, Brussel - Turnhout, 1999, p. 249-250.
Bron: DE MAEGD C. EN VAN DEN BROECK M., 2007, Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Limburg. Deel 3: Alken, Borgloon, Heers, Kortessem, Wellen, Brussel, Agentschap RO-Vlaanderen. Onroerend Erfgoed. Auteurs: De Maegd, Christiane; Van den Broeck, Myriam Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)