Typologisch interessant geheel van een herenboerenhuis met bijgebouwen, sier-, moes- en bloementuin met afsluiting en hekken, uit 1899. Enkele bomen uit de aanlegperiode en bewaard ontwerpplan van Michiels uit Scherpenheuvel.
De alleenstaande herenboerenwoning met haakse dienstgebouwen en ruime tuin werd gebouwd in 1898-1899 naar plannen van Joris Helleputte, de bekende neo-gotieker, politicus en Leuvense professor waarmee de opdrachtgever Joseph Ruison (1869-1918) bevriend was. Hij was notaris, bankier, handelaar, ondernemer en een pionier op landbouwkundig vlak. Hij bezat bijvoorbeeld de eerste laagstamplantage in de streek met 28 verschillende soorten peren, wat gedocumenteerd is door een foto van 1912. In 1917 kweekte hij al witloof en tomaten in serres bij de eveneens naar plannen van Helleputte opgetrokken boerderij, rechts van het huis. In het huis Ruisson werden voor die jaren vernuftige technieken toegepast, onder meer spouwmuren (pas courant in gebruik vanaf 1940), smalle schouwpijpen en in alle kamers gasverlichting. Het huis telt twee bouwlagen op een kelderverdieping en vier brede traveeën, de twee uiterste in licht risaliet en met een bijkomende bouwlaag, afgewerkt met een puntgevel. Het hoofddak heeft twee dakvensters en boven de hoektraveeën twee haakse zadeldaken met dezelfde nokhoogte als het hoofddak. De vensters zijn getoogde drielichten met bovenlicht of gekoppelde rondboogvensters, uitgespaard in het met natuurstenen speklagen verrijkte baksteenmetselwerk. De tweede bouwlaag is onder de vensters versierd met gekleurde cementtegels, typisch voor de bouwperiode. Meerkleurige gelijkaardige vloertegels, als stenen versies van oosterse tapijten liggen in de beide ontvangstvertrekken die bovendien voorzien zijn van uitgewerkte marmeren schouwen.
Het huis wordt voorafgegaan door een voortuin waarvan de afsluiting in 1958 werd verplaatst door de verbreding van de steenweg: twee smeedijzeren inrijhekken tussen vierkante pijlers van baksteen met speklagen en deksteen van natuursteen en ertussen een lage muur voor het vaste spijlenhek. Later, door schade na een auto-ongeval, werden de muur en de hekpijlers verlaagd en het hek deels weggelaten en deels verplaatst tot naast het huis. De voortuin, met een groene voet tegen het huis en lage sierplanten, wordt vandaag beschaduwd door een volgroeide gewone es (Fraxinus excelsior) die beeldbepalend is voor de plek.
Ook in de achtertuin blijven, tussen de recenter geplante bomen en struiken, enkele exemplaren van de eerste inrichtingsfase bewaard: een hoge taxus (Taxus baccata) (275 cm) met zijscheuten, gelegen op een kleine, met klimop begroeide verhevenheid, een volgroeide levensboom (Thuja) en een mirabel met mooie stam. Achter de bijgebouwen (kennel, bakhuis, varkensstal, paardenstal en koetshuis) stond aanvankelijk ook een uit boomstammen opgetrokken tuinpaviljoen met leien dakje; het werd vervangen door de grafsteen van de familie Ruison, overgebracht van het deels geruimde kerkhof van Heers.
De voormalige moestuin is achteraan gelegen en nu ingericht als bloementuin. Hij heeft een mooie afscheiding van in ruiten geplooide draad, tussen platte regels en stijlen uitlopend op een kruisbloem als neogotisch detail. Het poorthekje, overspannen door een boog als steun voor klimplanten, bleef eveneens bewaard. Het is verzorgd ambachtswerk van bandijzer, dat gebruikt is voor de stijlen, de regels, de schoorstukken, de bekronende volutes en de spijlen waarvan de punten in spiraal zijn gedraaid. De huidige moestuin is ingericht op de plaats waar voorheen een lange serre stond, tegen de muur van de voormalige boerderij, naast het huis.
Het huisarchief bewaart een niet gedateerd ontwerp plan voor de tuin, door de bekende plantenkwekers Michiels van Scherpenheuvel, waarschijnlijk van kort na de bouwperiode van het huis. Het vertoont de typische kenmerken van die periode: ronde wandelpaden, veel mozaïekperken voor éénjarigen, vrij veel coniferen en enkele treurwilgen. Het ontwerp werd vermoedelijk uitgevoerd, de grote lijnen van de structuur zijn herkenbaar, maar het geheel is met de jaren sterk vereenvoudigd en het grasoppervlak is nu vergroot ten nadele van de paden en de perken. Het grootste deel van de beplanting is op enkele bomen na, evenwel recenter dan het ontwerp. Het geheel van huis, bijgebouwen, tuinen, hekken en afsluitingen is een goede illustratie voor dit type woningen aan de rand van het dorp, gebouwd door gegoede burgers in de periode rond de eeuwwisseling.
Bron: DE MAEGD C. EN VAN DEN BROECK M., 2007, Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Limburg. Deel 3: Alken, Borgloon, Heers, Kortessem, Wellen, Brussel, Agentschap RO-Vlaanderen. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: De Maegd, Christiane; Van den Broeck, Myriam
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Tuin van het herenhuis Ruison [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134305 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.