is deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Kasteel Printhagen: kasteel en kasteelhoeve met omgeving
Deze bescherming is geldig sinds
Laat 19de-eeuws herenboerenparkje in eenvoudige landschappelijke stijl aangelegd op de 18de-eeuwse tuinsite. In functie van de huidige, recente tuinaanleg hertekende slangvormige vijver, mogelijk de restant van de in 1810 gesignaleerde lusttuin, horend bij het 16de- of 17de-eeuwse kasteel met naastliggende, voornamelijk 18de-eeuwse hoeve.
De oude afbeeldingen
Printhagen, bezijden de steenweg van Hasselt naar Tongeren, bezit een schitterende ligging in een vlak, nog agrarisch landschap doorsneden door lange dreven van populier. De Printhagendreef zelf is een smalle kassei naar het westen, vertrekkend van de Hasseltsesteenweg. Printhagen dat later meermaals werd verkocht, was tijdens het ancien régime een leengoed van de heren van Kortessem, dat in handen was van de al in de 13de eeuw vermelde familie van Printhagen, die in de 13de eeuw nauwe banden had met de Duitse Orde. In 1819 kocht Felix Bouhaye uit Luik het kasteel met de hoeve en de uitgestrekte landerijen die in 1845, toen de kadastrale legger werd opgesteld, 114 ha telden. Printhagen wordt na zijn dood langs vrouwelijke lijn vererfd en het grondbezit loopt in 1888 op tot 270 ha en zal pas de laatste jaren van de 20ste eeuw worden verkocht. Sedertdien is het herenhuis dat rond de jongste eeuwwisseling een restauratie onderging in andere handen dan de boerderij.
De oudste beschrijving van Printhagen uit 1744 in Les Délices du Païs de Liège vermeldt de ligging bij een bos van opgaand hout in een vruchtbare vlakte en signaleert dat het kasteel bestaat uit een ruim, omgracht neerhof en een grote, vierkante in zijn eigen kasteelvijver gelegen toren, een soort donjon bekroond met een spits eindigend op een achthoekige lantaarn.
Volgens de Ferrariskaart is in 1774-1775 de toestand geëvolueerd: de kasteelvijver is gedempt en de site beschrijft nu een klassieke omgrachte rechthoek. In de ene helft liggen tegenover elkaar twee lange gebouwen, met op de hoek het vierkant volume van het kasteel, in de andere helft de tuinen.
Philippe de Corswarem (1759-1839) maakte van Printhagen twee aquarellen, allebei gepubliceerd en allebei met de ringgracht en de brug er over, maar te oordelen naar de gegroeide planten op het tuinperceel moet het exemplaar zonder de dreef verschillende jaren later zijn gemaakt. Het poortgebouw en zijn flankerende gebouwen met een bijkomend torentje in de oksel, liggen aan de toegangsdreef, het kasteel en de wagenhuizen aan de overkant van de binnenkoer. Die is op de korte zijde beveiligd door twee gebouwtjes op de hoek en een muur met een toegang naar de gracht. De vierde zijde, waar Ferraris de tuin situeerde, is afgebakend door een laag muurtje met een hek, dat in de jongere tekening vervangen is door een hoge muur. Het herenhuis heeft een silhouet eigen aan de late 16de of de vroege 17de eeuw, met 18de-eeuwse muuropeningen, een hoge pui met dubbele trap en een open lantaarn in de dakspits. Alle andere gebouwen bezitten door hun typische volumewerking, hun wolfseinden en de getoogde vorm van de muuropeningen onmiskenbaar een uitstraling uit het derde kwart van de 18 eeuw. Toen ook moet het kasteel aangepast zijn.
Het Primitief kadaster
De getekende situatie is herkenbaar op het Primitief kadasterplan van 1810, door Tricot: de Printhagendreef, de kasteelrechthoek, de gebouwen, de tuinmuur en het tuinperceel. In de as van het poortgebouw loopt een al bij Ferraris opgetekende dreef naar het perceel met de plaatsnaam Printhagenbos, naar alle waarschijnlijkheid het bos dat in Les Délices werd gesignaleerd. In 1841, bij de herziening van het kadaster, is de toestand opnieuw geëvolueerd. Het tuinperceel (nr. 6 als lusttuin) is nu uitgebreid ten koste van het erf (nr. 3), dat in twee is verdeeld. Bij de dienstgebouwen is er een duidelijk neerhof ontstaan, gedefinieerd door een nieuwbouw op de korte zijde en een nieuwe scheiding; die bestaat uit een haakse nieuwbouw ten dienste van het kasteel (nr. 4) en een gebogen muur.
De grachten zijn gedempt en deels moestuin (nr. 2 en 4bis) en boomkwekerij (nr. 1) geworden. Het bosperceel (nr. 108) en de Printhagendreef (nr. 1/1 en 1/2) zijn als dusdanig genoteerd. De uitgestrekte bouwlanden (nr. 7 tot 11 en 116 tot 121), het hooiland (nr. 110, 111, 113) en een kleine weide (nr. 114) concorderen met de vruchtbare vlakte die in Les Délices honderd jaar vroeger werd vermeld. De opdrachtgever voor deze wijzigingen is ongetwijfeld de nieuwe eigenaar, Felix Hendrik Willem Bouhaye, die aan zijn naam de Printhagen toevoegde. De legger van 1844 noteerde zijn weduwe, hun dochter Charlotte en haar echtgenoot Stephanus Carolus Roly, rentenier in Anthisnes, als eigenaar. Zij moeten verantwoordelijk zijn voor de verdeling van het goed: een als buitenhuis gebruikte herenwoning met een ruim perceel lusttuin en een boerderij, waarvan de gebouwen in de loop van de 19de eeuw verder evolueren rond het ruime, mooi geplaveide boerenerf; ook aan de overzijde van de straat, waar zich al in 1810 het bakhuis bevond, liggen bijgebouwen.
Kasteelhekken en barriers
De gekasseide oprit naar het poortgebouw dat zoals het hoektorentje in de oksel, voorzien is van uitgewerkte smeedijzeren topstukken als dakbekroning, loopt tussen de keermuurtjes van de oude brug. De gedempte grachtarm tussen de Printhagendreef en de gebouwen, werd in gras gelegd en aangeplant met bolacacia's. Vandaag zijn er twee 19de-eeuwse toegangen naar het kasteel. Het zijn identieke, tegen inkijk beborde poorthekken gevat tussen hoge, vierkante hekpijlers in laat-classicistische stijl, met sokkel, ingediepte voegen, geprofileerde deksteen en een eikel als bekroning, alles van blauwe hardsteen. Het eerste hek staat in de onlangs gerestaureerde scheidingsmuur tussen het boerenerf en het park en is bereikbaar via het poortgebouw. De tweede inrit aan de Printhagendreef wordt beschaduwd door twee paardekastanjes (Aesculus hippocastanum) (diameter 100 en 90 cm) en is ingewerkt in de nieuwe draadafsluiting rondom het parkje.
Tegenover het poortgebouw staat het ingangshek dat toegang geeft tot de boerderijgebouwen aan de overkant van de Printhagendreef. De hekpijlers zijn vierkante monolieten van blauwe hardsteen met schampstenen en geprofileerde dekstenen, zonder topstuk. Het hek is van het eenvoudige type: overhoeks geplaatste smeedijzeren spijlen gevat in een dito kader met dubbele boven- en onderregels. In de as van dit hek ligt een dreef van populieren, de opvolger van de dreef op het kadasterplan van 1810. Aan de zelfde kant richting steenweg, staat nog een verbrede barrier van een voormalige fruitweide die al op de Dépotkaart van 1871 en nog op de stafkaart van 1962 gesignaleerd werd. De hekpijlers zijn gepunte monolieten van blauwe hardsteen die een smeedijzeren hek dragen met een vormgeving eigen aan de Directoirestijl uit de eerste decennia van de 19de eeuw: een in ruitmotieven verdeeld rechthoek kader. Het hek werd naderhand verbreed door er twee vierkante kaders met stermotief, uit dezelfde periode tussen te plaatsen.
Oude sporen en nieuwe tuin
Het parkje ten zuidwesten van het kasteel werd vermoedelijk einde 19de eeuw als herenboerenparkje aangelegd op het oude perceel lusttuin. Het verloor de laatste jaren veel bomen en kreeg recent een meidoornhaag (Crataegus monogyna), als verhulling voor de nieuwe draadafsluiting. Een droge gracht scheidt het van de Printhagendreef.
In de zuidwestelijke hoek, waar het terrein vochtiger is en een oude beuk sneuvelde, loopt een L-vormige gracht met kronkelend beloop die in functie van de nieuwe tuinaanleg recent werd hertekend. Ze werd onder meer versmald, het talud dat vermoedelijk ontstond bij de uitgraving ervan, werd verdubbeld en tussen in werd een wandelpad aangelegd. Ook de aanplantingen gebeurden bij deze herziening. Dit gegeven, dat als slangvormige vijver wel meer voorkomt in vroeg-landschappelijke tuinen, is wellicht een restant van de lusttuin die het kadaster op dit perceel al in 1810 noteerde. Een brede bomengordel omringt op de drie zijden het grote grasveld naast het kasteel. Twee overblijvende bomen, een mooie solitaire 3-stammige acacia (Robinia pseudoacacia) (doormeter 130 cm) waar van de middelste stam in 2000 uitgewaaid is en een niet zeer vitale gewone beuk (Fagus sylvatica) (diameter 150 cm) dateren uit de 19de-eeuwse aanlegfase. Alle andere bomen zijn recenter, ook de zomereik (Quercus robur), rechts van het huis. In de strook langs de Printhagendreef komt acacia (Robinia pseudo acacia), beuk (Fagus sylvatica), esdoorn (Acer pseudoplatanus), lijsterbes (Sorbus aucuparia) en een linde (Tilia x) voor, en op de zuidelijke grensstrook vooral veel acacia ten oosten, maar ook abeel (Populus nigra), zomereik (Quercus robur), linde en witte paardenkastanje (Aesculus hippocastanum). De typische acaciastammen bepalen trouwens visueel de wandeling langs de verdroogde vijvergracht.
In het verlengde van het grote gazon, over een brede strook achter en naast het huis worden momenteel de nieuwe tuinen aangelegd, naar ontwerp van E. Nolens (Schilde) uit 1999. Strakke klinkerpaden en met beton afgeboorde paden in dolomiet, deels begeleid door stroken van afgerond gesnoeide taxushagen, verbinden de door hagen gedetermineerde terrassen met banken en tafels, de met geometrische motieven gevulde omhaagde vierkante perken voor bloemen en kruiden en een kleine cirkelvormige poel voor grondwater, die samen de nieuwe aanleg uitmaken.
Een kleiner gazon ligt tussen het huis en de poortvleugel. Deze voortuin wordt bepaald door de gekasseide oprit die vanaf het parkhek vertrekt, rondom het gazon loopt, voor een deel tussen de ronde scheidingsmuur van de boerderij en de parallele haagbeukhaag.
Nieuwe bomen zijn geplant ter vervanging van exemplaren die al van ouderdom zijn weggevallen of door stormschade werden geveld. Nog meer nieuwe aanplantingen zouden de dichtheid van de oorspronkelijke bomenrand, waarin veel acacia voorkomt en grauwe abeel naast een crataegus monogyna moeten herstellen.
Ook op het oude tuinperceel dat in 1810 al bestond op de gedempte grachtarm achter het kasteel en het wagenhuis, werd een nieuwe tuin aangelegd. Deze ruimte is verdeeld in met buxus omzoomde vakken voor lavendel en rozen.
Bron: DE MAEGD C. EN VAN DEN BROECK M., 2007, Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Limburg. Deel 3: Alken, Borgloon, Heers, Kortessem, Wellen, Brussel, Agentschap RO-Vlaanderen. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: De Maegd, Christiane; Van den Broeck, Myriam
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is gerelateerd aan
Kasteel Printhagen
Is deel van
Printhagendreef
Is gerelateerd aan
Kasteelhoeve van Printhagen
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Herenboerparkje bij kasteel Printhagen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134371 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.