erfgoedobject

Stadspark

bouwkundig / landschappelijk element
ID
134406
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134406

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Stadspark
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • omvat de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Poort van Domein Het Drossaerde
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • omvat de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Domein Het Drossaerde
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Stadspark met relicten van het voormalige kapucijnenklooster, waaronder een kloostervleugel met schilddak en driehoekig fronton uit de 19de eeuw; het stadspark werd rond 1920 opgericht na samenvoeging van het kloostercomplex en het ‘Drossaerde’, oorspronkelijk het kasteel van de heren van Aarschot, waar vandaag enkel de poort van resteert; landschappelijke aanleg tijdens de tweede helft van de 19de eeuw, gehalveerd door afsnijding van Demerbocht rond 1890; kiosk van 1940.

Het huidige stadspark van Aarschot is ontstaan door de samenvoeging van het voormalige kapucijnenklooster en het 'Drossaerde', oorspronkelijk het kasteel van de heren van Aarschot, later de officiële residentie van de drossaard van het Land van Aarschot. Het 'Drossaerde' wordt afgebeeld op een met waterverf ingekleurde pentekening uit 1596-1598. Het enige gebouw dat de verwoesting van 1578-1582 had overleefd was het bakstenen huis met de getrapte zijgevels, dat volgens J.-B. Gramaye in 1470 was opgetrokken. De oudste kasteelgebouwen (waaronder de slotkapel en de laatgotische 'Grote Zaal') waren aan het einde van de 16de eeuw volledig tot puin herleid. Op het eiland gevormd door de Demer en de daarvan afgetakte slotgracht heeft de tekenaar links bovenaan de plaats van het vroegere neerhof aangeduid ("Place ou a esté faicte la bassecourt"). De plaats van de vroegere stallingen ("Place ou a esté les escuyries"), tussen de kapelruïne en een stuk van de binnenste omheiningsmuur dat nog intact is, wordt ingenomen door een kleine moestuin opgebouwd uit rechthoekige bedden.

De toegangsdreef die vanuit de nog bestaande hoofdpoort ("Porte de devant") in de buitenste omheiningsmuur via de ophaalbrug naar het kasteel leidde, vormde de scheiding tussen een grote moestuin ("jardin a cuisine") en een kleine bloementuin ("jardin a fleurs"), beide met bomen (vermoedelijk fruitbomen) beplant en ingedeeld volgens dambordpatroon, de bloementuin met eenvoudige geometrische motieven in elke parterre. Rechts van het kasteeleiland en aansluitend bij de bloementuin wordt een "Jardinet de la maison" aangeduid, ogenschijnlijk een grazige, niet omheinde boomgaard. Het 'Drossaerde', in 1917 door de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen "in de derde klasse der burgerlijke private gebouwen gerangschikt", in 1936 als 'monument' beschermd en sinds 1927 in gebruik als stadhuis, werd in 1940 volledig afgebroken nadat het zware schade had opgelopen tijdens een bombardement. Enkel de poort, met een op laatgotische wijze geprofileerde korfboog van ijzerzandsteen, bleef bewaard, weliswaar grondig 'wedersamengesteld' in 1982.

Het aanpalende kapucijnenklooster van Aarschot, pas gesticht in 1686, bevond zich in de meanderkronkel aan de overzijde van de Demer. Het gros van de tuin lag buiten de meander, tegen de Amerstraat aan. Op 2 december 1796 werd het klooster door de Franse overheid ontruimd. Op de Primitieve kadasterkaart, gedateerd 1822, is het grootste gedeelte van de gebouwen, inclusief de kloosterkerk, al verdwenen. Het complex is herleid tot de noordelijke vleugel (perceel 93) en in het verlengde daarvan een klein volume (perceel 92), ongetwijfeld relicten van het kloostercomplex, zoals blijkt uit een vergelijking met een ouder grondplan. Het huidige gebouw, dat onderdak biedt aan de Stedelijke Academie voor Beeldende Kunsten, is een ruim dubbel huis met schilddak en driehoekig fronton, het resultaat van diverse verbouwingen in de loop van de 19de en 20ste eeuw, maar het uitzicht is hoofdzakelijk 19de-eeuws. Bij de opstelling van het kadaster in 1820-1830 stond het voormalige domein van de kapucijnen op naam van een zekere Nicolaus Drugman, een advocaat uit Brussel. Evenwijdig met de twee gebouwen lag een 150 meter lange, kanaalvormige "lustvijver", maar de tuinpercelen werden door het kadaster niet als 'lusttuin' geregistreerd. Het grootste perceel (95 are) lag tussen de Amerstraat en de gebouwen, het kleinste (37,5 are) tussen de gebouwen en de Demer.

Pas rond 1890, na de afsnijding van de meander waardoor het park tot 32 are gereduceerd werd, zal in de legger de term "lusthof" worden gebruikt. Op de stafkaart van 1865 is echter al zoiets als een informeel aangelegd parkje zichtbaar met als opvallendste element: een padentracé in de vorm van een cirkelsegment, de ‘koorde’ evenwijdig met de Amerstraat. Daar bevond zich ook de toegang; het gebouw was door een loodrechte laan met deze straat verbonden. Op paden en gebouwen na wordt de hele oppervlakte van het domein weergegeven door groene stippen, die normaliter struwelen of hakhout symboliseren. Na de aankoop van het domein door de stad Aarschot, verdwenen enkele pittoreske elementen, zoals het gietijzeren ophaalbrugje over de afgesneden Demerarm, het oude drossaardgebouw en andere archeologische curiosa, zoals een ijzerzandstenen poortje. Zeer betreurenswaardig was de demping van de afgesneden meander in de jaren 1950, na een bedeesd protest van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen. Anderzijds verscheen rond 1940 een element dat onmisbaar wordt geacht voor elk stadspark die naam waardig: een kiosk, van hetzelfde model en vermoedelijk van dezelfde fabricant als die op het marktplein in Zichem.

In het park komen geen oude bomen meer voor. De vernietiging van de stad bij het begin van de Eerste Wereldoorlog is daar mogelijk de oorzaak van. De oudste bomengeneratie dateert van na 1918; de dikste boom is een zilveresdoorn met ingesneden blad (Acer saccharinum 'Laciniatum') met een stamomtrek van 327 centimeter gemeten op 150 cm hoogte op 6 augustus 1999. Tot deze groep behoren ook een bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea'), enkele platanen (Platanus x hispanica), een kleinbladige linde (Tilia cordata), een gele trompetboom (Catalpa ovata), een hemelboom (Ailanthus altissima), een zomereik (Quercus robur) en een wierookcipres (Calocedrus decurrens). De jongere aanplantingen bestaan uit courante soorten. Rond de kiosk werd in 1999 een aanplanting van struiken (Prunus laurocerasus 'Otto Luyken', Caryopteris clandonensis, Spirea bumalda...) en vaste planten aangelegd, die de kenmerken vertoont van een doorsnee stadsplantsoen: gemakkelijk te onderhouden en niet bijster interessant.

  • Algemeen Rijksarchief Brussel, Fonds d'Arenberg, nr. 1151, Aarschot, nr. 5.
  • Archief Monumenten & Landschappen, Leuven, dossier nr. 251, Aarschot Stadspark, Brief d.d. 30-11-1917 van commissievoorzitter Lagasse de Locht aan het stadsbestuur.
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Oudste kadastrale legger [212] Aarschot, art. 140 en art. 1206 nr. 28, op naam van Edmond Paridant.
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Kadastrale opmetingsschetsen Aarschot, 1861/3, 1882/19, 1890/14, 1938/51 en 1941/71.
  • GENICOT L.F., VAN AERSCHOT S., DE CROMBRUGGHE A., SANSEN H. & VANHOVEJ. 1971: Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, Provincie Brabant, Arrondissement Leuven, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 1, Luik, p. 16, 20.
  • MINNEN B., Het hertogdom Aarschot onder Karel van Croÿ (1595-1612), kadasters en gezichten, Gemeentekrediet van België, 1993, plaat 7 en p. 83-85.
  • OP DE BEECK E., Aarschot, evolutie van een stadsbeeld, Aarschot, Rotary Club, 1982, p. 225-233.
  • SCHROEVEN W. (wedersamensteller), Beschryvinghe der stadt Aerschot door Rumoldus Jacobus Wetz, Aarschot, Hertogelijke Aarschotse Kring voor Heemkunde, 1996, p. 391.
  • VERPOYLT, Het klooster van de kapucijnen te Aarschot, in De Brabantse Folklore nr. 158, juni 1963, p. 192-202.

Bron: DENEEF R. (red.) 2007: Historische tuinen en parken van Vlaanderen, Inventaris Vlaams-Brabant, Hageland – Noordoosten van Vlaams-Brabant, Aarschot, Begijnendijk, Bekkevoort, Boortmeerbeek, Diest, Haacht, Keerbergen, Rotselaar, Scherpenheuvel-Zichem, Tremelo, M&L Cahier 14, Brussel, 270-274.
Auteurs: Deneef, Roger
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Poort van Domein Het Drossaerde

  • Is deel van
    Aarschot


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Stadspark [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134406 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.