erfgoedobject

Grachtenstelsel van het kasteel van Meerbeek

landschappelijk element
ID
134459
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134459

Beschrijving

Overblijfselen van feodaal, omwald hooghof-neerhofcomplex, afgebeeld in 1696 met barokke parterretuin; het kasteel werd afgebroken in 1847, maar het patroon van slotgrachten bleef bewaard.

Het kasteel van Meerbeek is niet het enige belangrijke kasteel in de omgeving dat tijdens het tweede kwart van de 19de eeuw werd afgebroken: in de jaren 1830 onderging het kasteel van Gottendies te Boortmeerbeek (Hever), 4 km naar het westen, hetzelfde lot. Van het feodale kasteel van Meerbeek bestaan twee 17de-eeuwse afbeeldingen: de eerste is een schematische afbeelding die als referentiepunt wordt weergegeven op een figuratieve kaart uit 1656 van Joris Subil; de tweede is een gravure van R. Whitehand uit 1696, die meer gedetailleerd is en ook een duidelijk beeld geeft van de onmiddellijke omgeving. In beide gevallen wordt een robuuste, van kantelen en hoektorens voorziene waterburcht uitgebeeld, die via een houten brug (vroeger ongetwijfeld een ophaalbrug) met het neerhofeiland verbonden is. Bij Whitehand is het burchteilandje ingebed in een groot, rechthoekig eiland met een klein poortgebouw dat vanuit het zuidwesten de hoofdtoegang van het kasteel vormt – mogelijk een relict van het middeleeuwse neerhof. Het (nieuwe) neerhof, Hof Terhoye genaamd, ligt rechts buiten beeld. De ets van Whitehand toont – links van het kasteel – een glimp van de tuinaanleg, namelijk een parterretuin omheind met bijna manshoog houten hekwerk met minstens één barokke 'parterre de broderie' (links vooraan) en in bol gesnoeide struiken (buxus of taxus) op de hoeken van elke parterre. Omdat het hek in het verlengde van de lengteas van de tuin onderbroken is (op de tekening links tegen het kasteelgebouw aan) mag worden verondersteld dat het kasteel rechtstreeks verbonden was met de tuin via een tweede, niet zichtbare brug. Het terrein buiten de grachten wordt grotendeels ingenomen door hoogstammige beplantingen, misschien fruitbomen.

De Ferrariskaart (1771-1775) en de Primitieve kadasterkaart (1820) sluiten aan bij de door Whitehand uitgetekende topografie. Er is echter een nieuwe toegang gemaakt in het verlengde van de kasteelpoort en de houten brug, in noordwestelijke richting. In 1820 is de toestand al behoorlijk gedegradeerd. Het kasteel wordt door de inspecteur van het kadaster de naam niet meer waardig bevonden en wordt evenals de boerderij (nummer 10) omschreven als "maison et cour". Het perceel van de voormalige baroktuin (nummer 4) is gewoon bouwland geworden. Bij de kleine percelen "jardin" moet men zich vooral moestuinen voorstellen. Alleen de slotgrachten, omschreven als "étang d'agrément", herinneren nog aan de vroegere grandeur. Eigenaar op dat moment is graaf Charles-Ferdinand-Joseph, graaf d'Oultremont (1789-1852), een voormalige ceremoniemeester van koning Willem I, gehuwd met de weduwe van prins Louis-Lamoral de Ligne, eigenaar van onder meer de kastelen van Duras bij Sint-Truiden en Meldert bij Hoegaarden. In 1847 werd het kasteel afgebroken op last van gravin d'Oultremont, zoals Wauters uitdrukkelijk vermeldt. Alleen de boerderij bleef in verbouwde vorm bewaard; het poortgebouw werd vergroot en omgebouwd tot zelfstandige hoeve en in 1964 afgebroken. Met het afbraakmateriaal werd ernaast een bungalow gebouwd. De slotgrachten bleven grotendeels bewaard; één grachtarm is min of meer verland, maar de andere bestaan uit tot 3 meter brede geulen open water, soms met een uitbundige oevervegetatie van riet (Phragmites australis), waterzuring (Rumex hydrolapathum), grote egelskop (Sparganium erectum) en gele lis (Iris pseudacorus). Van oude beplantingen valt niets meer te bespeuren. Langs een van de grachten komt echter een dichte begroeiing met bosroos (Rosa arvensis) voor, die misschien teruggaat tot een oude beplanting.

  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Oudste kadastrale legger [212] Boortmeerbeek, artikel 119.
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Kadastrale opmetingsschets Boortmeerbeek 1847, nr. 1en 1865 nr. 9.
  • DE CANTILLON, Vermakelykheden van Brabant en deszelfs onderhoorige landen, (Amsterdam, David Weege, 1770) Anastatische herdruk, Amsterdam/Antwerpen, 1981, B. N° 44.
  • POPLIMONT Ch., La Belgique héraldique (VIII), Paris, Henri Carion, 1866, p. 244.
  • VAN ERMEN E., VANHOVE L. & VAN LANI S., Het kaartboek van de abdij van Park, Brussel, Algemeen Rijksarchief, 2000, p. 232.
  • WAUTERS A., Histoire des environs de Bruxelles (VII), Bruxelles, Culture et Civilisation (heruitgave van editie 1855), 1972, p. 254.

Bron: DENEEF R., 2007: Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Vlaams-Brabant. Hageland - Noordoosten van Vlaams-Brabant. Aarschot, Begijnendijk, Bekkevoort, Boortmeerbeek, Diest , Haacht, Keerbergen, Rotselaar, Scherpenheuvel-Zichem, Tremelo.
Auteurs: Deneef, Roger; Wijnant, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Grachtenstelsel van het kasteel van Meerbeek [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134459 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.