De Warande is een heuvel van Diestiaans ijzerzandsteen in het midden van de stad, met een donjon motte en sporen van een 14de-eeuwse burcht. Het park werd aangelegd in landschappelijke stijl circa 1880 met als middelpunt de donjonmotte als lindenprieel. In het park bevinden zich archeologische resten, een omheiningsmuur, drossaardswoning met portierswoning en een neoclassicistisch herenhuis (1847-1848) omgevormd tot monumentale toegangspoort. Overname door de stad in 1939 en sindsdien openbaar park.
Op 16 juli 1939 overleed dokter Henri Verstappen (1866-1939). Overeenkomstig een wilsbeschikking van 20 september 1921 werd de stad Diest eigenaar van de Warande, een 20 m hoge Diestiaan getuigeheuvel, bijna in het centrum van de stad, en van de vlakke percelen tussen de heuvel, de Sint-Janskerk en het begijnhof. Bijna een eeuw lang was dit de 'achtertuin' van het herenhuis van Verstappen aan de Graanmarkt.
De Warande was oorspronkelijk de burchtheuvel, waar de heren van Diest verblijf hielden. Samen met de Keizersberg te Leuven was dit een van de weinige 'hoogteburchten' van de regio. De eerste versterking wordt in verband gebracht met Otto I, de oudst gekende heer van Diest, vermeld in 1088. Ze bestond uit een omgrachte motte op het hoogste punt van de Warandeberg (47 m). In dit nog bestaande heuveltje, nu 'Tafelrond' genoemd en in de 19de-eeuwse parkaanleg als belvedère en lindenprieel gerecycleerd, werden de funderingen teruggevonden van een vierkante donjon. Op de vlakte ten westen van de donjonmotte bevond zich het voor- of neerhof (stallingen, huisvesting voor het personeel). Uit de 13de eeuw dateert een tweede complex ten westen van de motteburcht. De twee door een muur verbonden funderingen van ijzerzandstenen torens die, samen met de bevloering van een van de burchtzalen, werden blootgelegd en ten educatieven titel zichtbaar gesteld, behoorden tot dit complex. Dit geldt ook voor de diepe waterput, 'Klinkende Put' genaamd. De oudste horticulturele vermelding over de Warande betreft de wijnteelt: in een charter uit 1233 schenkt Arnold IV, 'baanderheer' van Diest, de tienden van de 'burchtwijn' aan de Norbertijnerabdij van Tongerlo.
In 1499 kwam Diest in handen van het geslacht Oranje-Nassau. De bouwvallige burcht werd in 1514 gesloopt en het domein, vergroot door aankoop en afbraak van aanpalende huizen, werd als diergaarde of 'warande' ingericht voor herten, reeën en everzwijnen. Aan de zuidwestrand van de heuvel werd een nieuwe residentie gebouwd, het nog bestaande Hof van Nassau, een vrij bescheiden 'huis van plaisantie', maar de nieuwe machthebbers hebben nooit permanent in Diest verbleven. Een 18de-eeuwse kopie van een 17de-eeuwse figuratieve kaart ("Caerte figuratif vanden Berghe int'Parck") toont de gebouwenresten van de burcht, de met bomen beplante Tafelrondmotte en twee "ijskelders". In de loop van de 17de eeuw werden namelijk langs weerszijden van de 13de-eeuwse torens twee ijskelders ingericht, mogelijk in bestaande kelderruimten. Volgens F.J.E. Raeymakers zouden de ijskelders in 1701 gebouwd zijn.
De Warande bleef eeuwenlang ongestoord jachtdomein, tot ze door de Fransen geconfisqueerd werd. Op 27 april 1820 werd, na een eerste poging tot verkoop in 1795 en een tweede poging op 30 maart 1818, voor 19.000 gulden verkocht aan Jan Frans Verstappen (1777-1849), brouwer te Diest. In het proces-verbaal van voorlopige toewijzing is er sprake van twee huizen – het voormalig verblijf van de 'drossaard' en een bijgebouw. Deze tweeënhalflagige herenwoning met monumentale deurtravee werd vlak na 1777 opgetrokken in opdracht van Frans Fernand de Paramo, de laatste drossaard of plaatsvervanger van de prins van Oranje in Diest (1777-1794). Het vermelde bijgebouw is vermoedelijk de oorspronkelijk tegen de herenwoning aanleunende versteende vakwerkconstructie (gesloopt). Daarnaast vermeldt het proces-verbaal ook een park met 671 eiken met een omtrek van 2 tot 4 voet, 148 beuken en essen van 2 tot 3 voet, 62 notelaars van 5 tot 10 voet, en 130 bomen "bois blanc" (synoniem voor grauwe abeel) van 3 tot 4 voet. De afmetingen van de notelaars – als daarmee de gewone Juglans regia bedoeld wordt – wekken verbazing.
Het domein is bovendien omringd door een 1500 m lange muur van 3 m hoog. Het westelijke uiteinde van de Warandeheuvel werd afgegraven zodat de Graanmarkt (het huidige Henri Verstappenplein) kon worden aangelegd; de nog bestaande keermuur langs dit plein getuigt van deze afgraving (zoals blijkt uit een verklaring van burgemeester Jean Cantillon en twee schepenen d.d. 3-4-1839, bewaard in het stadsarchief van Diest). Een "caerte figuratief van 's Heeren Parck binnen Diest" geeft de toestand van het domein weer ten tijde van de verkoop. Op deze kaart worden gesitueerd: de drossaardgebouwen, het Tafelrond, de Klinkende Put, één van de 17de-eeuwse ijskelders, de steengroeve in het oostelijke uiteinde van de heuvel, de beek in het vlakke gedeelte ten zuiden van de heuvel, de toegangen tot het domein (het poortgebouw bij het drossaardhuis en de poort "in ogivaelen bouwstyl" bij het Hof van Nassau aan de Graanmarkt, en twee poortjes aan de Zeven Weeënstraat).
De kaart van Verstappen bevat ook talrijke aanduidingen over beplantingen en tuin- of landbouwkundig gebruik. De heuvel, "beset met schoone linde boomen en jonge heisters", wordt aan de zuidoostelijke rand afgezoomd door een haag die de berg scheidt van de aanpalende akkers. Een dreef met oude notelaars verbindt de poort bij het drossaardhuis met het oostelijke uiteinde van het domein. Ten oosten van de beek ligt een "vroente ofte weijde in de leeghte van't parck beset met linde en essche boomen". Deze ruimte wordt momenteel ingenomen door het sportstadion, de Leopoldvest en de parking bij het recreatiecentrum 'Halve Maan'. Tussen het drossaardhuis en de ruïnes van de Sint-Janskerk ligt een tuin met een padenkruis, vermoedelijk moestuin met bloemen ('nut en sier'). De "voorplaetse" tussen het huis en de tuin is beplant met grote notelaars. De grote blokpercelen ten oosten van de heuvel zijn akkers ("saye-landen binnen 't parck").
De figuratieve kaart van Verstappen stemt in hoge mate overeen met de Ferrariskaart (1771-1775), maar vertoont merkwaardige afwijkingen ten aanzien van de Primitieve kadasterkaart, die iets na de verkoop werd opgesteld (1822). De heuvel (perceel 242) werd door de inspecteurs van het kadaster opgetekend als weiland. Het dus is niet uitgesloten dat het bestand van de circa 1000 bomen die in de akte van toewijzing worden vermeld, niet lang na de verkoop duchtig werd uitgedund. De Warandeheuvel wordt overigens pas in 1904 als "lusthof" (achteraf gecorrigeerd tot "park") getaxeerd.
In 1841 bouwt Verstappen binnen in de westelijke hoek van de Warande, op de hoek van de Houtmarkt (nu Veemarkt) en de Nieuwe Korenmarkt (nu H. Verstappenplein) een eerste huis. In 1847-1848 wordt tegenover het Hof van Nassau, op de plaats waar vroeger de poort "in ogivaelen bouwstyl" stond, een nieuw, classicistisch herenhuis opgetrokken, dat tot 1939 door de opeenvolgende Verstappens zal worden bewoond. Het was een strak geritmeerde neoclassicistische herenwoning van drie bouwlagen en vijf traveeën onder een leien zadeldak, gekenmerkt door oplopende hoekpilasters met Franse voegen, twee monumentale poortdoorgangen aan weerszijden van de woning en een beklemtoonde middentravee met dubbele houten deur tussen pilasters, bekroond door een balkon met balkondeur onder een geprofileerd hoofdgestel op voluutconsoles.
Op de eerste stafkaart van 1870 wordt de warandeheuvel gewoon als weiland weergegeven. De hovingen bij het drossaardhuis worden expliciet afgebeeld. De vestinggordel begrenst de akkers ten oosten van de Warande. Landschappelijke aanleg
Op de stafkaart van 1884 wordt de heuvel niet meer als weide, maar als tuin of lustgrond afgebeeld. Een grote rotonde vormt de kern van een poliepachtig patroon van paden – zeven gebogen armen die zich langs struik- of boommassieven naar de periferie van de heuvel uitstrekken. De centrale rotonde wordt gesitueerd ter plekke van de tweede burcht. De overgang tussen het park op de heuvel en het herenhuis aan de voet was wellicht in terrassen aangelegd, nog vaag zichtbaar en symmetrisch beplant met oude Ierse taxussen (Taxus baccata 'Fastigiata').
Opmerkelijk is dat in een stafkaartbeeld van 1884 de oude burchtmotte, toch minstens 5 m hoog, afwezig lijkt. Deze motte is momenteel beplant met zomerlinden (Tilia platyphyllos), die een rond prieel vormen. Heuvels met lindenpriëlen op visueel-strategische plaatsen waren een veelvoorkomend element in landschappelijke parken en deze beplanting is vermoedelijk minstens 70 à 80 jaar oud. Een groot aantal bomen op de Warandeheuvel heeft stamomtrekken tussen 200 en 300 cm en behoort waarschijnlijk tot dezelfde generatie: naast zomerlinde ook tamme kastanje (Castanea sativa), witte paardenkastanje (Aesculus hippocastanum), Amerikaanse eik (Quercus rubra), gewone es (Fraxinus excelsior), bontbladige esdoorn (Acer pseudoplatanus 'Leopoldii'), gewone beuk (Fagus sylvatica) en enkele rariteiten: ruwe iep met opgaande twijgen (Ulmus glabra 'Exoniensis') en varenbeuk (Fagus sylvatica 'Asplenifolia'). De generatie bomen uit de eerste helft van de 19de eeuw is beperkt tot één van de beuken op de zuidflank, met 419 cm stamomtrek, een witte paardenkastanje bij de hoofdtoegang aan de Graanmarkt met 345 cm omtrek, en enkele sculpturale haagbeuken (Carpinus betulus) op de noordflank, vermoedelijk resten van een oude 'charmille' – haag, palissade of loofgang.
Het aanlegpatroon op de stafkaart van 1884 vinden we onveranderd terug op die van 1908 (ICM, 1923) en – met licht gewijzigde contouren van de bos- of struikmassieven – ook op de stafkaart van 1933 (ICM, 1951). Op een plattegrond in het stadsarchief, waarop (achteraf ) het jaartal 1939 werd geschreven, is de poliepstructuur niet meer herkenbaar. Deze kaart geeft grosso modo de huidige paden weer en voorziet ze van soms romantische of historiserende namen als "Ridderhelling", "Minnepaadje" of "Burchtplein".
Bijna een eeuw lang bleef de Warande de achtertuin van de neoclassicistische herenwoning. In 1939 werd de Warandeheuvel het stadspark. Na de overname door de stad Diest werd het herenhuis afgebroken of, juister gezegd, omgebouwd tot een monumentale toegang: de onderste bouwlaag van de straatgevel werd gerecycleerd tot een niet onelegante arcade van rondbogen, bekroond – volgens de oorspronkelijke plannen van architect F. Vandendael met tuinvazen, nadien – met vier van de acht beelden uit de voorgevel van het eerste Brusselse noordstation dat in 1956 werd afgebroken. De voormalige voordeur omkadert een gedenkplaat ter ere van de weldoener, dokter Henri Verstappen, de laatste bewoner. Dit monument werd in 1945 ingehuldigd.
Het tuinperceel bij het drossaardhuis – voortaan jeugdherberg – en het vlakke gedeelte van de Warande tussen de Leopoldvest en de heuvel werden door de stad gebruikt voor de aanleg van een sportstadion en tennisterreinen. Deze aanleg, eveneens ontworpen door Vandendael, werd in 1951 in gebruik genomen. In de steengroeve aan de oostzijde van de heuvel, op de oude kaarten vermeld als "diepe steenrotse van grauwen steen", was al in 1941 – in de tijd dat de 'Halve Maan' werd heraangelegd tot zwembad – een openluchttheater gebouwd, een amfitheater dat plaats bood aan duizend toeschouwers en ontworpen was door de Nederlander Marinus Naalden.
In de loop van de jaren vijftig en tachtig van de twintigste eeuw werden diverse opgravingscampagnes verricht op de Warandeheuvel. Hierbij werd onder andere de vroeg 13de-eeuwse burcht onderzocht, waarvan een gedeelte van de fundering blootgelegd, geconsolideerd en op educatieve manier gevisualiseerd werd.
Merkwaardige bomen (opname 30 mei 1997). Het cijfer in vet geeft de stamomtrek in centimeter weer. De omtrek wordt standaard gemeten op 150cm hoogte. Het cijfer vooraan verwijst naar de locatie van de bomen op een plan in het inventarisdossier.
Deze tekst is een samenvoeging van volgende twee teksten:
Auteurs: Deneef, Roger; Wijnant, Jo; Van de Ven, Robert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Deneef R. & Wijnant J. & Van de Ven R. 2018: Warandepark [online], https://id.erfgoed.net/teksten/298439 (geraadpleegd op ).
Heuvel van Diestiaan ijzerzandsteen in het midden van de stad, met de donjon motte en sporen van de 14de-eeuwse burcht, neoclassicistisch herenhuis omgevormd tot monumentale toegangspoort aan de zuidwestrand in 1847-1848; park in landschappelijke stijl aangelegd circa 1880, met als middelpunt de donjonmotte als lindenprieel; overname door de stad in 1939 en sindsdien openbaar park.
Van burchtheuvel met wijngaarden tot warande
Op 16 juli 1939 overleed dokter Henri Verstappen (1866-1939). Overeenkomstig een wilsbeschikking van 20 september 1921 werd de stad Diest eigenaar van de Warande, een 20 m hoge Diestiaan getuigeheuvel, bijna in het centrum van de stad, en van de vlakke percelen tussen de heuvel, de Sint-Janskerk en het begijnhof. Bijna een eeuw lang was dit de 'achtertuin' van het herenhuis van Verstappen aan de Graanmarkt.
De Warande was oorspronkelijk de burchtheuvel, waar de heren van Diest verblijf hielden. Samen met de Keizersberg te Leuven was dit een van de weinige 'hoogteburchten' van de regio. De eerste versterking wordt in verband gebracht met Otto, de oudst gekende heer van Diest, vermeld in 1088. Ze bestond uit een omgrachte motte op het hoogste punt van de Warandeberg (47 m). In dit nog bestaande heuveltje, nu 'Tafelrond' genoemd en in de 19de-eeuwse parkaanleg als belvedère en lindenprieel gerecycleerd, werden de funderingen teruggevonden van een vierkante donjon. Op de vlakte ten westen van de donjonmotte bevond zich het voor- of neerhof (stallingen, huisvesting voor het personeel). Uit de 13de eeuw dateert een tweede complex ten westen van de motteburcht. De twee door een muur verbonden funderingen van ijzerzandstenen torens die, samen met de bevloering van een van de burchtzalen, werden blootgelegd en ten educatieven titel zichtbaar gesteld, behoorden tot dit complex. Dit geldt ook voor de diepe waterput, 'Klinkende Put' genaamd. De oudste horticulturele vermelding over de Warande betreft de wijnteelt: in een charter uit 1233 schenkt Arnold IV, 'baanderheer' van Diest, de tienden van de 'burchtwijn' aan de Norbertijnerabdij van Tongerlo.
In 1499 kwam Diest in handen van het geslacht Oranje-Nassau. De bouwvallige burcht werd in 1514 gesloopt en het domein, vergroot door aankoop en afbraak van aanpalende huizen, werd als diergaarde of 'warande' ingericht voor herten, reeën en everzwijnen. Aan de zuidwestrand van de heuvel werd een nieuwe residentie gebouwd, het nog bestaande Hof van Nassau, een vrij bescheiden 'huis van plaisantie', maar de nieuwe machthebbers hebben nooit permanent in Diest verbleven. Een 18de-eeuwse kopie van een 17de-eeuwse figuratieve kaart ("Caerte figuratif vanden Berghe int'Parck") toont de gebouwenresten van de burcht, de met bomen beplante Tafelrondmotte en twee "eijskelders". In de loop van de 17de eeuw werden namelijk langs weerszijden van de 13de-eeuwse torens twee ijskelders ingericht, mogelijk in bestaande kelderruimten. Volgens F.J.E. Raeymakers zouden de ijskelders in 1701 gebouwd zijn.
Het domein Verstappen
Op 27 april 1820 werd, na een eerste poging tot verkoop in 1795 en een tweede poging op 30 maart 1818, voor 19.000 gulden verkocht aan Jan Frans Verstappen (1777-1849), brouwer te Diest. In het proces-verbaal van voorlopige toewijzing is er sprake van twee huizen – het voormalig verblijf van de 'drossaard' en een bijgebouw – en een park met 671 eiken met een omtrek van 2 tot 4 voet, 148 beuken en essen van 2 tot 3 voet, 62 notelaars van 5 tot 10 voet, en 130 bomen "bois blanc" (synoniem voor grauwe abeel) van 3 tot 4 voet. De afmetingen van de notelaars – als daarmee de gewone Juglans regia bedoeld wordt – wekken verbazing. Het domein is bovendien omringd door een 1500 m lange muur van 3 m hoog. Het westelijke uiteinde van de Warandeheuvel werd afgegraven zodat de Graanmarkt (het huidige Henri Verstappenplein) kon worden aangelegd; de nog bestaande keermuur langs dit plein getuigt van deze afgraving (zoals blijkt uit een verklaring van burgemeester Jean Cantillon en twee schepenen d.d. 3-4-1839, bewaard in het stadsarchief van Diest). Een "caerte figuratief van 's Heeren Parck binnen Diest" geeft de toestand van het domein weer ten tijde van de verkoop. Op deze kaart worden gesitueerd: de drossaardgebouwen, het Tafelrond, de Klinkende Put, één van de 17de-eeuwse ijskelders, de steengroeve in het oostelijke uiteinde van de heuvel, de beek in het vlakke gedeelte ten zuiden van de heuvel, de toegangen tot het domein (het poortgebouw bij het drossaardhuis en de poort "in ogivaelen bouwstyl" bij het Hof van Nassau aan de Graanmarkt, en twee poortjes aan de Zeven Weeënstraat).
De kaart van Verstappen bevat ook talrijke aanduidingen over beplantingen en tuin- of landbouwkundig gebruik. De heuvel, "beset met schoone linde boomen en jonge heisters", wordt aan de zuidoostelijke rand afgezoomd door een haag die de berg scheidt van de aanpalende akkers. Een dreef met oude notelaars verbindt de poort bij het drossaardhuis met het oostelijke uiteinde van het domein. Ten oosten van de beek ligt een "vroente ofte weijde in de leeghte van't parck beset met linde en essche boomen". Deze ruimte wordt momenteel ingenomen door het sportstadion, de Leopoldvest en de parking bij het recreatiecentrum 'Halve Maan'. Tussen het drossaardhuis en de ruïnes van de SintJanskerk ligt een tuin met een padenkruis, vermoedelijk moestuin met bloemen ('nut en sier'). De "voorplaetse" tussen het huis en de tuin is beplant met grote notelaars. De grote blokpercelen ten oosten van de heuvel zijn akkers ("saye-landen binnen 't parck").
De figuratieve kaart van Verstappen stemt in hoge mate overeen met de Ferrariskaart (1771-1775), maar vertoont merkwaardige afwijkingen ten aanzien van de Primitieve kadasterkaart, die iets na de verkoop werd opgesteld (1822). De heuvel (perceel 242) werd door de inspecteurs van het kadaster opgetekend als weiland. Het dus is niet uitgesloten dat het bestand van de circa 1000 bomen die in de akte van toewijzing worden vermeld, niet lang na de verkoop duchtig werd uitgedund. De Warandeheuvel wordt overigens pas in 1904 als "lusthof" (achteraf gecorrigeerd tot "park") getaxeerd.
In 1841 bouwt Verstappen binnen in de westelijke hoek van de Warande, op de hoek van de Houtmarkt (nu Veemarkt) en de Nieuwe Korenmarkt (nu H. Verstappenplein) een eerste huis. In 18471848 wordt tegenover het Hof van Nassau, op de plaats waar vroeger de poort "in ogivaelen bouwstyl" stond, een nieuw, classicistisch herenhuis opgetrokken, dat tot 1939 door de opeenvolgende Verstappens zal worden bewoond. Op de eerste stafkaart van 1870 wordt de warandeheuvel gewoon als weiland weergegeven. De hovingen bij het drossaardhuis worden expliciet afgebeeld. De vestinggordel begrenst de akkers ten oosten van de Warande.
Landschappelijke aanleg
Op de stafkaart van 1884 wordt de heuvel niet meer als weide, maar als tuin of lustgrond afgebeeld. Een grote rotonde vormt de kern van een poliepachtig patroon van paden – zeven gebogen armen die zich langs struik- of boommassieven naar de periferie van de heuvel uitstrekken. De centrale rotonde wordt gesitueerd ter plekke van de tweede burcht. De overgang tussen het park op de heuvel en het herenhuis aan de voet was wellicht in terrassen aangelegd, nog vaag zichtbaar en symmetrisch beplant met oude Ierse taxussen (Taxus baccata 'Fastigiata').
Opmerkelijk is dat in een stafkaartbeeld van 1884 de oude burchtmotte, toch minstens 5 m hoog, afwezig lijkt. Deze motte is momenteel beplant met zomerlinden (Tilia platyphyllos), die een rond prieel vormen. Heuvels met lindenpriëlen op visueel-strategische plaatsen waren een veelvoorkomend element in landschappelijke parken en deze beplanting is vermoedelijk minstens 70 à 80 jaar oud. Een groot aantal bomen op de Warandeheuvel heeft stamomtrekken tussen 200 en 300 cm en behoort waarschijnlijk tot dezelfde generatie: naast zomerlinde ook tamme kastanje (Castanea sativa), witte paardenkastanje (Aesculus hippocastanum), Amerikaanse eik (Quercus rubra), gewone es (Fraxinus excelsior), bontbladige esdoorn (Acer pseudoplatanus 'Leopoldii'), gewone beuk (Fagus sylvatica) en enkele rariteiten: ruwe iep met opgaande twijgen (Ulmus glabra 'Exoniensis') en varenbeuk (Fagus sylvatica 'Asplenifolia'). De generatie bomen uit de eerste helft van de 19de eeuw is beperkt tot één van de beuken op de zuidflank, met 419 cm stamomtrek, een witte paardenkastanje bij de hoofdtoegang aan de Graanmarkt met 345 cm omtrek, en enkele sculpturale haagbeuken (Carpinus betulus) op de noordflank, vermoedelijk resten van een oude 'charmille' – haag, palissade of loofgang.
Het aanlegpatroon op de stafkaart van 1884 vinden we onveranderd terug op die van 1908 (ICM, 1923) en – met licht gewijzigde contouren van de bos- of struikmassieven – ook op de stafkaart van 1933 (ICM, 1951). Op een plattegrond in het stadsarchief, waarop (achteraf ) het jaartal 1939 werd geschreven, is de poliepstructuur niet meer herkenbaar. Deze kaart geeft grosso modo de huidige paden weer en voorziet ze van soms romantische of historiserende namen als "Ridderhelling", "Minnepaadje" of "Burchtplein".
Het stadspark
Na de overname door de stad Diest werd het herenhuis afgebroken of, juister gezegd, omgebouwd tot een monumentale toegang: de onderste bouwlaag van de straatgevel werd gerecycleerd tot een niet onelegante arcade van rondbogen, bekroond – volgens de oorspronkelijke plannen van architect F. Vandendael met tuinvazen, nadien – met vier van de acht beelden uit de voorgevel van het eerste Brusselse noordstation dat in 1956 werd afgebroken. De voormalige voordeur omkadert een gedenkplaat ter ere van de weldoener, dokter Henri Verstappen, de laatste bewoner. Dit monument werd in 1945 ingehuldigd. Het tuinperceel bij het drossaardhuis – voortaan jeugdherberg – en het vlakke gedeelte van de Warande tussen de Leopoldvest en de heuvel werden door de stad gebruikt voor de aanleg van een sportstadion en tennisterreinen. Deze aanleg, eveneens ontworpen door Vandendael, werd in 1951 in gebruik genomen. In de steengroeve aan de oostzijde van de heuvel, op de oude kaarten vermeld als "diepe steenrotse van grauwen steen", was al in 1941 – in de tijd dat de 'Halve Maan' werd heraangelegd tot zwembad – een openluchttheater gebouwd, een amfitheater dat plaats bood aan duizend toeschouwers en ontworpen was door de Nederlander Marinus Naalden.
Een reeks aanplantingen dateert uit de periode na de overname door de stad: vooral gewone platanen (Platanus x hispanica) en weymouthden (Pinus strobus) en, sporadisch, Oost-Amerikaanse hemlock (Tsuga canadensis), zilveresdoorn (Acer saccharinum) en hemelboom (Ailanthus altissima).
Merkwaardige bomen (opname 30 mei 1997). Het cijfer in vet geeft de stamomtrek in centimeter weer. De omtrek wordt standaard gemeten op 150cm hoogte. Het cijfer vooraan verwijst naar de locatie van de bomen op een plan in het inventarisdossier.
Bron: DENEEF R., 2007: Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Vlaams-Brabant. Hageland - Noordoosten van Vlaams-Brabant. Aarschot, Begijnendijk, Bekkevoort, Boortmeerbeek, Diest , Haacht, Keerbergen, Rotselaar, Scherpenheuvel-Zichem, Tremelo.
Auteurs: Deneef, Roger; Wijnant, Jo; Van de Ven, Robert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Deneef R. & Wijnant J. & Van de Ven R. 2007: Warandepark [online], https://id.erfgoed.net/teksten/157108 (geraadpleegd op ).
De Warande, het huidige stadspark, is een ovale getuigenheuvel van ijzerzandsteen met een diameter van ongeveer 250 meter, midden in het centrum van Diest gelegen. Warande met archeologische resten, omheiningsmuur, poortgebouw en drossaard met portierswoning.
Reeds in het laatste kwart van de 11de eeuw werd op de heuvel een hoogteburcht bewoond, namelijk door de Otto I, één van de Heren van Diest die de stad bestuurden van 1080 tot 1499. Toen in het eerste kwart van de 13de eeuw de gebouwen niet meer voldeden, werd op het neerhof een ijzerzandstenen zaalgebouw opgetrokken, waarvan een gedeelte der funderingen nog steeds in situ zichtbaar is.
De Warande bleef eeuwenlang ongestoord jachtdomein, tot ze door de Fransen geconfisqueerd werd. In de verkoopakte is, naast het park met 671 eiken, 58 beuken en esdoorns, 62 notelaars en 130 grauwe abelen, ook nog sprake van twee huizen: de woning van de Drossaard en een bijgebouw. Deze tweeënhalflagige herenwoning met monumentale deurtravee werd vlak na 1777 opgetrokken in opdracht van Frans Fernand de Paramo, de laatste drossaard of plaatsvervanger van de prins van Oranje in Diest (1777-1794). Het vermelde bijgebouw is vermoedelijk de oorspronkelijk tegen de herenwoning aanleunende versteende vakwerkconstructie (gesloopt).
Van de eenlagige en minstens tot het begin van de 18de eeuw opklimmende portierswoning aan de Sint-Jansstraat is in de verkoopakte geen sprake, hoewel ze wel aangeduid is op de "Caerte figuratief van 's Heeren Parck binnen Diest" (1820). Na de verkoop werd de Warandeheuvel verder aangelegd als bos. Aan de zijde van het Verstappenplein werd een deel van de heuvel afgegraven, een keermuur opgetrokken en twee nieuwe woningen gebouwd.
Een eerste empire-getint pand met drie bouwlagen en rondboogvensters op de eerste verdieping werd opgetrokken in 1841 en een tweede in 1847-'48 op de plaats waar vroeger, volgens de kaart van 1820, een poort in 'ogivaelen' stijl stond. Het was een strak geritmeerde neoclassicistische herenwoning van drie bouwlagen en vijf traveeën onder een leien zadeldak, gekenmerkt door oplopende hoekpilasters met Franse voegen, twee monumentale poortdoorgangen aan weerszijden van de woning en een beklemtoonde middentravee met dubbele houten deur tussen pilasters, bekroond door een balkon met balkondeur onder een geprofileerd hoofdgestel op voluutconsoles.
Uit een militaire kaart, opgetekend in de jaren '90 van de 19de eeuw, blijkt dat het bos op de Warande getransformeerd werd tot een park met een centrale rotonde waarrond een poliepachtig patroon van wandelpaden. De oude motte, minstens 80 jaar geleden als prieel beplant met linden is op deze kaart vreemd genoeg niet weergegeven.
Bijna een eeuw lang bleef de Warande de achtertuin van de neoclassicistische herenwoning. In 1939 werd de Warandeheuvel het stadspark, in de oude steengroeve werd een openluchttheater ingericht, ontworpen door de Nederlander Marinus Naalden, op de weide tussen de heuvel en de Leopoldvest werd naar het ontwerp van F. Vandendael een sportstadion met tennisvelden opgetrokken, en de herenwoning werd omgevormd tot monumentale ingangspoort, eveneens naar de plannen van F. Vandendael. De vier beelden op het poortgebouw, bestaande uit een arcade met centrale gedenkplaat, geflankeerd door telkens twee rondboogdoorgangen naar het park, worden ondersteund door een gedeeltelijk opengewerkte balustrade en zijn afkomstig van het in 1956 gesloopte Noordstation van Brussel.
In de loop van de jaren vijftig en tachtig van de twintigste eeuw werden diverse opgravingscampagnes verricht op de Warandeheuvel. Hierbij werd onder andere de vroeg 13de-eeuwse burcht onderzocht, waarvan een gedeelte van de fundering blootgelegd, geconsolideerd en op educatieve manier gevisualiseerd werd.
Bron: Beschermingsdossier DB002164
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2003: Warandepark [online], https://id.erfgoed.net/teksten/298438 (geraadpleegd op ).