Hoeve met losstaande bestanddelen uit het vierde kwart van de 18de eeuw, gelegen aan Edegembeek (noordzijde) die de grens vormt met Edegem. In 1233 in bezit van de abdij van Sint-Michiels, doch het goed was reeds in 1285 in bezit van Willem de Beke. Eerste vermelding van een hoeve in 1587. Van een speelhuis is sprake in de 17de eeuw, dat tussen 1666 en 1678 moet afgebrand zijn. De benaming "Vuile Plas" komt pas voor vanaf de 19de eeuw.
L-vormig woonstalhuis (nok loodrecht op de straat), parallel gelegen langsschuur uit het vierde kwart van de 18de eeuw en wagenhuis uit de tweede helft van de 19de eeuw (?) aan zuidzijde. Zuidelijke voorgevel woonhuis van dubbelhuistype: vier traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (mechanische pannen); deurtravee verhoogd met rechthoekig laadluik onder zadeldak. Verankerd bakstenen gebouw op gecementeerde plint. Getraliede arduinen kruiskozijnen met steenmerk S V, tweeledige strekse ontlastingsboog; voorheen beluikt. Steekboogdeur. Onderkelderde noordgevel met kloosterkozijnen bij opkamer, rechthoekige vensters en kelderopeningen met arduinen dorpels; twee vloeraflopen. Gecementeerde westgevel met half gedicht kloosterkozijn met geprofileerde dorpels.
Tegen oostgevel, haakse monumentale driebeukige potstal onder wolfsdak (mechanische pannen), gedateerd Ao 1788 door middel van gesinterde steen in de zuidgevel. In zelfde gevel, van vier traveeën, rechthoekige vensters en luik, kloosterkozijnen met arduinen dorpels, uilengaten en oculus in de top. Rechthoekige deur met bovenlicht en rechthoekige poort met houten latei. Aanbouwsel onder lessenaarsdak (Vlaamse pannen) met rechthoekige nieuwe stalvensters in oostgevel. Tegen westgevel woonhuis kleine stalling onder afgewolfd dak (Vlaamse pannen); zuidgevel van drie traveeën met rechthoekige poort en deur (houten lateien), laatstgenoemde in aanbouwseltje.
Bakstenen langsschuur van vijf traveeën onder half zadel- en half schilddak (oorspronkelijk schilddak), (Vlaamse pannen). Vernieuwde muur aan oostgevel, bakstenen pilasters op hoeken. Steekboogvenstertjes en deuren. Rechthoekige poorten onder houten lateien.
Verbouwd wagenhuis onder zadeldak (mechanische pannen). Gedichte rechthoekige poortopeningen met houten lateien, vervangen door rechthoekige deur.
- VAN PASSEN R., Geschiedenis van Kontich, uitgave gemeentebestuur Kontich, 1964, p. 126, 127, 184.
- VAN PASSEN R., Toponymie van Kontich en Lint, Gent, Vlaamse Academie voor taal- en letterkunde, 1962, p. 112, 558, 621, 622.