is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Domein Remaks
Deze vaststelling is geldig sinds
De hoeve die de historische kern uitmaakt van het huidige landgoed Remaks wordt voor het eerst vermeld in 1610. Het nieuwe 'kasteel' werd in 1909 gebouwd door Adolf Verstappen, ongeveer 100 m ten zuidwesten van de Remakshoeve. Het werd opgetrokken in neotraditionele bak- en zandsteenstijl. Omgeven door landschappelijk park van 3 hectare waarvan een derde bebost; twee kleine vijvers en kleine heuvel als eindpunt van een vista; enkele zeldzame bomen.
De hoeve die de historische kern uitmaakt van het huidige landgoed Remaks wordt voor het eerst vermeld in 1610. De naam van het goed verwijst naar een zekere Martinus Ramax uit Diest, die in 1765 de hoeve en het bijbehorende land aankocht. Op de Ferrariskaart (1771-1778) wordt de site, gelegen aan de zuidrand van een uitgestrekt heidegebied, "Bossmans Ende" genoemd en worden twee gebouwen afgebeeld die tegenover elkaar langs weerszijden van een noord-zuidgerichte straat liggen: een langwerpig gebouw ten oosten van en evenwijdig met de straat, met een langs drie zijden omgrachte tuin; een kleiner gebouw ten westen van en dwars op de straat en min of meer ingesloten door een klein bosgebied. Waarschijnlijk werd het hoevecomplex toen al als buitenplaats gebruikt en had een van beide gebouwen een plaisantiefunctie. De naam "Remax hoef" wordt voor het eerst vermeld in 1823, op de Primitieve kadasterkaart (toen Schaffen sectie K). In de kadastrale legger worden de twee kleine gebouwen ten westen van de straat omschreven als "speelhuis", eigendom van een zekere Jean-Baptiste 's Jongers, vanaf 1830 gemeenteraadslid en van 1849 tot 1858 schepen van Diest. In 1869 wordt het hoeve-speelhuiscomplex samen met bijna 25 hectare omliggende grond verkocht aan baron Eugène Zerezo de Tejada, volksvertegenwoordiger, telg van een uit Spanje afkomstig geslacht, dat in de streek van Diest tijdens de 19de eeuw een belangrijke rol speelde op politiek en economisch gebied.
Het nieuwe 'kasteel' werd gebouwd door de volgende eigenaar: Adolf Verstappen, lid van de familie die van 1820 tot 1940 de Warande te Diest als 'achtertuin' bezat. Het bevindt zich ongeveer 100 m ten zuidwesten van de Remakshoeve. Het werd opgetrokken in neotraditionele bak- en zandsteenstijl (hier mogelijk witte kunststeen), heeft een rechthoekig volume van twee bouwlagen met souterrain onder een hoog schilddak met leien en houten dakkapellen. De oostgevel – in feite de voorgevel van het huis – heeft aan de noordzijde een slank, overhoeks geplaatst torentje en aan de zuidzijde een brede travee met puntgevel naast een verdiepte middentravee met een uitspringende ingangsterras en een houten balkon op de eerste verdieping. In de westgevel herbergt de uitspringende middentravee de traphal; in de puntgevel ervan bevindt zich de jaarsteen met het bouwjaar 1909. De erker in de naar het park gekeerde, overigens blinde noordgevel bestaat uit metselwerk op de begane grond en hout op de bovenverdieping. De hoevegebouwen hebben na diverse verbouwingen een uitzicht gekregen waarin de 19de eeuw domineert, vooral duidelijk zichtbaar bij het voormalige 'huis van plaisantie'. Van de ringgrachten zijn er nog enkele armen bewaard gebleven.
Het landschappelijk park dat rond het kasteel werd aangelegd beslaat drie hectare, waarvan ongeveer één derde – het driehoekige zuidelijke beboste perceel – momenteel door een erfdienstbaarheidweg van het eigenlijke park gescheiden is en ook buiten de omheining ligt. Het gaat om een plantsoen van Amerikaanse eik (Quercus rubra), maar een oude taxushaag aan de rand en een rij purperbladige esdoorns (Acer pseudoplatanus 'Purpureum') maken duidelijk dat het niet om een louter productiebos gaat. Dat blijkt ook uit de stafkaart van 1930, waarop de structuur van het park wordt weergegeven: de ogenschijnlijke brandgang doorheen dit perceel biedt tevens een doorkijk vanuit het kasteel in zuidelijke richting.
Het eigenlijke landschapspark ligt echter ten noorden van die weg. Het kasteel neemt daarin een excentrische positie in. De toegang tot het park bevindt zich aan de straat waarlangs ook het oude hoevecomplex gelegen is. Het kasteel staat aan het uiteinde van een ellipsvormige open ruimte, die zich tot aan de noordrand uitstrekt en door een rondweg wordt afgeboord. Eindpunt van het gezicht vanuit het kasteel is een heuveltje van 2,5 m hoogte, met daarachter – bijna als een theaterdecor – de donkere silhouetten van vier Oostenrijkse dennen (Pinus nigra subsp. nigra). De grond waarmee dit heuveltje werd opgeworpen, is waarschijnlijk afkomstig van de uitgraving van twee kleine vijvers: de ene aan de voet van de heuvel en de grootste dicht bij het kasteel. Langs de rand van de open ruimte staan de meeste sierbomen: bruine beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea'), treurbeuk (Fagus sylvatica 'Pendula'), gewone plataan (Platanus x hispanica), zilveresdoorn met ingesneden blad (Acer saccharinum 'Laciniatum'), zilverlinde (Tilia tomentosa), hangende zilverlinde (Tilia petiolaris), rode bastaardpaardenkastanje (Aesculus x carnea), treurwilg (Salix alba 'Tristis') en een prachtexemplaar van gewone trompetboom (Catalpa bignonioides) aan de grote vijver, hinokischijncipres (Chamaecyparis obtusa)... en ook curiosa zoals geelhout (Cladrastis lutea), varenbeuk (Fagus sylvatica 'Asplenifolia'), Magnolia thompsioniana en een als treurboom op onderstam gebruikte beuk met kronkelende takken (Fagus sylvatica 'Tortuosa'). De gemiddelde stamomtrek ligt tussen 200 en 250 cm, maar er zijn enkele uitschieters, zoals een beuk van 333 cm. Verspreid over het parken komen talrijke massieven Pontische rododendron (Rhododendron ponticum) voor en sporadisch ook schijnels (Clethra alnifolia). De dreef die vanuit het noorden naar Remaks leidt, is beplant met oude zomereiken (Quercus robur) met stamomtrekken tot 330 cm.
Merkwaardige bomen (opname 8 september 1999)
Het cijfer in vet geeft de stamomtrek in centimeter weer. De omtrek wordt standaard gemeten op 150cm hoogte. Het cijfer vooraan verwijst naar de locatie van de bomen op een plan in het inventarisdossier.
Bron: DENEEF R., 2007: Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Vlaams-Brabant. Hageland - Noordoosten van Vlaams-Brabant. Aarschot, Begijnendijk, Bekkevoort, Boortmeerbeek, Diest , Haacht, Keerbergen, Rotselaar, Scherpenheuvel-Zichem, Tremelo.
Auteurs: Deneef, Roger; Wijnant, Jo; De Maegd, Christiane
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Molenstede
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Domein Remaks [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/134481 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.