Eclectische villa, gebouwd in 1918 door Jules Persoons, de burgemeester van Tildonk. Omgeven door tuin (48 are) in landschappelijke stijl.
Een herenhuis met 48 are lusthof in de Dorpsstraat, op 70 meter van de kerk, werd in 1910 aangekocht door Jules Persoons, de toenmalige burgemeester van Tildonk. Samen met zijn broer Alfons, de bouwheer van Appelburg, had hij rond de eeuwwisseling de firma 'Ecrémeuses Persoons' opgericht. De productie van melkontromers, een van de belangrijkste werkverschaffers in de streek, was gehuisvest in een grote fabriek aan de overkant van de vaart. In 1918 werd meer centraal in het lusthofperceel de huidige villa gebouwd: een bakstenen gebouw met een complexe plattegrond, een hoog en even complex schilddak, twee bouwlagen, drie traveeën, erkers, balkons en een zeshoekige toren met een open belvedère – oorspronkelijk met een spits, uitbundig getooid met lijsten, 'diamantpunten', witte kordons en sierschrijnwerk aan de grote dakkapel boven de ingangstravee. De laatste resten van het 19de-eeuwse herenhuis werden rond 1950 afgebroken.
Vanaf de straat verschijnt het huis achter een soort ere-erf met de nu grotendeels verharde oprit. Het wordt ingelijst door een bontbladige esdoorn (Acer pseudoplatanus 'Leopoldii') en een oude maar gehavende tamme kastanje (Castanea sativa), vermoedelijk de enige boom uit de 19de eeuw. Links, in de hoek van de Dorpsstraat waar het vroegere huis stond, ligt een beplantingsheuveltje met vijf taxussen (Taxus baccata). Twee derde van de tuin bevindt zich achter het huis en is aangelegd volgens een beproefd recept: een langgerekt gazon begrensd door een rondweg en een in vorm en kleur gevarieerde hoogstammige beplanting, die uit de tijd van Persoons dateert (stamomtrekken tot 317 centimeter): resten van een rij bruine beuken (Fagus sylvatica 'Atropunicea') die de tuin afbakende, wierook cipres (Calocedrus decurrens), rode bastaardpaardenkastanje (Aesculus x carnea), goudbonte Ierse taxus (Taxus baccata 'Fastigiata Aureomarginata') etc. De struiketage is eveneens gevarieerd en bestaat uit courante soorten: een geschoren massief van laurierkers (Prunus laurocerasus), diverse soorten rododendron, kardinaalshoed (Euonymus alatus), boerenjasmijn (Philadelphus coronarius), diverse soorten spirea, een oud exemplaar Chinese blauweregen (Wisteria sinensis) enzomeer. Bij de recente aanplantingen: sikkelcipres (Cryptomeria japonica) en Japanse vingeresdoorn met diep ingesneden blad (Acer palmatum 'Nicholsonni'). In de verste uithoek van de tuin staat op een hoge sokkel de vrouwelijke incarnatie van 'Architectura', die met kritische blik het gebouw in de verte monstert. In deze hoek is er een tweede heuveltje, waar vermoedelijk ooit een paviljoen of prieel heeft gestaan.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Oudste kadastrale legger [212] Tildonk, art. 337 nrs. 30-32 en art. 1024 nrs. 17 en 18.