Twee villa’s met art-deco-inslag, gebouwd in 1926-1933 als eerste twee woningen op het net verkavelde terrein van fabrikant en burgemeester Jules Persoons, gelegen tussen de dorpskern en de vaart Leuven-Mechelen. Ze worden omgeven door beboomde tuinen van elk circa 30 are.
Tijdens het interbellum werd de ruimte tussen de dorpskern en de vaart Leuven-Mechelen, de 'Deugniet' genoemd, verkaveld en bebouwd. Het ging om een groot perceel bouwland van circa 3,5 hectare, dat oorspronkelijk aan het Iers College te Leuven toebehoorde en rond de Eerste Wereldoorlog werd aangekocht door burgemeester en fabrikant van melkafroommachines Jules Persoons, eigenaar van Appelburg. Dit perceel grensde aan zijn eigen woning in de dorpskern. Van daaruit werd een nieuwe straat getrokken, naderhand passend de Gebroeders Persoonsstraat genoemd. De twee eerst gebouwde huizen – villa's van een courant type, met art-deco-inslag (witte cordons en hoekblokken, geglazuurde dakpannen) – dateren uit 1926-1932 (van de villa nr. 1 werd geen kadastrale opmetingsschets gevonden; de bouw van nr. 2 werd in 1933 geregistreerd). Ze stonden aan de vaartdijk, waar de nieuwe straat uitmondde, en de bijbehorende percelen werden ruimer bemeten dan de repelpercelen langs de rest van de straat.
De aanleg van de tuin rond de villa op het nummer 1, ongeveer 28 are, kostte volgens de aantekeningen van de bouwheer, Jean Jossa, 6.937 frank – inclusief sintels voor de paden, tuinvazen, 200 tulpen en bemesting. De villa wordt omgeven door een dichte gordel van bomen en struikgewas, die alleen bij de oprit onderbroken wordt. Deze gordel bestaat uit zomerlinde (Tilia platyphyllos), witte paardenkastanje (Aesculus hippocastanum), gewone taxus (Taxus baccata), westerse en reuzenlevensboom (Thuja occidentalis, Thuya plicata) en – veel aangeplant tijdens het interbellum – vederesdoorn (Acer negundo) en hinokischijncipres (Chamaecyparis obtusa). Een monumentale zilveresdoorn met ingesneden blad (Acer saccharinum 'Laciniatum') – 337 centimeter stamomtrek (gemeten op 150 cm hoogte) – laat vermoeden dat lang vóór de verkaveling de 'Deugniet' van een landschappelijk kleedje was voorzien, maar zilveresdoorns schijnen zeer snel te groeien.
De tuin rond villa nummer 2 is iets kleiner en laat zich vooral opmerken door een hoge mammoetboom (Sequoiadendron giganteum), naast zomerlinde, hinokischijncipres, bontbladige esdoorn (Acer pseudoplatanus 'Leopoldii'), rode bastaardpaardenkastanje (Aesculus x carnea) en haagbeuk (Carpinus betulus). In beide tuinen vinden we rododendron, spirea- en laurierkersmassieven. Architectonische elementen zoals stapelmuren of tegelpaden, die vaak in villatuinen uit het interbellum voorkomen, werden niet aangetroffen.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Kadastraal artikel Tildonk 1024.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Kadastrale opmetingsschets 1933 (nr. 2).
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Oudste kadastrale legger 212 Tildonk, art. 156 nrs. 2, 18, 55 en 56.
- Informatie verkregen van Marleen Wildiers.